Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Kloosterorganisatie: Missionarissen van Mariannhill

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Missionarissen van Mariannhill
Orde of congregatie:
Missionarissen van Mariannhill
Alternatieve namen:
Missionarissen van Mariannhill
Latijnse naam:
Congregatio Missionariorum de Mariannhill
Afkorting:
CMM
Stichter, stichteres:
Franz Pfanner (OCSO)
Stichtingsjaar:
1882
Land van oorsprong:
Zuid-Afrika
Plaats van oorsprong:
Durban
Vestiging Nederland:
1911
Doelstelling:
Missiewerk; pastoraal werk
Geschiedenis:
De Missionarissen van Mariannhill zijn voortgekomen uit de trappistenabdij Mariannhill bij Durban (Zuid-Afrika). Deze abdij werd in 1882 gesticht door abt Franz (Wendelin) Pfanner, die in 1825 in Langen in Vorarlberg, Oostenrijk, geboren werd. In 1850 werd hij priester gewijd. Na twaalf jaar in het pastoraat werkzaam te zijn geweest, trad hij in bij de trappisten in Mariawald in de Eifel, Duitsland. Vier jaar later werd hij naar Rome gestuurd om daar een vervallen abdij weer op te bouwen. Vandaar uit reisde hij naar Bosnië, waar hij in Banja Luka het trappistenklooster „Maria Stern“ stichtte. In 1879 was er een generaal kapittel van de trappisten in Septfons, Frankrijk, waar hij als abt van voornoemde abdij benoemd zou worden. In plaats daarvan volgde hij echter de oproep om in het oostelijk vicariaat van Kaap de Goede Hoop een trappistenklooster te stichten om de bevolking daar te evangeliseren. In 1880 vestigde hij zich in Dunbrody. De omstandigheden daar, met name als gevolg van het kurkdroge klimaat, bleken ongeschikt om er een bestaan op te bouwen. Daarom vestigde hij zich twee jaar later in de provincie Natal in de buurt van Durban. Daar stichtte hij een trappistenabdij, die toegewijd aan Onze Lieve Vrouw en de Heilige Anna de naam Mariannhill kreeg en zich concentreerde op de ontwikkeling van het missiewerk onder de zwarte bevolking in Zuid-Afrika. Dit werk bleek moeilijk te verenigen met het contemplatieve leven van de trappistentraditie. In 1909, het jaar waarin Franz Pfanner overleed, stond paus Pius X daarom toe dat de abdij zich afscheidde van de trappistenorde. In 1926 werd de gemeenschap formeel omgevormd tot een missiecongregatie met een verzachte vorm van de Regel van Benedictus. De congregatie is sinds 1911 ook in Nederland actief. In 1945 werd een Nederlandse/Engelse provincie gevormd, waarbij op leidinggevende posities Nederlanders werden benoemd. Definitieve zelfstandigheid werd in 1954 bereikt met de benoeming van een Nederlandse provinciaal
Missielanden:
Zuid-Afrika (1885); Zimbabwe; Papua Nieuw-Guinea ; Duitsland; Canada; Verenigde Staten; Zambia
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (01-12-2021); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 155; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel II ('s-Gravenhage 1932), p. 244; P.G. Groenen, ‘Versterking van het leger Christi in onze Indiën’in “Koloniaal Missietijdschrift”, 20e jaargang, 15 januari 1937, p.249/250
ENK Monasticon nummer:
P028