Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Alexianen (Cellebroeders)
Orde of congregatie:
Alexianen (Cellebroeders)
Alternatieve namen:
Alexianen; Cellebroeders; Lollarden
Latijnse naam:
Congregatio Fratrum Alexianorum
Afkorting:
CFA
Stichtingsjaar:
14e eeuw
Land van oorsprong:
Vermoedelijk Duitsland
Vestiging Nederland:
Late Middeleeuwen; 1914
Vertrek uit Nederland:
Reformatie; 1958
Patroonheiligen:
H. Alexius
Doelstelling:
Verzorgen van pestlijders; afleggen en begraven van doden; verzorgen van geesteszieken
Geschiedenis:
Van de orde der cellebroeders liggen de wortels vermoedelijk in het Duitse Rijnland, waar het zijn oorsprong vond in de laatmiddeleeuwse begardenbeweging en andere bewegingen die zich op min of meer semi-religieuze basis bezig hielden met apostolische taken. Een stichter en een stichtingsdatum zijn niet aan te wijzen. Vóór 1800 behoorden tot haar voornaamste taak, naast het verzorgen van pestlijders, het afleggen en begraven van doden, waarvoor ze in veel steden het alleenrecht verwierf. Met name vanaf de 18e eeuw nam de orde het verzorgen van geesteszieken op zich, dat toen tot haar belangrijkste taak ging behoren. Om vanaf de periode van de Zwarte Pest (1348-1352) aan de toen woedende pestepidemie het hoofd te bieden, gingen de cellebroeders zich hechter organiseren en in kloosters samenleven. Aangenomen wordt, dat de benaming cellebroeders toe te schrijven is aan het feit dat zij in cellen een afgezonderd leven leidden. Een andere verklaring is de afleiding van het Latijnse woord cella in de betekenis van grafkapel. De cellebroeders begeleidden de doden immers naar de cella, de laatste rustplaats. In 1472 werd de orde door paus Sixtus IV erkend. Vanaf toen legden ze de drie kloostergeloften af en volgden ze de regel van Augustinus. Cellebroeders werden na hun professie niet tot priester gewijd. Zielzorg en prediking rekenden ze dan ook niet tot hun taak. Hoewel ze inkomsten wisten te verwerven met bedelen, met de gelden verkregen voor hun diensten en ook wel met handwerk, waren zij toch in belangrijke mate aangewezen op subsidies, uitdelingen en schenkingen. Aan het eind 15e eeuw werden de cellebroeders naar hun schutpatroon, Alexius van Edessa, ook wel alexianen genoemd. In het huidige Nederland hebben de cellebroeders in de Middeleeuwen en in de 16e eeuw tot aan de Reformatie bestaan. Tegenwoordig zijn de alexianen gevestigd in Duitsland, België, Engeland, Ierland, de Filippijnen, Hongarije en de VS. In Nederland hadden ze van 1914 tot 1958 in Son een vestiging
Gebruikte bronnen:
S.M.C . Leupen, ‘De kloosters van de cellebroeders en -zusters in het graafschap Holland en Zeeland tot aan de Reformatie’ in “Historisch Tijdschrift Holland”, 30e jaargang 1998, nr. 2, p.64-68; J. Eijt, “Broeders van Barmhartigheid van St. Joannes de Deo 1875-2013” (Hilversum 2014), p.22/23; J. Smits, “Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant” (Alphen aan de Maas 2010). p.150/151; R.A Hoogland, ‘De Cellebroeders’ in “Jaarboek Oud-Utrecht 1974”, p.181/182-183/184/185/189; P.C. Broeren, ‘Een Cellebroeder in Princenhage 1661/2’ in “Jaarboek De Oranjeboom 16” (1963), p.33/34; L. Cleynhens, ‘Inventaris van het archief 1472-1990’
Website Internet Archive: Kadoc Katholieke Universiteit Leuven, https://web.archive.org/web/20230000000000*/http://kadoc.kuleuven.be/db/inv/978.pdf (14-04-2023), p.2-6; H. Levelt, “Het Cellebroedersklooster of De Bruers in de Nijeustrate” (Bergen op Zoom 1923); p.11-13
ENK Monasticon nummer:
B001