Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
177  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020a Reliëf, Zacharias
Toelichting:
Gehuld in een kemelsharen jas, het hoofd naar rechts gewend. Hij draagt krullend haar en een lange baard. Vóór hem een druiventros. Opmerking: aan de achterzijde is de letter A (met schreven) ingekerfd
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
33
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020d Reliëf, Maria
Toelichting:
Gekleed in een hoog gegord gewaad, waarover een mantel is gedrapeerd, het met een sluier bedekte hoofd naar links gewend. Opmerking: aan de achterzijde ingekrast de letters E en B
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
33
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020c Reliëf, Jozef
Toelichting:
Gekleed in een gewaad met kraag en gesloten met strik, waarover een over de rechterschouder gedrapeerde mantel, het hoofd naar rechts gewend. Hij draagt lang, golvend haar en een korte baard. Aan zijn rechterzijde een bloeiende lelietak. Middenvoor een kleine harp tussen de mantelplooien
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
34,5
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0021a Reliëf, God de Vader
Toelichting:
God de Vader, ten halve, met uitwaaierende mantel, gehuld in een wolkendek. Hij maakt het spreekgebaar en houdt een scepter in de linkerhand. Aan zijn linkerzijde een wereldbol. Achter zijn hoofd een driehoek
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Lindenhout
Diameter in cm:
18,5
Opmerkingen:
Toeschrijving aan Petrus Verhoeven op grond van de vormgeving van de wolkenpartij en draperie. Voor Petrus Verhoeven, zie onder inv. nr. VW-P017-Ud0020
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 21 a
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden