Zoeken in collecties

De broches werden door de Augustinessen van Sint Monica op het habijt gedragen.

Onder het portretje van pater Van Nuenen de tekst "Ante omnia diligatur Deus" (Vóór alles worde God bemind); onder het portret van zuster Augustina van Reijsen de tekst "Deinde proximus" (vervolgens de naaste). Het zijn de woorden die aan de regel van Augustinus voorafgaan en ze verwijzen naar het evangelische dubbelgebod (Matteüs 22, 37-39).

In de merklap is de tekst geborduurd: "Souvenir de ma jeunesse. C. v. Reijsen". Augustina van Reijsen (1908-1990) was het eerste lid en de eerste overste van de zusters Augustinessen van Sint Monica.

Gargan was de hond van de Augustinessen van Sint Monica die in van 1946 tot circa 1959 in het klooster De Stad Gods te Hilversum heeft gewoond. Hij verongelukte doordat hij onder de trein kwam.

De medaille werd binnen de congregatie van de Augustinessen van Sint Monica uitgereikt bij gelegenheid van drie jaar lidmaatschap van de Jongeren Advies Commissie. De commissie was een door het bestuur gekozen groepje jonge zusters dat soms geraadpleegd werd over hun mening over kloosteraangelegenheden. De onderscheiding heeft de vorm van een devotiemedaille aan een speld. Op de voorzijde van de medaile een afbeelding van Sint Augustinus, op de achterzijde een afbeelding van Sint Monica. Op de speld zijn de jaartallen "'67-'70" gegraveerd.

De penning werd uitgereikt aan de Augustinessen van Sint Monica bij gelegenheid van hun vertrek uit Arnouville-Les-Gonesse in juli 2008. Op de penning de tekst:"Soeurs Augustine de Sainte Monique, Avril 1959 - Juillet 2008". Op de keerzijde afbeelding van het wapen van Arnouville en van de fontein op de Place de la République.

Trommeltje met twee zilveren rozenkransen in etuis van de moeder van moeder Augustina, zakmesje in etui, gebedenboekje, eerste kinderschoentje en twee zilveren lepels met inscripties van Cor en Rie [van Reijsen]. De meisjesnaam van moeder Augustina is Cor.

Afkomst uit het Franciscushuis aan de Oude Gracht 23 te Utrecht van de Augustinessen van Sint Monica.

Op 19 maart 2004 vierde de Augustinessen van Sint Monica hun 70-jarig bestaan. Op de ene placemat foto's van alle communiteiten en het feestmenu. Op de andere placemat kleine foto's van alle communiteiten met daaronder de namen van alle zusters.

“De Stad Gods” met als ondertitel "Maandblad ter bevordering van geloofskennis en geloofsbeleving" wordt vanaf 1936 uitgegeven door de Augustinessen van Sint Monica. Met het blad wordt steun gevraagd voor het St. Franciscusliefdewerk, dat volgens het eerste nummer van aug. 1936: “beoogt missionering in eigen land, onder leiding van de pastoor van de parochie, waarin dit werk gewenst wordt, of onder leiding van een priester, die daartoe door den pastoor is aangesteld, en de Zusters Augustinessen van St. Monica doen dit werk in vereniging met leken-leidsters en leken-leiders. Dit liefdewerk wil vestiging en verbreiding van geloofskennis en geloofsbeleving onder de arbeidersklasse.” Op het hoogtepunt van zijn bestaan had het tijdschrift 70.000 abonnees. In latere jaren beoogt het blad stof te bieden tot bezinning vanuit de Augustijnse spiritualiteit en informatie te blijven verschaffen over het werk van de zusters. Anno 2019 is “Stad Gods” een tweemaandelijks bulletin met als voornaamste doelgroep de vrienden en de vrijwilligers van de zusters en van Casella, gastenverblijf voor jongeren. De ponsplaatjes bevatten de namen en adressen van abonnees.

Sebastianus van Nuenen osa is de stichter van de Augustinessen van Sint Monica.

Het zakdoekje, omzoomd met frivolité kantje, werd door de algemeen overste aan de eeuwig geprofeste zuster ten geschenke gegeven na de professieviering, als zogenaamd 'bruidszakdoekje'. Gemaakt door een van de zusters.

Bij besluit van 18 oktober 1948 werd pater A. van Nuenen osa benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Sebastianus van Nuenen is de stichter van de Augustinessen van Sint Monica.

Sebastianus van Nuenen osa is de stichter van de Augustinessen van Sint Monica.

Een schild met afbeelding van Christus Koning met stigmata op donkergroene achtergrond; een tweede schild met het Lam Gods geflankeerd door twee biddende engelen op goudbruine achtergrond. Het ontwerp is van zuster Marie José van der Lee, de uitvoering deed zij gezamenlijk met haar medezusters.

Sebastianus van Nuenen osa is de stichter van de Augustinessen van Sint Monica.

Het gehele servies bestond naar alle waarschijnlijkheid uit 240 delen. Het complete servies is geschonken door de stichter van de congregatie, pater Sebastianus van Nuenen osa (1898-1966), aan de zusters Augustinessen van Sint Monica. Het servies werd door de zusters ook wel de Augustina-vaat genoemd. Het porselein en glaswerk is voorzien van een embleem waarop twee ineengeslagen handen te zien zijn met daarboven een brandend hart. Onder het embleem het woord 'Augustina', boven het embleem een halve maan[?]. Op de koffie- en melkkan is alleen het woord 'Augustina' gegraveerd. De lepeltjes worden bekroond met het embleem en op de steel is het woord 'Augustina' gegraveerd. De eerste Augustinus van Sint Monica was zuster Augustina van Reijsen (1908-1990).

Gedragen op de dag van de eeuwige professie. Sluier reikt tot aan de grond.

Gedragen door de zusters bij professies, hoogfeesten van het kerkelijk jaar en op Augustijnse feestdagen. Over de sluier werd nog een aparte kap bevestigd (niet aanwezig).

Twee groene spelden met opschrift "Sociale werkster"; drie blauwe spelden met opschrift "Geunieerd Sociale werkster"; een paarse speld met opschrift "Geunieerd Sociale helpster"; drie kleinere speldjes, waarvan twee met de tekst "Cor Unum" en een met de tekst "Caritas assistente, geuniëerd". Alle speldjes tonen het embleem van twee ineengeslagen handen. Cor Unum is de naam voor de vriendenkring van de zusters. De wederzijds verbondenheid werd bevestigd tijdens een plechtigheid waarbij de speld werd aangeboden. De leden namen op zich geregeld de eucharistie bij te wonen en dagelijks bepaalde gebeden te bidden.

De Maria Gorettischool (VGLO-school) voor jongens en meisjes stond onder leiding van zuster Perpetua van de IJssel osa.

De stamboom is aangeboden aan mère Marie de Jésus Beraux tijdens de bijeenkomst van de priorinnen te Parijs ter gelegenheid van de 300-jarige sterfdag van de stichteres van de orde. Bijgevoegd een oorkonde die hiervan getuigt. Eveneens bijgevoegd is een uitleg over de stamboom. De stamboom is een herziening van de stamboom die in 1953 is gemaakt ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de orde.

Stempel met de tekst "Zrs. Augustinessen v. St. Monica 'Open - Haard', Waterstraat 2, Utrecht" rondom het embleem van de congregatie, een afbeelding van Maria met Kind (1). 'Open Haard' was de verzamelnaam voor al het clubwerk in de kloosters van de zusters. Stempel met de tekst "Comité Loterij 'Meisjesstad' Postbus 144, 3500 AC Utrecht" (2). Stempel met de tekst "Soeurs Augustines de Ste-Monique, Couvent 'Notre-Dame de Liesse', 71, Avenue de la République, 95400 Arnouville-les-Gonesse". Stempel met de tekst "Soeurs Augustines de Sainte Monique" rondom het embleem van de congregatie, een afbeelding van Maria met Kind (4).

Verschillende soorten stropdassen in twee kleuren paars: helder paars en donker magentapaars. De eerste kleur voor doordeweekse dagen, de tweede voor (religieuze) feestdagen. Van 1934 tot ca. 1948 gedragen door alle zusters, daarna tot ca. 1957 door postulanten en oblaten. Liggende ovalen speld voor op de stropdas (en na 19[??] voor op de capuche) met een afbeelding van O.L. Vrouw van Goede Raad. O.L. Vrouw wordt op een speld (7) omgeven door de cijfers 1 9 3 4. Achterop is de naam "Augustina o.e.s.a." gegraveerd. Vermoedelijk is hij van de eerste Augustines van Sint Monica, zuster Augustina van Reijsen (1908-1990) geweest. Op de andere speld (8) is de afbeelding omgeven door witte onregelmatig gevormde stippen. Deze laatste speld wordt tot op heden [2014] door de zusters gedragen. De riem hoorde bij het zwarte habijt van de Augustinessen van Sint Monica uit de periode 1934- ca. 1948..

Na veel voorbereidingen is voor de zusters Augustinessen een tweede klooster een feit in 1946. In Hilversum was een villa te koop, maar geld voor de aankoop was er niet. Vrienden van de stichter pater Sebastianus van Nuenen (1898-1966) kwamen te hulp. Zij vormden de stichting Gezichtslaan en kochten het terrein 'Monnikenberg' in Hilversum. Het begin is primitief maar het huis wordt bewoonbaar gemaakt met hulp van veel vrienden. Het klooster wordt Stad Gods genoemd naar een werk van kerkvader Augustinus. In 1947 wordt ook meteen een deel van het klooster ingericht voor de opvang van jonge meisjes in de leeftijd van 7 tot 16 jaar die om uiteenlopende redenen niet thuis konden zijn. In 1954 wordt de villa grondig verbouwd en vergroot. Bij de verbouwing in 1954 is deze troffel met inscriptie aangeboden aan de stichter door metselbedrijf Fa. J. Puyk te Hilversum.