Zoeken in collecties

Kruis waarop in plaats van het lichaam van Christus de lijdenswerktuigen zijn bevestigd.

Gemaakt van brooddeeg. Het ene in een stolp, het andere in een ovaal schilderijtje .

Zwarte ovale bolhoed met aan drie zijden licht opstaande rand. Met pen in de rand geschreven: P. Swinkels. Zwarte sjerp met aan beide uiteinden franjes.

Vierkante plankjes gebruikt in de refter als bord. Eén voor door de week en één voor de zondag.

Brei en naaiwerk van blinden van de blindenschool in Kawambwa (Zambia), waar de zusters vanaf 1963 werkzaam waren. Bijna vierkant portemonneetje met twee drukknoopjes en halfronde felgekleurde theemuts met bovenop een strikvormpje.

Borduur-, naai en haakwerk van de zusters of van leerlingen. Eén vierkant lapje (1) met daarop o.m. abstracte florale motieven, figuurtjes, vlakken, letters en het jaartal 1789. Daarnaast een lange strook (2) met in het midden het jaartal 1898 en aan de onderzijde de woorden "pape Adrien" en "Souvenir de ma jeunesse".

Zilverkleurige professiekruisen die aan de zusters bij de professie werden uitgereikt. Aanvankelijk werd het kruis aan een lint gedragen, later aan een ketting. Aan de voorzijde middenin een medaillon met het monogram IHS met daarboven een gelijkarmig kruis en eronder drie nagels. Op de vier armen van het kruis de letters 'J', 'M', 'J' en 'V', afkortingen voor Jezus, Maria, Jozef en Vincentius. Op de lange armen staan aan het uiteinde de afbeelding van het alziend oog en een doodshoofd. Op de achterzijde van de kruisen staan dezelfde letters en symbolen op de armen, het medaillon echter laat twee harten zien met een kruis erboven
.

De tassen werden verstrekt door de reisorganisatie Raptim waarbij missionarissen hun reizen boekten. Raptim was de afkorting van Romana Associatio Pro Transvehendis Itinerantibus Missionariis.

Goudkleurig kastje in de vorm van een kerkje met torentje op een rechthoekig plateau met voetjes voor het bewaren van relieken. Aan de twee lange zijden zijn in totaal elf relieken in reliekhouders achter glas geplaatst. Aan de korte zijden is aan iedere kant één reliek achter glas geplaatst. Per reliekhouder zijn één of meerdere relieken van verschillende heiligen aanwezig, o.a. van: Petrus Donders, Petrus Canisius, Gerardus Majella, H. Hubertus en Margaretha-Maria Alacoque.

Twee paar sandalen gemaakt door zuster Landelina Bakker tijdens haar verblijf in het interneringskamp Brastagi op Sumatra in Nederlands-Indië in 1943. Eén paar (1-2) van hout met één bandje en een hak en één paar (3-4) van rubber met gekruiste banden en platte zolen. Onder de houten sandalen is een briefje geplakt met de handgeschreven tekst: "Nieuwe sandalen zoals onze missiezusters in de interneringskampen op Sumatra gedragen hebben"
.

De deksel is versierd. Centraal vermoedelijk een afbeelding van een klooster met daar omheen fantasieversiering met krullen. Vroeger moesten de zusters bij hun intreden een snuifdoosje meebrengen.

Een staakmadonna is een Mariabeeld bestaande uit houten stokken waarop een hoofd en handen bevestigd zijn. Door de heer van Balkom geschonken aan zuster Jesualda van de Zusters van Liefde (Schijndel) bij gelegenheid van haar zilveren kloosterfeest op 21 juni 1934. Bij gelegenheid van de dogmaverklaring van Maria ten Hemelopneming door Paus Pius XII in 1950 werd deze madonna met het Kindje Jezus aangekleed door een medezuster van zuster Jesualda: zuster Henriëtte.

Molen met plaats voor zestien stempels. De inktstempels bevatten namen van oversten, huizen, gestichten, scholen in het Nederlands en Spaans. De lakstempels bevatten initialen, het congregatiewapen en de naam van een gesticht.

Licht gebogen kaartjes met daarop twee identieke foto's. De bijbelse onderwerpen staan vermeld op de linkerfoto's: Jésus et la samaritaine, La fuite en Egypte, La transfiguration.

In kasteel Duistervoorde vestigden zich in 1898 vijf zusters van Liefde. Eerder (1880-1885) hadden er zusters Visitandinnen gewoond. De Zusters van Liefde bleven in Twello tot 1974 en zorgden er voor onderwijs. Bij hun vertrek kregen ze als dank deze herinneringstegel met het opschrift 'In dankbaarheid voor uw werk in Duistervoorde - Twello, 1890-1974'. Abusievelijk is het jaartal 1890 vermeld i.p.v. 1898. De tegel is vermoedelijk aangeboden tijdens de reünie die het kerkbestuur van Twello op 29 september 1974 aanbood aan alle zusters die ooit in Duistervoorde gewerkt hadden.

Gekleurde tekening t.g.v. de in 1975 door de congregatie georganiseerde bijeenkomst met het thema 'Congregatie over Grenzen'. Op de tekening staan het wapen van de congregatie en een verwoording van de doelstellingen. Voor de vormgeving daarvan is een zevenarmige kandelaar gebruikt, een joods symbool. Hiermee wordt aangegeven dat de zusters zich bewust zijn van de joodse wortels van hun christelijke geloof. In de kandelaar staat de tekst "In het licht van het joods-christelijk verhaal".

De machine is vastgemaakt op een plank waarop een losse hol deksel met slot geplaatst kan worden. Het betreft een van de eerste modellen typemachines. Op de machine een plaatje met opschrift "Importeur Oscar Markx Amsterdam". Oscar Markx (1880-1943) was handelaar in typemachines. Verder op de typemachine een plaatje met het jaartal 1926, een keurmerk van de Vereniging van importeurs en fabrikanten van kantoormachines en het modelnummer 4. Op de deksel staat in grote letters: Mignon.

Beschuitbus (1) en kaneelblikje (2) als aandenkens aan de eerste vlucht van een vliegtuig van Nederland naar Batavia in december 1933. Enkele Zusters van Liefde (Schijndel) maakten deel uit van de passagiers van deze eerste vlucht.

Afbeelding heeft gehangen in het klooster van de zusters in Raamsdonksveer, waar ze van 1880 tot 1988 werkzaam zijn geweest in het onderwijs. De Heilige Theresa was de patrones van het klooster in Raamsdonksveer. Boven de centrale figuur van de H. Theresa een afbeelding van het H. Hart, de H. Geest en een medisch symbool. Achter Theresa links een trapgevelhuisje en rechts een koepel en enkele architectonische elementen. Theresa zelf heeft in de linkerhand een boek en tekent met de rechterhand een eenhoorn, in de christelijke kunst meestal een verwijzing naar Christus.

Zusters zijn in 1943 in kamp Brastagi geïnterneerd geweest. Borduurwerkje met de tekst: "Kamp Brastagi mei '43"; naamkaartje; epauletten op stuk karton; palmtakje op stuk karton met de tekst: Gewijde palm uit het kamp Brastagi, palm-zondag 1943".

Het wapen van de congregatie is ontworpen in 1936 ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de congregatie door zr. Carmela Lambooy in overleg met de kunstenaar Herman Walstra uit Utrecht. In het wapen is de tekst "Ora et Labora" (Bid en werk) opgenomen. Het wapen is in vieren verdeeld, terwijl in het midden een hartschild is aangebracht met de beeltenis van de Moeder van Goede Bijstand, de patrones van de congregatie. Het wierookvat verwijst naar een leven van gebed. In het wapen is dit wierookvat in goud afgebeeld op een rood veld. Beide kleuren, zowel het goud als het rood, zijn de symbolen van de liefde, waaruit het gebed en de liefdewerken moeten voortkomen. Daarnaast is het regelboek afgebeeld op een rood veld, indachtig de bijbelse uitspraak "Zo gij mij lief hebt, onderhoud mijn geboden". Het bovenste horizontale blauwe veld draagt twee gouden bijen die zich richten naar de waterlelie op het onderste groene veld. Dit symboliseert dat de zusters als 'bezige bijen' hun ijver, in de geest van geloof, moeten richten op de naastenliefde, hopende op Gods almachtige bijstand. Het geheel wordt bekroond door een ganzenbloem als zinnebeeld der gehoorzaamheid.

Wapen van de Zusters van Liefde in Schijndel, geschilderd op transparant plastic, bij wijze van 'glas-in-lood'. Het wapen van de Congregatie is ontworpen in 1936 .g.v. het honderdjarig bestaan van de congregatie door zr. Carmela Lambooy in overleg met de kunstenaar Herman Walstra uit Utrecht. In het wapen is de tekst "Ora et Labora" (Bid en werk) opgenomen. Het wapen is in vieren verdeeld, terwijl in het midden een hartschild is aangebracht met de beeltenis van de Moeder van Goede Bijstand, de patrones van de congregatie. Het wierookvat verwijst naar een leven van gebed. In het wapen is dit wierookvat in goud afgebeeld op een rood veld. Beide kleuren, zowel het goud als het rood, zijn de symbolen van de liefde, waaruit het gebed en de liefdewerken moeten voortkomen. Daarnaast is het regelboek afgebeeld op een rood veld, indachtig de bijbelse uitspraak "Zo gij mij lief hebt, onderhoud mijn geboden". Het bovenste horizontale blauwe veld draagt twee gouden bijen die zich richten naar de waterlelie op het onderste groene veld. Dit symboliseert dat de zusters als 'bezige bijen' hun ijver, in de geest van geloof, moeten richten op de naastenliefde, hopende op Gods almachtige bijstand. Het geheel wordt bekroond door een ganzenbloem als zinnebeeld der gehoorzaamheid.

Staande weegschaal met een net in plaats van een schaal. Gebruikt voor het wegen van baby's.