Mijn Studiezaal (inloggen)VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ud0520e Gravure, De verloren zoon
Toelichting:
Scene uit het Nieuwe Testament. Opschrift Lucas XV. 11-37.Onderschrift 'De verloren Zoon'
Datering:
1800-1850
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Papier, drukinkt
Lengte in cm:
16
Breedte in cm:
9,4
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden
laatste wijziging 07-07-2022
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0755 Gravure, De vinding van de gebeenten van Odilia
Toelichting:
Voorstellingen van de vinding, opgraving en de onderbrenging van het lichaam van Odilia, geplaatst en gehangen tegen een barok altaarretabel met onderbroken fronton.
In het midden Odilia, staande met kruisvaan in de rechterhand, in de linker een palmtak met pijl. Vóór haar geknield Johannes van Eppa met spade. Tussen hen een sierpot met tekstbanderol waarop "S. ODILIA". Rechtsboven de heilige een aanvliegende engel, die een krans boven haar hoofd houdt. Aan de onderzijde de verklarende tekst "S. ODILIÆ VRSVLAMI COLLEGII CHILIARCHÆ DVCTRICIS / ORDINIS S. CRVCIS CÆLITVS DATÆ PATRONÆ MIRACVLOSA / INVENTIO, ELEVATIO, TRANSLATIO". Het retabel bevat zestien genummerde taferelen binnen een omlijsting. Twee ervan zijn geplaatst boven de centrale voorstelling, twee eronder. De overige hangen tegen de gekoppelde zuilen en de basementen en zijn met gestrikte linten onderling verbonden. Deze hebben afwisselend een liggende rechthoek en een liggende achthoek als omlijsting. Tafereel 1 is geplaatst in het fronton, dat door getorste, van wingerd en druiven voorziene zuiltjes wordt gedragen. In de bovenhoeken van de lijst ervan cherubs. Hier wordt weergegeven de moord op de duizend maagden, waarbij Odilia op het voorplan is geplaatst. Op de achtergrond een silhouet van de stad Keulen met de niet afgebouwde Dom. Hieronder tafereel 2 in een langgerekt cartouche: centraal een vesting, links hiervan (waarschijnlijk) wegtrekkende troepen, rechts (waarschijnlijk) het afvoeren van de doden. De taferelen 3 tot en met 8, en 9 tot en met 14 hangen respectievelijk tegen de linker- en de rechterzuilen en hun basementen. Ze stellen voor: de visioenen van Johannes van Eppa, zijn mededeling ervan aan het kapittel, zijn vertrek naar Parijs, zijn aankomst te Keulen, zijn bezoek aan de begraafplaats in de tuin van Arnulphus, het vinden van de lichamen, de overbrenging van de relieken en de aankomst ervan te Hoei. Vervolg tekst onder Opmerkingen
In het midden Odilia, staande met kruisvaan in de rechterhand, in de linker een palmtak met pijl. Vóór haar geknield Johannes van Eppa met spade. Tussen hen een sierpot met tekstbanderol waarop "S. ODILIA". Rechtsboven de heilige een aanvliegende engel, die een krans boven haar hoofd houdt. Aan de onderzijde de verklarende tekst "S. ODILIÆ VRSVLAMI COLLEGII CHILIARCHÆ DVCTRICIS / ORDINIS S. CRVCIS CÆLITVS DATÆ PATRONÆ MIRACVLOSA / INVENTIO, ELEVATIO, TRANSLATIO". Het retabel bevat zestien genummerde taferelen binnen een omlijsting. Twee ervan zijn geplaatst boven de centrale voorstelling, twee eronder. De overige hangen tegen de gekoppelde zuilen en de basementen en zijn met gestrikte linten onderling verbonden. Deze hebben afwisselend een liggende rechthoek en een liggende achthoek als omlijsting. Tafereel 1 is geplaatst in het fronton, dat door getorste, van wingerd en druiven voorziene zuiltjes wordt gedragen. In de bovenhoeken van de lijst ervan cherubs. Hier wordt weergegeven de moord op de duizend maagden, waarbij Odilia op het voorplan is geplaatst. Op de achtergrond een silhouet van de stad Keulen met de niet afgebouwde Dom. Hieronder tafereel 2 in een langgerekt cartouche: centraal een vesting, links hiervan (waarschijnlijk) wegtrekkende troepen, rechts (waarschijnlijk) het afvoeren van de doden. De taferelen 3 tot en met 8, en 9 tot en met 14 hangen respectievelijk tegen de linker- en de rechterzuilen en hun basementen. Ze stellen voor: de visioenen van Johannes van Eppa, zijn mededeling ervan aan het kapittel, zijn vertrek naar Parijs, zijn aankomst te Keulen, zijn bezoek aan de begraafplaats in de tuin van Arnulphus, het vinden van de lichamen, de overbrenging van de relieken en de aankomst ervan te Hoei. Vervolg tekst onder Opmerkingen
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Jo Schott (tekenaar), Löffler Junior (graveur). Middenonder, in de omlijsting van de taferelen 15 en 16, gesigneerd "Io Schott figu." (links), "Löffler Junior fecit" (rechts)
Lengte in cm:
52,1
Breedte in cm:
35,5
Opmerkingen:
De taferelen onder de centrale voorstelling zijn genummerd 15 en 16. Zij stellen respectievelijk voor het exterieur en het interieur van de kerk van het Kuisherenklooster aldaar, waarin de verering van de relieken plaatsvindt.
Op het centrale fronton, in de lijst waarvan zich een cherub bevindt, de verrezen Christus met het kruis. Een bloedstraal uit zijn rechterhand raakt een door een engel vastgehouden schild, beladen met het Kruisherenkruis en bekroond met getraliede helm met drie nagels als helmteken. De engel houdt in zijn rechterhand het Taukruis. Een bloedstraal uit de zijdewond raakt een door een engel vastgehouden gedeeld schild met getraliede helm en doornenkroon als helmteken. Deze engel heeft in zijn linkerhand een kruisstaf met een daaromheen kronkelende slang. Op de kapitelen van de linkerzuilen Quiriacus als bisschop met kruis, staf en zwaard en Philippus met kruisstaf en geopend boek. Achter hen, op het gebroken deel van het fronton, Petrus met omgekeerd kruis en sleutels. Op de kapitelen van de rechterzuilen Helena met kruis en drie nagels en de gemijterde Augustinus met staf, geopend boek en vlam¬mend, met pijl doorboord hart. Achter hen, op het gebroken deel van het fronton, Andreas met Andreaskruis.
Bijzonderheden: De gravure moet zijn vervaardigd vóór 1665 (1648 ?), gezien het feit dat Aeg. de Vrese een beschrijving ervan geeft in een gedicht, posthuum uitgegeven te Keulen in 1665. Er zijn maar weinig exemplaren bekend van deze iconografisch interessante prent.
Johann Schott (Schot), schilder te Friedberg (Hessen), in 1632 meester te Keulen.
Johann Heinrich Löffler junior, tekenaar en graveur, geboren omstreeks 1604 in Traisa in Hessen of in Treysa in H-Nassau, was tot na 1680 werkzaam in Keulen. Hij zette achter zijn naam 'junior' om zich te onderscheiden van zijn oudere broer, Johann Eckhard, die ook als tekenaar en etser in Keulen werkzaam was. In de vermelde catalogus wordt de graveur abusievelijk Lössler genoemd
Op het centrale fronton, in de lijst waarvan zich een cherub bevindt, de verrezen Christus met het kruis. Een bloedstraal uit zijn rechterhand raakt een door een engel vastgehouden schild, beladen met het Kruisherenkruis en bekroond met getraliede helm met drie nagels als helmteken. De engel houdt in zijn rechterhand het Taukruis. Een bloedstraal uit de zijdewond raakt een door een engel vastgehouden gedeeld schild met getraliede helm en doornenkroon als helmteken. Deze engel heeft in zijn linkerhand een kruisstaf met een daaromheen kronkelende slang. Op de kapitelen van de linkerzuilen Quiriacus als bisschop met kruis, staf en zwaard en Philippus met kruisstaf en geopend boek. Achter hen, op het gebroken deel van het fronton, Petrus met omgekeerd kruis en sleutels. Op de kapitelen van de rechterzuilen Helena met kruis en drie nagels en de gemijterde Augustinus met staf, geopend boek en vlam¬mend, met pijl doorboord hart. Achter hen, op het gebroken deel van het fronton, Andreas met Andreaskruis.
Bijzonderheden: De gravure moet zijn vervaardigd vóór 1665 (1648 ?), gezien het feit dat Aeg. de Vrese een beschrijving ervan geeft in een gedicht, posthuum uitgegeven te Keulen in 1665. Er zijn maar weinig exemplaren bekend van deze iconografisch interessante prent.
Johann Schott (Schot), schilder te Friedberg (Hessen), in 1632 meester te Keulen.
Johann Heinrich Löffler junior, tekenaar en graveur, geboren omstreeks 1604 in Traisa in Hessen of in Treysa in H-Nassau, was tot na 1680 werkzaam in Keulen. Hij zette achter zijn naam 'junior' om zich te onderscheiden van zijn oudere broer, Johann Eckhard, die ook als tekenaar en etser in Keulen werkzaam was. In de vermelde catalogus wordt de graveur abusievelijk Lössler genoemd
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 755
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 07-07-2022
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0756 Gravure, De zeven vreugden van Maria
Toelichting:
Rondom een centrale voorstelling van Maria op de maasikkel zijn de zeven vreugden van Maria afgebeeld in medaillons in rolwerk
Datering:
1700-1800
Deelcollectie:
Kruisheren
Lengte in cm:
37
Breedte in cm:
26,5
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 756
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 07-07-2022
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ud0520d Gravure, Jezus geneest een zieke vrouw
Toelichting:
Scene uit het Nieuwe Testament. Opschrift Lucas XIII. 11-13. Onderschrift 'Jezus geneest een kranke vrouw'
Datering:
1800-1850
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Papier, drukinkt
Lengte in cm:
16
Breedte in cm:
9,4
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 07-07-2022
1 gedigitaliseerd
