Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven
Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Filter: Beeldenx
beacon
85 voorwerpen
gesorteerd op:
 
 
weergave:
Pagina: 1
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-We0039 Beeldengroep Maria en Johannes
Toelichting:
Neogotische beelden van Maria en Johannes, die ooit ter weerszijden van de gekruisigde Christus hebben gestaan
Datering:
1850-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, gepolychromeerd
Hoogte in cm:
38,5
Diepte in cm:
10
Opmerkingen:
In een geschreven verklaring schrijft Jan Leers osc dat deze beeldjes afkomstig zijn ".. uit het kunstbezit van Herrn Klose, Chefmaskenbildner auf den Grunenhugel, Bayreuth
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-We0038 Beeld Maria met Kind
Toelichting:
Barok beeld, staande op een sokkel, van gekroonde Maria met Kind
Datering:
1950-1975 (?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Brons
Breedte in cm:
22,5
Hoogte in cm:
65
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-We0028 Kruisbeeld
Toelichting:
Van het corpus is in 1950 de witte verf verwijderd. Het kruishout is in 1952 gemaakt van het hout waarmee het oude torentje van het klooster te Diest was gebouwd
Datering:
1700-1800 (corpus)
Deelcollectie:
Kruisheren
Lengte in cm:
Corpus 51
Breedte in cm:
Corpus 30
Documentatie:
Literatuur: M.M. van Zanten," Inventarislijst Kruisherenklooster te Wuppertal, convent van de H. Ursula", (2005)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0530 Kroon voor een beeld
Toelichting:
Beugelkroon met opstaande rand van voluterend bladwerk; hier op zes beugels met 'parels'. In het midden een bol waarop een Latijns kruis met wijkende armen
Datering:
1750-1800
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Koper
Hoogte in cm:
15
Diameter in cm:
13
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0504 Staakbeeld Maria met Kind
Toelichting:
De staakmadonna staat op een zwart plateau en is geplaatst onder een stolp. De koppen van Maria en het Kind zijn ouder dan de kleding die ze dragen. De oude kleding zal derhalve vervangen zijn
Datering:
1800-1900 (staakbeeld)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, glas, stof, zilver
Hoogte in cm:
Stolp: 67
Diameter in cm:
Stolp: 25
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 504
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0052 Kruisbeeld
Toelichting:
Nagenoeg verticaal hangend corpus met geprononceerde borstkas en dunne, wat verkrampte benen; de rechter- over de linkervoet genageld, het hoofd naar links gebogen, de armen op hoofdhoogte gestrekt. Gelaat met scherpe neus, de ogen zijn geloken, de mond geopend. Op het hoofd een vrij forse doornenkroon. Het haar valt in twee strengen respectievelijk over de rechterschouder en over de rug. Korte, op de rechterheup opgebonden lendendoek, die aan beide kanten afhangt. Kruisarmen eindigend in driepassen; INRI-banderol
Datering:
1500-1525
Deelcollectie:
Kruisheren
Breedte in cm:
54 [corpus]; 71 [kruis]
Hoogte in cm:
60 [corpus]; 123 [kruis]
Opmerkingen:
De expressieve kop, de geprononceerde borstkas, de verkrampte dunne benen en de vormgeving van de afhangende lendendoek verwijzen naar Rijnlandse sculpturen uit de vroege zestiende eeuw.
Volgens een voor intern gebruik opgestelde inventarislijst van het klooster heeft het ooit als kerkhofkruis gefungeerd
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. Voorloopige lijst 1931, p. 336 (gedateerd: XV); Cat. tent. Amersfoort 1961, cat. nr. 38 en afb. (detail); Cat. tent. Uden 1986, p. 102, cat. nr. 6, afb. 11 en 12; Cat. tent. Uden 1987, p. 156, cat. nr. 106, afb. 238; Cat. tent. Ter Apel 1991, p. 54, cat. nr. 48 (ca.1520), p. 55 (afb.), p. 54 (detail); Cat. tent. Ter Apel 1993, p. 60, cat. nr. 51 (ca.1510). Documentatie: Op de achterzijde van het kruishout een geplakt engelstalig verschepingsetiket. Adres: Uden. Afzender niet vermeld

Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0048 Beeld Gerardus Majella
Toelichting:
Neogotisch beeld van de Redemptorist Gerardus Majella (1726-1755), frontaal geplaatst, in de linkerhand een gesloten boek met op de band het IHS-monogram met een kruis, de rechterhand voor de borst. De blik voor zich uit gericht. Aan zijn voeten een demon. Crèmekleurig geschilderd gewaad met 'gouden' rand. Om de gordel een houten rozenkrans. Op de voorkant van het voetstuk geschilderd "B. Gerard Maj. ssR"
Datering:
1935
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Gips, verf; metaal en hout (rozenkrans)
Breedte in cm:
48
Hoogte in cm:
133
Diepte in cm:
29
Opmerkingen:
Blijkens kroniekgegevens werd het beeld op 15 maart 1935 in de linkerzijbeuk van de kapel geplaatst. Het was een geschenk van een Udenaar, die onbekend wenste te blijven. Uit een foto van het orgel uit 1950 blijkt dat het in die tijd was geplaatst tegen de pilaster links van de linkerzijingang van de kapel. In het 'Adresboek der Gemeenten Venlo, Tegelen en Maasbree' van 1932 wordt op p. 68 onder de categorie 'Beeldenfabrieken' ene M. Gitsels, Heutzstraat 49-45, T.828 vermeld. De initialen RPV hebben mogelijk betrekking op R.H. Peeters te Venlo. Deze staat in 1932 als ingezetene van de gemeente Venlo te boek als beeldenfabrikant, wonende Ganzenstraat 86
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0047 Beeld Theresia van Lisieux (1873-1897)
Toelichting:
H. Theresia, traditioneel voorgesteld in ordegewaad, een kruis met rozen in de handen. Enkele rozen op de bodem. Op het voetstuk met afgeschuinde hoeken geschilderd "H. Theresia v/h Kindje Jezus". Linksachter op de sokkel een metalen plaatje: letters S (in) O, doorsneden met letter T, eindigend in een kruisje; hieronder "DEPOSÉ"
Datering:
ca. 1930
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
Frankrijk
Materiaal/techniek:
Meerkleurig beschilderd gips
Breedte in cm:
43
Hoogte in cm:
130
Diepte in cm:
30
Opmerkingen:
De heilige is weergegeven volgens de 'authentieke' beeltenis, overeenkomstig de beschrijving van haar zus, Céline Martin. Gekleed in de witte Carmelitessenmantel, rozen en een kruis in de handen dragend. In Nederland had de firma Linssen & Derks te Venlo in 1926 of kort daarna het alleenrecht verkregen tot het vervaardigen van deze authentieke beeltenis. Vele andere ateliers echter brachten afgietsels, zij het met enige variatie, op de markt. Uit een foto van het orgel uit 1950 blijkt dat dit beeld destijds was geplaatst tegen de pilaster naast de rechterzijingang van de kapel
Documentatie:
Literatuur: A. Toelen, “Geloof in Gips. Massaproduktie van religieuze voorstellingen”, Deel 1-3, (niet uitgegeven doctoraalscriptie KUN te Nijmegen) 1992, Deel 1, p. 37-38
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0037 Beelden van engelen
Toelichting:
Neo-gotische engelen (pendanten), spiegelbeeldig in aanbidding op een knie geknield op een wolkendek. De naar rechts geplaatste engel met de handen tegen elkaar voor de borst, de andere met gekruiste handen voor de borst, respectievelijk de houding van het bidden en die van de devotie voor het kruis, de gekruisigde Christus.Ze zijn in neogotische stijl geschilderd, passend bij het interieur van de kapel. Deze engelen hebben ter linker- en rechterzijde op de communiebank gestaan, die bij de inrichting van de kapel (1906) werd geplaatst. Zo zijn zij 'liturgische engelen'. In kerken is dit soort engelen te vinden in voorstellingen te vinden van de gekruisigde Christus en vangen zij in een kelk het bloed op uit de kruiswonden van Christus of bewieroken zij Zijn Lichaam.Ze worden ook uitgebeeld in de nabijheid van het Heilig Sacrament, bijvoorbeeld op deurtjes van tabernakels of ter weerszijden van een altaar. Of ze later om praktische redenen van de communiebank zijn gehaal, of om hun taak zichtbaarder te maken, is niet bekend, maar op 3 april 1933 werden ze, nadat ze een aantal jaren naar de zolder waren verhuisd, bij het H. Kruisaltaar geplaatst
Datering:
1906
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Jan Custers, beeldhouwer; L. Chapel, schilder
Plaats vervaardiging:
Eindhoven
Materiaal/techniek:
Hout, beschilderd
Lengte in cm:
26 x 36 (wolkenpartij)
Breedte in cm:
30 (1-2)
Hoogte in cm:
66,5 (1); 66 (2)
Diepte in cm:
44 (1); 39 (2)
Opmerkingen:
P.J.L. ('Jan') Custers (Stratum 1867-Venlo 1942) was leerling van de St. Lucasschool te Gent. Hij richtte samen met zijn broer Fons omstreeks 1895 in Stratum-Eindhoven een atelier op, waarvan hij de leidende figuur was
Documentatie:
Literatuur: J.C.T.M. van Laarhoven, “ 'naar gothieken kunstzin' Kerkelijke Kunst en Cultuur in Noord-Brabant in de negentiende eeuw”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1979, Noordbrabants Museum ('s-Hertogenbosch 1979), p.115 (J. Custers)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0023 Reliëf, koorbord
Toelichting:
Blanco, gebold cartouche omlijst door voluterend bladwerk; aan de bovenzijde ervan een gevleugeld engelenkopje, aan weerszijden ingerolde voluten. Waarschijnlijk is hier sprake van een koorbord en is het woord CHORUS op het cartouche verdwenen. Ter vergelijking zie VW-P017-Ag
Deelcollectie:
Kruisheren
Breedte in cm:
57
Hoogte in cm:
45
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 23
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0021c Reliëf, engel
Toelichting:
Twee engelen als pendanten van God de Vader, in gebedshouding geknield op een wolkendek. De naar rechts gewende engel met ontbloot bovenlichaam is en profil weergegeven, buigt zich diep en houdt de gevouwen handen voor zich uit. De andere engel, nagenoeg en face, buigt zich naar links en houdt de handen tegen elkaar voor de ontblote linkerborst
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Lindenhout
Opmerkingen:
Toeschrijving aan Petrus Verhoeven op grond van de vormgeving van de wolkenpartij en draperie. Voor Petrus Verhoeven, zie onder inv. nr. VW-P017-Ud0020
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 21 c
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0021b Reliëf, engel
Toelichting:
Twee engelen als pendanten van God de Vader, in gebedshouding geknield op een wolkendek. De naar rechts gewende engel met ontbloot bovenlichaam is en profil weergegeven, buigt zich diep en houdt de gevouwen handen voor zich uit. De andere engel, nagenoeg en face, buigt zich naar links en houdt de handen tegen elkaar voor de ontblote linkerborst
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Lindenhout
Opmerkingen:
Toeschrijving aan Petrus Verhoeven op grond van de vormgeving van de wolkenpartij en draperie. Voor Petrus Verhoeven, zie onder inv. nr. VW-P017-Ud0020
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 21 b
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0021a Reliëf, God de Vader
Toelichting:
God de Vader, ten halve, met uitwaaierende mantel, gehuld in een wolkendek. Hij maakt het spreekgebaar en houdt een scepter in de linkerhand. Aan zijn linkerzijde een wereldbol. Achter zijn hoofd een driehoek
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Lindenhout
Diameter in cm:
18,5
Opmerkingen:
Toeschrijving aan Petrus Verhoeven op grond van de vormgeving van de wolkenpartij en draperie. Voor Petrus Verhoeven, zie onder inv. nr. VW-P017-Ud0020
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 21 a
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020d Reliëf, Maria
Toelichting:
Gekleed in een hoog gegord gewaad, waarover een mantel is gedrapeerd, het met een sluier bedekte hoofd naar links gewend. Opmerking: aan de achterzijde ingekrast de letters E en B
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
33
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020c Reliëf, Jozef
Toelichting:
Gekleed in een gewaad met kraag en gesloten met strik, waarover een over de rechterschouder gedrapeerde mantel, het hoofd naar rechts gewend. Hij draagt lang, golvend haar en een korte baard. Aan zijn rechterzijde een bloeiende lelietak. Middenvoor een kleine harp tussen de mantelplooien
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
34,5
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020b Reliëf, Elisabeth
Toelichting:
Over het hoog gegord kleed draagt Elisabeth een mantel, die op de rechterschouder is opgebonden. Op het naar links gewende hoofd een met een band vastgehouden sluier. Verondersteld wordt dat zij als ornament tegen de predella van het altaar heeft gefunctioneerd. Op een foto van het Mariaaltaar uit de voormalige kapel zijn de reliëfs van Zacharias en Elisabeth waar te nemen links en rechts van het basement van de expositietroon. Ze hebben hier een stralenkrans om het hoofd en op de tekstbanderol staan de namen geschilderd 'Joachim' en 'Anna'. De beide andere reliëfszijn niet waarneembaar
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
33,5
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020a Reliëf, Zacharias
Toelichting:
Gehuld in een kemelsharen jas, het hoofd naar rechts gewend. Hij draagt krullend haar en een lange baard. Vóór hem een druiventros. Opmerking: aan de achterzijde is de letter A (met schreven) ingekerfd
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
33
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Le0148 Beeld H. Odilia
Toelichting:
Odilia, gekroond en staande met palmtak in de linkerhand, in de rechterhand een koperen kruisstaf met ijzeren vaan, waarop het Kruisherenkruis is geschilderd. Op achterzijde gesigneerd: "P. Verbraak / Tilburg. Op 15 maart 1956 werd door Verbraak te Tilburg een beeld van Odilia geleverd aan het klooster in Amersfoort, waarvan de rekening bewaard is gebleven (archief Maaseik)
Datering:
1956 (?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
P. Verbraak
Plaats vervaardiging:
Tilburg
Materiaal/techniek:
Gips (gepolychromeerd), koper, metaal (gepolychromeerd)
Hoogte in cm:
100
Documentatie:
Literatuur: M.M. van Zanten, "Inventarislijst Kruisherenklooster Leuven, Convent van de H. Augustinus" (St. Agatha 2005)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Le0140 Kruisbeeld
Datering:
1975-2000
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Aloys (Louis) Raedschelders osc
Materiaal/techniek:
Keramiek
Lengte in cm:
ca 65
Breedte in cm:
ca 35
Documentatie:
Literatuur: M.M. van Zanten, "Inventarislijst Kruisherenklooster Leuven, Convent van de H. Augustinus" (St. Agatha 2005)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Le0109 Beeld Theodorus van Celles
Datering:
1950-1975
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Frans Cox uit Maasniel
Materiaal/techniek:
Keramiek
Lengte in cm:
68
Breedte in cm:
17
Diepte in cm:
12
Documentatie:
Literatuur: M.M. van Zanten, "Inventarislijst Kruisherenklooster Leuven, Convent van de H. Augustinus" (St. Agatha 2005)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Le0101 Reliëf Augustinus
Datering:
1990
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Aloys (Louis) Raedschelders osc
Materiaal/techniek:
Terracotta
Lengte in cm:
65
Breedte in cm:
19; Reliëf 9
Hoogte in cm:
Reliëf: 49 cm
Documentatie:
Literatuur: M.M. van Zanten, "Inventarislijst Kruisherenklooster Leuven, Convent van de H. Augustinus" (St. Agatha 2005)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Le0006 Beeld Maria met Kind
Toelichting:
Vervaardigd door Elisabeth ? te Geilenkirchen (D), in opdracht van Hubert Wagemans osc en zijn ouders, voor de kapel van het Leuvense kruisherenklooster. Bron raadpleegbaar over de achternaam van de kunstenares en de wederwaardigheden van de aankoop in bezit van Huub Wagemans osc
Datering:
1984
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
Geilenkirchen
Materiaal/techniek:
Eikenhout
Breedte in cm:
23
Hoogte in cm:
116
Diepte in cm:
22
Documentatie:
Literatuur: M.M. van Zanten, "Inventarislijst Kruisherenklooster Leuven, Convent van de H. Augustinus" (St. Agatha 2005)
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Am0165 Beeld Genadestoel (Drieëenheid)
Toelichting:
Beeld van God de Vader met driehoekige nimbus. Hij ondersteunt de gekruisigde Christus. Boven zijn hoofd de geestesduif van waaruit naar beneden stralen uitgaan. Staat op rechthoekige sokkel. Lichte polychromie, blauw op Gods mantel en wit op de lendendoek van Christus en de stralen van de duif. Inschrift op het kruis: INRI; op de banderol aan Gods voeten: DREIEINIG
Datering:
1930
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Signatuur op de achterkant: A[dam] WINTER 1930. Adam Winter leefde en werkte in Darmstadt 1903 - 1978
Materiaal/techniek:
terracotta, licht gepolychromeerd
Breedte in cm:
11,5
Hoogte in cm:
29
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag2065 Beeld Theodorus van Celles
Toelichting:
De stichter der Orde van het H. Kruis is staande uitgebeeld in habijt. De rechterhand ligt op de buik, onder het scapulier. In de linkerhand een boek dat tegen de heup rust. De rechtervoet komt onder het habijt uit
Datering:
1800-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Gebakken en geglazuurde klei
Lengte in cm:
13 (voet)
Breedte in cm:
12,5 (voet)
Hoogte in cm:
35
Documentatie:
Inventaris op de collectie van het kruisherenklooster te Diest, opgemaakt door het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur te Heverlee (België). Objectnummer in de inventaris: CRKC.0177.0182
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag1533 Kruisbeeld
Toelichting:
Kruis met gestileerd corpus
Datering:
1975-1985
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Eikenhout
Lengte in cm:
50
Breedte in cm:
31
Organisatietrefwoorden:
Objecttrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
Pagina: 1