De monstrans (een houder voor een geconsacreerde hostie) is het embleem van de kloosterorde, die zicht toelegt op de altijddurende aanbidding van het H. Sacrament

De band werd aangeduid met 'bandeau' en om het voorhoofd gedragen

Binnenin staat een afbeelding in kleur van Mechtildis van het H. Sacrament (Catherine de Bar, 1614-1698). Daarnaast staan het monogram JHS in een ronding met stralen, refererend aan een hostie in een stralenmonstrans. Daaronder de woorden 'adorare' en 'aderire', te vertalen met aanbidden en toegedaan zijn. Voorop het tweeluik staat een brandmerkstempel met de tekst: "Benedettine dell'ador. perp. pax catania". Aan de achterzijde zijn de jaartallen 1698 en 1998 ingebrand. Catherine de Bar bezigde de termen 'adorare' en 'aderire', waarmee ze wilde zeggen dat: "aanbidden is zich aan God houden, aan zijn plannen met de mens, aan zijn wil. Op het moment dat we niet langer trouw zijn aan wat God van ons verlangt door middel van realiteit en omstandigheden, houden we op te aanbidden. Bij elke activiteit moeten we de geest van aanbidding meenemen"

Inktstempel (1) met de tekst "Sigillum Foederationis Neerlandicae O.S.B. ad. perp. Ss. Sacr.". Inktstempel (2) met de tekst "Sig. Foeder. Batavo Belg. O.S.B. ad. perp. Ss. Sacr."

De eerste en oudste stamboom omvat de periode 1653 tot 1953, de tweede stamboom is een aanvulling tot april 1998. Deze laatste stamboom is gemaakt toen de Nederlandse priorinnen in 1998 naar Parijs gingen voor de bijzondere vergadering van de confederatie b.g.v. de 300e sterfdag van de stichteres

Hangers in de vorm van een stralenmonstrans in verschillende uitvoeringen. Op de achterzijden staat in het Frans, Latijn of Duits geschreven: het Allerheiligst Sacrament zij geprezen tot in eeuwigheid. Aan alle achterzijden is een hangoog bevestigd. De stralenmonstrans is het embleem van de congregatie en werd zichtbaar op de borst gedragen. Het wapen is er in vier verschillende formaten. Voor de nacht hadden de zusters de kleinste uitvoering. Overdag een iets groter formaat. De twee grootste formaten werden in Nederland niet gedragen, enkel in Frankrijk en Italië

Bij de vernieuwing van de kleding in ca. 1965 werden de voorhoofdband (bandeau) en kraag (collaar of guimpe) afgeschaft. Habijt, scapulier en sluier bleven ongewijzigd

Bij de vernieuwing van de kleding in ca. 1965 werden de voorhoofdband (bandeau) en kraag (collaar of guimpe) afgeschaft. Habijt, scapulier en sluier bleven ongewijzigd

De grote rozenkrans werd tot ca. 1950 gedragen aan de gordelriem. Deze gewoonte werd afgeschaft vanwege het gerinkel en de versobering van uiterlijke religieuze kenmerken

Applicaties met voorstellingen van bloemen en christelijke motieven. Twee tekeningen met ontwerpen van Maria, voor de versiering van liturgische kleding

De sluier werd over het nachtmutsje gedragen. De novicen hadden een witte nachtsluier. De afschaffing van dit gebruik varieert per priorij

Caterina Lavizzari (1867-1931) trad in 1889 toe tot de Benedictinessen van het H. Sacrament in het klooster van Seregno (Italië). Van 1900 tot 1931 was ze priorin van de communiteit van dit klooster, dan in 1906 naar Ronco Ghiffa (Italië) verhuisde. Ze overleed in dat klooster in 1931. In 2007 is moeder Catharina eerbiedwaardig verklaard. Goudkleurige medaille op een magneet (1) met daarop de afbeelding van Caterina Lavizzari, een Italiaanse Benedictines van het H. Sacrament (1867-1931). Rondom de afbeelding de tekst: "Madre Caterina di Gesu' bambino Ronco Ghiffa" (Moeder Catharina van het kind Jezus, Ronco Ghiffa). Zwart-wit foto (2) van Caterina Lavizarri in een goudkleurig lijstje

Het bestek bestaat uit twee sets, een groot formaat (warme maaltijd) en een kleiner formaat

Bij de vernieuwing van de kleding (ca. 1965) werd de collaar vervangen door een kraag die per priorij verschillend was. Dit in tegenstelling tot de rest van de kleding

Afkomstig uit het klooster 'Manna Absconditum' van de Benedictinessen van het H. Sacrament. Tweezitsbankje met drie armleuningen. Het bankje zou oorspronkelijk afkomstig zijn uit Rouen

De poppen dragen de kleding van een postulante (zwarte jurk), van een novice (habijt en witte sluier) en van een geprofeste zuster (habijt en zwarte sluier)

Bij de vernieuwing van de kleding in ca. 1965 werden de voorhoofdband (bandeau) en kraag (collaar of guimpe) afgeschaft. Habijt, scapulier en sluier bleven ongewijzigd

De stoffen gordelriem werd op den duur vervangen door een leren riem, omdat de stoffen riem snel kapot ging. De zusters van priorij Fons Vitae hebben altijd een leren riem gedragen

Aan de achterzijde is een papiertje bevestigd met de tekst: "Ter herinnering aan het eerste lustrum dat bijna geheel werd doorgebracht in oorlogstijd. Van de eerste overste, Zr. M. Catharina"

Deze zuster was de eerste priorin van de het klooster Fons Vitae in Oss (1955-1968)

Volgens een onderschrift dient de foto ter herinnering aan de priorinnenvergadering te Rome (29 maart - 4 april 1954). Op de foto staan onder andere mère Rumbeke (2e rij van onder links), mère Benedicta (2e rij van boven), moeder Maria van het H. Hart (2e rij van onder) en moeder Theresina (2e rij van onder, rechts)