Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Archiefinventaris Zusters Penitenten

AR-B004 Archiefinventaris Broeders van Dongen

U kunt zoeken door:

 

  • De onderstaande Inventaris aan te klikken en via de + tekens verder open te klikken.
  • Een woord in te typen in het zoekveld. U vindt dan alleen resultaten als het woord letterlijk in de inventaris voorkomt.

De voorwaarden voor inzage van archiefstukken staan vermeld in de Inleiding.

 

 
 

Het Erfgoedcentrum beheert particuliere archieven. Voor het inzien van stukken heeft u vaak schriftelijk toestemming nodig van de archiefeigenaar. In de inleiding van elke archiefinventaris staat vermeld welke afspraken er voor dit archief gemaakt zijn. U kunt toestemming aanvragen door een mail te zenden naar: studiezaal@erfgoedkloosterleven.nl. De aanvraagprocedure vergt doorgaans één tot twee weken tijd.

 

In de inleiding vindt u ook informatie over de orde of congregatie die het archief heeft gevormd en de samenstelling van het archief. Wat is erin te vinden? Wat ontbreekt (nog)? Waar vindt u gegevens over personen?

 

De meeste archieven in het Erfgoedcentrum zijn nog niet afgesloten: er komen op gezette tijden aanvullingen binnen, die aan de inventarissen worden toegevoegd.

 

beacon
 
 
Inleiding
I Geschiedenis van de archiefvormer
AR-B004 Archiefinventaris Broeders van Dongen
Inleiding
I
Geschiedenis van de archiefvormer
Stefanus Modestus Glorieux (1802-1872) zag zich als onderpastoor te Ronse (België) geconfronteerd met veel sociale ellende. Op instigatie van de bisschop van Gent besloot hij daarom tot de stichting van een congregatie van broeders, die onderwijs en zorg gaven aan de armen. De congregatie kreeg de naam Broeders van Goede Werken. De Regel van de broeders werd in 1832 en 1835 goedgekeurd door de bisschop. In 1835 werden de eerste zes broeders ingekleed en geprofest. Daarnaast stichtte Glorieux de congregatie van Zusters van Barmhartigheid en de Gemeenschap van Goede Werklieden, waar leken onderdak en werk konden vinden. De financiële basis voor deze idealistische stichtingen bleek echter zeer wankel. Omdat Glorieux daar verantwoordelijk voor werd gehouden, mocht hij zich van de bisschop van Gent vanaf 1852 niet meer met zijn stichtingen bemoeien. In 1887 verhuisden het moederhuis en het noviciaat van Ronse naar Oostakker en werd de naam van de congregatie veranderd in die van Broeders van O.L. Vrouw van Lourdes. In België is de congregatie tevens bekend als de Broeders van Ronse (vroeger) en de Broeders van Oostakker.
In 1844 vestigde men zich in Delft en niet veel later ook in Den Haag, 's-Hertogenbosch, en Rotterdam. Men werkte in Nederland aanvankelijk, en ook later nog, in dienst van instellingen als armbesturen, Godshuizen en colleges van regenten. In 1892 werd in Dongen het eerste zelfstandig huis van de congregatie opgericht, het sanatorium Huize Overdonk. In de jaren erna kreeg ook de opleiding van de broeders in Nederland langzaam gestalte: in 1896 werd in Dongen het juvenaat met normaalschool (de voorloper van de latere kweekschool) en in 1910 een noviciaat opgericht.
In 1910 werden de huizen in Nederland verenigd in een provincie en het provincialaat bracht men onder in Dongen. In Nederland is de congregatie dan ook bekend als de Broeders van Dongen. De broeders hebben scholen gehad in Dongen, Rotterdam, Valkenswaard, Vught, Moergestel, Nijmegen, Groesbeek en Emmen. Het merendeel van de broeders was echter werkzaam in de psychiatrische zorg in Reiner van Arkel te 's-Hertogenbosch, Coudewater (Rosmalen), Huize Voorburg (Vught) en de Willibrordus Stichting te Heiloo, een 'eigen' inrichting. Van hieruit werd, via een tijdelijk verblijf in Heemstede, Beukenrode te Doorn gesticht, een observatiehuis voor jongens die met justitie in aanraking waren geweest. Daarnaast was er het werk in de opvoeding en de zorg voor wezen en bejaarden (Delft, Den Haag, Rotterdam, 's-Hertogenbosch en Leiden). In de jaren '30 van de twintigste eeuw gaven de broeders leiding aan de zorg voor werkelozen (onder meer in Egmond, Haaren, Venlo) en nadien aan daklozen (Utrecht).
In 1926 vertrokken de eerste missionarissen naar het toenmalig Nederlands-Oost-Indië. Later vestigde men zich ook op Curaçao (1948) en in Canada (1955), Oostenrijk (1962), Spanje (1966) en Brazilië (1967). Ook in deze gebieden richtten de broeders zich voornamelijk op het onderwijs, opvoeding en verpleging. In 1959 werd Indonesië een zelfstandige provincie.
Het Nederlandse provincialaat was tot 2009 gevestigd in Dongen. In oktober van dat jaar verlieten de broeders Dongen en verhuisden zij naar Eindhoven.
II Geschiedenis van het archief
III Bijzonderheden t.a.v. het archief
IV Voorwaarden voor het gebruik van het archief

Kenmerken

Datering:
1910-heden
Oudste en jongste stuk:
1841/2021
Archiefvormer:
Broeders van Dongen
Omvang in meters:
56
Auteur:
Kees van Dooren, Chris Dols
Openbaarheid:
Toegankelijk na toestemming van de eigenaar
Opmerkingen:
Het archief is niet afgesloten