Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

Filter: Schilderijenx
beacon
185  voorwerpen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0175d Gouache, Kloostercomplex St. Agatha
Toelichting:
Gezicht op de voorzijde van het kloostercomplex van Sint Agatha vanuit het westen vanaf de provinciale weg. De gebouwen zijn door geboomte omringd. Op de voorgrond schoolkinderen, links twee jongens, rechts twee meisjes, daarachter een man met een hondenkar en daarachter een geit of bok. Links binnen de omhaagde tuin een Kruisheer in gesprek met een tuinman
Datering:
ca. 1880
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
A. van (von) Geusau
Lengte in cm:
47,6
Breedte in cm:
30,8
Opmerkingen:
In de bibliotheek van St. Agatha bevindt zich een Duitstalig schetsboekje met 35 tekeningen van Cuijk en omgeving van een volgens Th. van den Elsen osc onbekende hand (Hs-043). Hierin zijn zeven schetsen van dit klooster opgenomen die blijkens het onderschrift vervaardigd zijn op 24 en 25 mei 1851. Door sommigen wordt verondersteld dat zij gemaakt zijn door Van Geusau en voorstudies zijn geweest voor de hier beschreven gouaches. In de catalogus van St. Agatha uit 1971 wordt het boekje zonder meer aan deze persoon toegeschreven. Niettemin zijn er redenen om te twijfelen of hij wel met de vervaardiger van de schetsen kan worden geïdentificeerd. Allereerst is daar het feit van de Duitstaligheid. Waarom zou Van Geusau als Nederlander, al was hij het Duits nog zo goed meester, steeds in het Duits hebben genoteerd wat hij getekend heeft? Voorts was Van Geusau, zoals hieronder nader wordt beschreven, in 1851 nog niet in Cuijk woonachtig en gezien de beperkte reismogelijkheden van die tijd zal hij er toen ook niet vaak zijn geweest, indien hij er al ís geweest. Wat had hij immers in dit toch tamelijk afgelegen en niet zo heel bekende gebied te zoeken? Het is wél heel goed mogelijk dat het betreffende boekje in de jaren vijftig, zestig of zeventig bij de Kruisheren is terecht gekomen en dat Van Geusau het heeft mogen inzien, toen hij zich in 1879 metterwoon te Cuijk vestigde en zich ging bezighouden met het vervaardigen van tekeningen en gouaches van deze plaats en haar omgeving. Daaruit zouden de hier en daar te bespeuren overeenkomsten in opzet en in onderdelen van de schetsen en de gouaches verklaard kunnen worden.
Op tekening D zou rechtsonder een onduidelijke signatuur zijn aangebracht (dossier Elsen, 1971). Tijdens de inventarisatie geen signatuur kunnen ontdekken
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 175d; "De Echo van het Land van Cuyk", 22 Maart 1876, 22 Augustus 1979; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 23-24 (1965-1966), afb. naast p. 48; J. Scheerder osc, “Henricus Martinus Franciscus Hollmann, tweeën-vijftigste magister generaal der orde van het H. Kruis”, 1853-1927 (Diest 1966), nr.C naast p. 48, nr. B naast p .49; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 3 (Schetsboekje van A. van Geusau. In de zomer van 1855 (sic) vele tekeningen in en om het klooster), cat. nrs. 12 (A), 14 (B), 15 (C), nr.17 (D); P.M.H. Breukers, 'Biografie van de Cuykse aquarellist Arnold van Geusau (1817-1886)' in: "Merlet" 18 (1982) p. 74-78; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een para¬dis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 128, cat. nr. 9 (met afb.132), cat. nr. 10 (met afb.133) (gedateerd 1855)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0175c Gouache, Kloostercomplex St. Agatha
Toelichting:
Gezicht op de voorzijde van het kloostercomplex van Sint Agatha vanuit het noordwesten. Rechts op de voorgrond een boerin werkend op het land en een boer met een kar. In de wei drie jagers met twee honden en een konijn. Langs de kloostermuur een wandelende en toeziende Kruisheer
Datering:
ca. 1880
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
A. van (von) Geusau
Lengte in cm:
47,6
Breedte in cm:
30,8
Opmerkingen:
In de bibliotheek van St. Agatha bevindt zich een Duitstalig schetsboekje met 35 tekeningen van Cuyk en omgeving van een volgens Th. van den Elsen osc onbekende hand (Hs-043). Hierin zijn zeven schetsen van dit klooster opgenomen die blijkens het onderschrift vervaardigd zijn op 24 en 25 mei 1851. Door sommigen wordt verondersteld dat zij gemaakt zijn door Van Geusau en voorstudies zijn geweest voor de hier beschreven gouaches. In de catalogus van St. Agatha uit 1971 wordt het boekje zonder meer aan deze persoon toegeschreven. Niettemin zijn er redenen om te twijfelen of hij wel met de vervaardiger van de schetsen kan worden geïdentificeerd. Allereerst is daar het feit van de Duitstaligheid. Waarom zou Van Geusau als Nederlander, al was hij het Duits nog zo goed meester, steeds in het Duits hebben genoteerd wat hij getekend heeft? Voorts was Van Geusau, zoals hieronder nader wordt beschreven, in 1851 nog niet in Cuyk woonachtig en gezien de beperkte reismogelijkheden van die tijd zal hij er toen ook niet vaak zijn geweest, indien hij er al ís geweest. Wat had hij immers in dit toch tamelijk afgelegen en niet zo heel bekende gebied te zoeken? Het is wél heel goed mogelijk dat het betreffende boekje in de jaren vijftig, zestig of zeventig bij de Kruisheren is terecht gekomen en dat Van Geusau het heeft mogen inzien, toen hij zich in 1879 metterwoon te Cuijk vestigde en zich ging bezighouden met het vervaardigen van tekeningen en gouaches van deze plaats en haar omgeving. Daaruit zouden de hier en daar te bespeuren overeenkomsten in opzet en in onderdelen van de schetsen en de gouaches verklaard kunnen worden.
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 175c; "De Echo van het Land van Cuyk", 22 Maart 1876, 22 Augustus 1979; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 23-24 (1965-1966), afb. naast p. 48; J. Scheerder osc, “Henricus Martinus Franciscus Hollmann, tweeën-vijftigste magister generaal der orde van het H. Kruis”, 1853-1927 (Diest 1966), nr.C naast p. 48, nr. B naast p .49; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 3 (Schetsboekje van A. van Geusau. In de zomer van 1855 (sic) vele tekeningen in en om het klooster), cat. nrs. 12 (A), 14 (B), 15 (C), nr.17 (D); P.M.H. Breukers, 'Biografie van de Cuykse aquarellist Arnold van Geusau (1817-1886)' in: "Merlet" 18 (1982) p. 74-78; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een para¬dis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 128, cat. nr. 9 (met afb.132), cat. nr. 10 (met afb.133) (gedateerd 1855)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z079-293 Gravure H. Theresia van Avila
Toelichting:
Het betreft een oleogravure.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Ongeschoeide Karmelietessen
Materiaal/techniek:
Kleurenproductie van een olieverfschilderij, vervaardigd in de steendruktechniek. Ingelijst achter glas in houten lijst
Lengte in cm:
64
Breedte in cm:
49
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0080 Huisaltaar
Toelichting:
Het middenpaneel van dit huisaltaar heeft de Geseling van Christus tot onderwerp. Vanaf een verhoogde tribune kijkt het publiek toe; onder hen bevindt zich Pilatus. Op de binnenzijde van de zijluiken lieten de stichters Gielis Kievits (ca.1530-1582), lakenkoopman te 's-Hertogenbosch en heer van Terborcht, en zijn vrouw Anna van Boort zich portretteren met hun drie zonen en drie dochters, links de mannen, rechts de vrouwen. Over de bidstoel van de vader hangt een lang kleed met het familiewapen van Kievits. Drie mannen zijn gekleed in zwarte tabberds en molensteenkragen. Zoon Jan is gekleed als kanunnik. Hij was een beroemd kanselredenaar. Vanaf 1602 was hij kanunnik in de Sint-Janskathedraal van 's-Hertogenbosch, later werd hij daar tot plebaan benoemd. De vrouwen zijn gekleed in zwarte kledij met brede plooikragen, op het hoofd de zogeheten 'zwarte vlieger'. De vrouw in eenvoudiger kledij met wit mutsje is waarschijnlijk een dienstbode of min. Aan de bidstoel hangt het familiewapen van Van Boort, aan de onderzijde ervan is het jaartal '1605' ('1603'?) aangebracht. Op de achterzijde van de zijluiken staan de patroonheiligen van beide echtelieden: links Egidius, in wit habijt en met een kromstaf in de linkerhand. Vóór zich het familiewapen Kievits. Rechts de heilige Anna, gekleed in een grijsbruin gewaad, een rode mantel en witte sluier. Vóór zich het wapen van Van Boort. Aan de onderzijde van de luiken staan de namen S. Aegidius en S. Anna. De omlijsting van gecanneleerde pilasters is in renaissancestijl. Op de fries boven het middenpaneel staan de vier kwartierwapens van Kievits-Van Boort. Daar boven staat het kruisherenkruis centraal op het fronton. Het middenpaneel past qua schilderstijl en datering niet bij de zijluiken. Zij kunnen evenwel zijn samengebracht toen dit drieluik werd gemaakt, mogelijk in 1603, het overlijdensjaar van Anna van Boort. Wellicht na het overlijden van plebaan Kievits in 1620 kwam het in het bezit van de Kruisheren van 's-Hertogenbosch
Datering:
1525-1550 [middendeel]; 1603-1605 [zijluiken]
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
's-Hertogenbosch
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Hoogte in cm:
149
Diepte in cm:
180 [geopend]
Opmerkingen:
De panelen zijn gevat in een renaissance omlijsting van gecanneleerde pilasters met Ioniserende kapitelen. Boven het middenpaneel een fries met trigliefen onder kraagsteentjes, die om en om verschillende geornamenteerd zijn. Hiertussen de vier kwartierwapens van Kievits-Van Boort. Afsluitende kroonlijst waarop een driehoekig fronton met centraal het Kruisherenkruis. De vier wapens: 1. rode roos, geknopt van goud en gepunt van zwart op goud kleurig veld (= Kievits). 2. zwarte, klimmende leeuw op zilverkleurig veld (= Proest). 3. doorsneden, boven: twee rode molenijzers op goudkleurig veld, onder: drie drielingsbalken in zwart veld (= Van Boort). 4. doorsneden, boven: twee rode rozen op zilverkleurig veld, onder: drie palen van zwart op zilverkleurig veld (= Emmen). Middenpaneel en zijpanelen horen om de hierna te vermelden redenen nagenoeg zeker niet bij elkaar. Hermans vermeldt in 1858 dat in die tijd op het middenpaneel een "Jesus crucifixus" was afgebeeld. Volgens Heere (1949) was het huidige middenpaneel tot aan het einde van de vorige eeuw overschilderd met "twee Calvariebergen". Was de door Heere vermelde overschildering datgene wat Hermans heeft gezien? Zo nee, dan mag worden gevraagd wanneer het huidige middenpaneel ingevoegd werd en waar het paneel met de gekruisigde Christus is gebleven. Gezien de bredere omlijsting van het middenpaneel, het gegeven dat het duidelijk van een andere hand is, én het feit dat een gekruisigde Christus traditioneel meer een object van devotie is dan een geseling, zou men kunnen stellen dat het huidige middenpaneel niet het originele is. De door Heere vermelde overschildering is mogelijk bij de restauratie van 1913 verwijderd, zodat de geselingsscène zichtbaar werd. In dat geval rijst de vraag waarom de schilder van de zijluiken destijds de lijstmaten niet in overeenstemming heeft gebracht met die van het middenpaneel. Meer informatie in SKKN-inventarislijst

Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, M. M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus Bentlage 2010 (NL/D), (Rheine 2010), p.138, 139, 315; "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 80; “Oude Kunst in Brabants bezit”, tentoonstellingscatalogus Tilburg, Paleisraadhuis (Jubileum-Tentoonstelling 1898-1948) (Tilburg 1948) , p. 25, cat. nr. 92 (schenking familie Pieck); B.W. van Schijndel, 'Een drieluik betreffende een voornaam Brabants geslacht', in: "Edele Brabant", 28 januari 1949, p. 13 e.v.; L. Heere in de Kroniek van: "Clairlieu", 7 (1949) p. 62-64; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961) , cat. nr. 25, afb. middenpaneel; J. Scheerder osc, “Prior A.G. van Mil” (Diest 1967), p. 176-177, voetnoot 5 (beschrijving triptiek door X. Smits); L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986), p. 103, cat. nr. 8, afb.14 en 15; L.C.B.M. van Liebergen red., “'waer een paradies": Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 157, cat. nr. 108, afb. 240 en 241; A.M. Koldeweij e.a.,"In Buscoducis 1450-1629: Kunst uit de Bourgondische tijd te 's-Hertogenbosch; De cultuur van late middeleeuwen en renaisance", tentoonstellingscatalogus 's-Hertogenbosch 1990, p. 66, cat. nr. 21, p. 67. Meer literatuur in: Inventarisatie-rapport
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden