Zoeken in collecties

In 1898 kreeg de congregatie toestemming vanuit Rome om het pauselijk slot in te voeren. Dit betekende dat de zusters niet buiten het klooster kwamen en er niemand in het gedeelte van het klooster kwam dat alleen voor de zusters bedoeld was, het slot.

In de linkerbovenhoek staan de geborduurde letters OSD (Ordo Sancti Dominici) met een kruisje erboven. OSD was de religieuze afkorting van de Dominicanessen van Mariadal tot vermoedelijk rond 1970, toen de zusters in navolging van de Dominicanen de afkorting OP zijn gaan gebruiken. Onder de letters is een stukje stof met het nummer '59' erop gestikt. Het nummer is van de zuster aan wie de servet toebehoorde. Elke zuster kreeg bij intrede een nummer dat ter markering van kleding en andere zaken werd gebruikt.

Schouderdoek met rode voering. Het velum is op de achterzijde versierd met een rozenkrans waarin een Dominicaans wapenen en drie rozen zijn afgebeeld. Boven de rozenkrans een blauw-gele ster. Aan beide uiteinden van het velum een band met daarop ook drie rozen.

In 1882 kochten de zusters Dominicanessen van Mariadal Huize Gerritten aan de Doesborgstraat, genoemd naar de eerste eigenaar Gerardus Geritsen van Doesborgh, tevens de naamgever van de huidige straatnaam. Vanaf hun komst tot circa 1903 bouwden de zusters het huis uit tot klooster dat de naam Mariënthal kreeg. Rechtsonder staat het onderwerp van het schilderijtje geschilderd: "Marienthal 1882-1894".