Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
177  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0890 Vuistbeeldje, Monnik
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, gepolychromeerd
Lengte in cm:
12,5
Breedte in cm:
4,5
Hoogte in cm:
2,5
Documentatie:
Digitaal foto-archief Stichting Sint Aegten, 2 foto's
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0891 Vuistbeeldje, Christus of heilige
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, gepolychromeerd
Lengte in cm:
10,5
Breedte in cm:
4
Hoogte in cm:
2,5
Documentatie:
Digitaal foto-archief Stichting Sint Aegten, 2 foto's
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z152-071 Staakmadonna met Kind
Toelichting:
Een staakmadonna is een Mariabeeld bestaande uit houten stokken waarop een hoofd en handen bevestigd zijn. Door de heer van Balkom geschonken aan zuster Jesualda van de Zusters van Liefde (Schijndel) bij gelegenheid van haar zilveren kloosterfeest op 21 juni 1934. Bij gelegenheid van de dogmaverklaring van Maria ten Hemelopneming door Paus Pius XII in 1950 werd deze madonna met het Kindje Jezus aangekleed door een medezuster van zuster Jesualda: zuster Henriëtte.
Achtergronden:
De op één na laatste baron van Heeswijk, jonkheer Alberic van den Bogaerde van Terbrugge, is op zijn sterfbed in 1895 getrouwd met de huishoudster, Jacoba Janssen. Zij is later getrouwd met dhr. van Balkom, die smid was op het kasteel. Dhr. van Balkum vestigde zich in Brussel en enkele jaren later in Schijndel, als antiquair. Hij bracht deze madonna uit België mee.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Zusters van Liefde (Schijndel)
Materiaal/techniek:
Hout, zijde, metaal en glas
Breedte in cm:
40
Hoogte in cm:
83
Diepte in cm:
33
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0046 Staakbeeld, Maria met Kind
Toelichting:
De staakmadonna bestaat uit kop, borst en twee armen van wit geschilderd hout. Volledig houten Kind met goudkleurige wereldbol en kruisje in de linkerhand; de rechterhand in spreekgebaar. Gelaat en haar van Maria en Kind geschilderd. Gezet op een staketsel van zes, op een ovaal voetstuk geplaatste staken, zelf weer bevestigd op een nieuw, zeszijdig, zwart gelakt houten voetstuk. In de rechterhand van Maria een zilveren (?) scepter. Een zilveren rozenkrans om de arm. Zilveren kroontje van Maria gevormd door c-voluten en rocaillemotieven. Beugelkroon van het Kind eveneens van voluten en bladornamenten, getopt met wereldbol en gelijkarmig kruisje. Over het staketsel een wit kleed met machinaal ingeweven bladertakjes, waarop goudkleurige sterretjes zijn genaaid. Aan zoom, hals en mouweinden een gekloste, kanten strook, waarin een groene, blauwe en rose draad is verwerkt. De stolp staat op hol geprofileerde, zwart gelakte voet op drie pootjes. Een oud 'poesje' ligt rond de stolprand
Datering:
1885-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, zilver, batist, kant
Hoogte in cm:
43,5 (met kroontje); 56 (stolp)
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 46
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0504 Staakbeeld Maria met Kind
Toelichting:
De staakmadonna staat op een zwart plateau en is geplaatst onder een stolp. De koppen van Maria en het Kind zijn ouder dan de kleding die ze dragen. De oude kleding zal derhalve vervangen zijn
Datering:
1800-1900 (staakbeeld)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, glas, stof, zilver
Hoogte in cm:
Stolp: 67
Diameter in cm:
Stolp: 25
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 504
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z055-067 Sculptuur Barmhartige Samaritaan
Toelichting:
De sculptuur is afkomstig uit het huis voor ongehuwde moeders dat in Leiden stond. Het was een onderdeel van de communiebank van dat huis.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Franciscanessen van de H. Elisabeth
Materiaal/techniek:
Gepolychromeerd houtsnijwerk
Breedte in cm:
55
Hoogte in cm:
64
Diepte in cm:
6
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z079-164 Schedel in houten bakje
Toelichting:
Dit doodshoofd stond tot 1970 in Beek in de refter, op de tafel tussen de priorin en de subpriorin. In de Karmel van Hulst stond in de refter een echt doodshoofd maar dit was al vóór 1968 weggedaan (weggegeven aan kennissen). De doodskop stond er om de zusters eraan te herinneren dat er na dit leven iets belangrijkers kwam.
Datering:
ca. 1940
Deelcollectie:
Ongeschoeide Karmelietessen
Materiaal/techniek:
Gips in houten bakje
Lengte in cm:
22
Breedte in cm:
17
Hoogte in cm:
7,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z079-104 Schedel in glazen vitrinekistje
Toelichting:
De schedel is in kloosters te vinden als symbool dat aan het denken zette over de vergankelijkheid, de ijdelheid ('vanitas', leegte), het sterven. Een schedel was, al dan niet in een kleine vitrine, in bibliotheek of refter te vinden. In plaats van een echte schedel deed ook een nabootsing ervan dienst. Dit echte doodshoofd stond bij de zusters in de refter
.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Ongeschoeide Karmelietessen
Materiaal/techniek:
Bot, glas en metaal
Breedte in cm:
19 (vitrine)
Hoogte in cm:
23 (vitrine); 15 (schedel)
Diepte in cm:
25 (vitrine)
Diameter in cm:
10-15 (schedel)
Opmerkingen:
Vgl. foto van de refter met schedel op tafel in het klooster van de Karmel op de Heilig Landstichting (1934) in: Een veelkleurig habijt (Grave 1989), p. 110.
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z167-014 Replica beeld herdersjongen
Toelichting:
Beeld van staande, in doek geklede, herdersjongen met de rechterhand op het hart en met de linkerhand wijzend naar het liggende lam aan zijn voeten. T.g.v. het 100-jarig bestaan van de congregatie in 1952 gaf de toenmalig priester-directeur van de congregatie, rector Starrenberg, de opdracht aan kunstenaar Sep Kals om een beeld te maken van een herdersjongen. Dit beeld diende ter vervanging van het beeld van het Jezuskind. Het - houten - origineel werd geplaatst in de refter van de geprofeste zusters in het moederhuis. Alle conventen kregen een replica van aardewerk in houtkleur, terra of grijs.
Datering:
1952
Deelcollectie:
Zusters van De Voorzienigheid
Vervaardiger:
Sep Kals
Materiaal/techniek:
Gebakken, beschilderd en geglazuurd aardewerk. Beschilderd als hout. Beeld is van binnen hol en ongebehandeld. Het beeld is aan de achterzijde vlak
Lengte in cm:
77
Breedte in cm:
9,5-21
Documentatie:
Zie documentatiemap Z167 voor toelichting van de kunstenaar op het beeld
Trefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0023 Reliëf, koorbord
Toelichting:
Blanco, gebold cartouche omlijst door voluterend bladwerk; aan de bovenzijde ervan een gevleugeld engelenkopje, aan weerszijden ingerolde voluten. Waarschijnlijk is hier sprake van een koorbord en is het woord CHORUS op het cartouche verdwenen. Ter vergelijking zie VW-P017-Ag
Deelcollectie:
Kruisheren
Breedte in cm:
57
Hoogte in cm:
45
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 23
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0021c Reliëf, engel
Toelichting:
Twee engelen als pendanten van God de Vader, in gebedshouding geknield op een wolkendek. De naar rechts gewende engel met ontbloot bovenlichaam is en profil weergegeven, buigt zich diep en houdt de gevouwen handen voor zich uit. De andere engel, nagenoeg en face, buigt zich naar links en houdt de handen tegen elkaar voor de ontblote linkerborst
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Lindenhout
Opmerkingen:
Toeschrijving aan Petrus Verhoeven op grond van de vormgeving van de wolkenpartij en draperie. Voor Petrus Verhoeven, zie onder inv. nr. VW-P017-Ud0020
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 21 c
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0021b Reliëf, engel
Toelichting:
Twee engelen als pendanten van God de Vader, in gebedshouding geknield op een wolkendek. De naar rechts gewende engel met ontbloot bovenlichaam is en profil weergegeven, buigt zich diep en houdt de gevouwen handen voor zich uit. De andere engel, nagenoeg en face, buigt zich naar links en houdt de handen tegen elkaar voor de ontblote linkerborst
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Lindenhout
Opmerkingen:
Toeschrijving aan Petrus Verhoeven op grond van de vormgeving van de wolkenpartij en draperie. Voor Petrus Verhoeven, zie onder inv. nr. VW-P017-Ud0020
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 21 b
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020a Reliëf, Zacharias
Toelichting:
Gehuld in een kemelsharen jas, het hoofd naar rechts gewend. Hij draagt krullend haar en een lange baard. Vóór hem een druiventros. Opmerking: aan de achterzijde is de letter A (met schreven) ingekerfd
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
33
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020d Reliëf, Maria
Toelichting:
Gekleed in een hoog gegord gewaad, waarover een mantel is gedrapeerd, het met een sluier bedekte hoofd naar links gewend. Opmerking: aan de achterzijde ingekrast de letters E en B
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
33
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020c Reliëf, Jozef
Toelichting:
Gekleed in een gewaad met kraag en gesloten met strik, waarover een over de rechterschouder gedrapeerde mantel, het hoofd naar rechts gewend. Hij draagt lang, golvend haar en een korte baard. Aan zijn rechterzijde een bloeiende lelietak. Middenvoor een kleine harp tussen de mantelplooien
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
34,5
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0021a Reliëf, God de Vader
Toelichting:
God de Vader, ten halve, met uitwaaierende mantel, gehuld in een wolkendek. Hij maakt het spreekgebaar en houdt een scepter in de linkerhand. Aan zijn linkerzijde een wereldbol. Achter zijn hoofd een driehoek
Datering:
1760-1780
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Lindenhout
Diameter in cm:
18,5
Opmerkingen:
Toeschrijving aan Petrus Verhoeven op grond van de vormgeving van de wolkenpartij en draperie. Voor Petrus Verhoeven, zie onder inv. nr. VW-P017-Ud0020
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 21 a
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0020b Reliëf, Elisabeth
Toelichting:
Over het hoog gegord kleed draagt Elisabeth een mantel, die op de rechterschouder is opgebonden. Op het naar links gewende hoofd een met een band vastgehouden sluier. Verondersteld wordt dat zij als ornament tegen de predella van het altaar heeft gefunctioneerd. Op een foto van het Mariaaltaar uit de voormalige kapel zijn de reliëfs van Zacharias en Elisabeth waar te nemen links en rechts van het basement van de expositietroon. Ze hebben hier een stralenkrans om het hoofd en op de tekstbanderol staan de namen geschilderd 'Joachim' en 'Anna'. De beide andere reliëfszijn niet waarneembaar
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Toegeschreven aan Petrus Verhoeven
Plaats vervaardiging:
[Uden]
Materiaal/techniek:
Gebeitst lindenhout
Hoogte in cm:
33,5
Opmerkingen:
In catalogi uit 1986 en 1987 worden de reliëfs A en B geïdentificeerd als Joachim en Anna. Een voor intern gebruik opgestelde lijst van het klooster vermeldt figuur A als Mozes, fig. C als Aäron en de vrouwelijke figuren als waarschijnlijk Elisabeth en Anna. Meer waarschijnlijk is dat de figuren A en B Zacharias en Elisabeth voorstellen. De symboliek van de bij alle figuren voorkomende wetstafelen zou dan wijzen op de overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament, van Johannes de Doper naar Jezus van Nazareth. De druiventros, symbool van vruchtbaarheid en belofte, wijst op het in verwachting raken van Elisabeth op latere leeftijd. Het kemelsharen kleed zou kunnen wijzen op de boetvaardigheid van de ongelovige Zacharias én verwijzen naar het optreden van zijn zoon Johannes de Doper. Het harpje bij Jozef zou kunnen wijzen op het Magnificat van zijn echtgenote bij de ontmoeting met Elisabeth of op zijn herdersfunctie, het voedstervaderschap. De harp immmers fungeert als symbool van de herdersfunctie. De reliëfs worden toegeschreven aan de Udense beeldhouwer Petrus Verhoeven op grond van grote gelijkenis van de koppen met die van door hem gesigneerde en soms ook gedateerde beelden (Uden tent. cat. 1987, 158). Petrus Verhoeven (Uden 1729-1816) kan worden beschouwd als een vertegenwoordiger van de late barok. Waar hij werd opgeleid is niet bekend. Antwerpen ligt het meest voor de hand, hoewel ook Kleef, Düsseldorf, Duisburg of Keulen, gezien de onderhorigheid van het land van Ravenstein aan de keurvorsten - niet mogen worden uitgesloten. Zijn zoon Jan, eveneens beeldhouwer van beroep, was tot zijn vijftigste zijn vaders knecht en mocht klaarblijkelijk alleen beelden maken onder diens signatuur. Het oeuvre omvat naast ongeveer zestig heiligenbeelden kerkmeubilair en ornamenten, zoals altaren, tabernakels, orgelkassen, reliekhouders en ttwee monstransen. Verhoeven liet zich leiden door voorbeelden uit zijn omgeving, maar ontwikkelde een eigen variant
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 20 a; L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986); L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B021-133 Reliëf van Sint Gregorius van Utrecht
Toelichting:
Gregorius is staande weergegeven met in zijn rechterhand een kruis dat hij voor zijn borst houdt en zijn linkerhand op de schouder van een kind dat voor hem staat. In het aureool rond het hoofd van Gregorius de tekst "St. Gregorius van Utrecht". Het eerste huis waar de Fraters van Utrecht woonachtig en werkzaam waren was de burgerschool in het Sint Gregoriushuis in Utrecht. In 1883 kregen ze officieel de leiding over de school. En in 1896 werd de Sint Gregoriusstichting opgericht om de onderwijswerkzaamheden van de congregatie te kunnen realiseren. Op 1 januari 1979 werd het bestuur van de Gregorius-HAVO-MAVO door het bestuur van de Sint Gregoriusstichting overgedragen aan een nieuw bestuur van het de Katholieke Scholenstichting Utrecht-Centrum. Vermoedelijk is het reliëf ter gelegenheid van deze overdracht gemaakt.
Achtergronden:
Gregorius (ca. 707 - ca. 775) was van adellijke merovingische afkomst en werd opgevoed aan het hof van Karel Martel. In 721 sloot hij zich aan bij Bonifatius op diens missiereizen. Hij kreeg rond 750 de leiding over de St. Maartensabdij te Utrecht, die enkele jaren daarvoor door Sint Willibrord was gesticht. Na de dood van Bonifatius in 754 nam Gregorius het bestuur van het bisdom Utrecht op zich en leidde de missionering van de Friezen.
Datering:
[1979]
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Vervaardiger:
Frater Hilarius de Booy (1929-2020)
Materiaal/techniek:
Houtsculptuur
Lengte in cm:
63
Breedte in cm:
11-16,5
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z081-023 Reliëf van Maria met Kind
Toelichting:
Werd door het bestuur van de Kleine Zusters van de H. Joseph cadeau gedaan aan leden van de congregatie bij hun diamanten professiefeest.
Deelcollectie:
Kleine Zusters van de H. Joseph
Materiaal/techniek:
Brons
Lengte in cm:
12
Breedte in cm:
7-8,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Le0101 Reliëf Augustinus
Datering:
1990
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Aloys (Louis) Raedschelders osc
Materiaal/techniek:
Terracotta
Lengte in cm:
65
Breedte in cm:
19; Reliëf 9
Hoogte in cm:
Reliëf: 49 cm
Documentatie:
Literatuur: M.M. van Zanten, "Inventarislijst Kruisherenklooster Leuven, Convent van de H. Augustinus" (St. Agatha 2005)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag1388 Reliëf Augustinus
Toelichting:
Kop van een kalende man, schrijvend en denkend, met de linkerhand tegen het voorhoofd. Op de achtergrond een olielamp. Opschrift achterzijde: "Kamp Tjimahi / 6 27 1944 / f. Leo Sippel". Opschriften voorzijde: "AUGUSTINUS" en "SAPIENTIA CONGRUIT PACIFICIS". Deze woorden zijn afkomstig uit een commentaar van Augustinus op de Bergrede en te vertalen met 'De wijsheid hoort aan hen die vrede brengen'. Volgens informatie die op de achterzijde van het reliëf is geplakt vervaardigde Ir. Leo Sippel het tafereel in het Japanse concentratiekamp 'Njontrol' nabij Tjimaki op Java. Hij vervaardigde het met zeer primitieve middelen: een platgeslagen spijker
Datering:
1944
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Leo Sippel
Materiaal/techniek:
Hout
Lengte in cm:
19,4
Breedte in cm:
14,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z081-003 Plaquette met beeltenis van Mgr. Petrus Joseph Savelberg (1827-1907)
Toelichting:
Aan het congregatiebestuur aangeboden door een in Taiwan wonende zuster bij gelegenheid van het 110-jarig bestaan van de congregatie in 1982.
Datering:
[1982]
Deelcollectie:
Kleine Zusters van de H. Joseph
Vervaardiger:
Sacred Heart Carving
Plaats vervaardiging:
Hsinchu, Taiwan
Materiaal/techniek:
Rood-bruin beschilderde plastic beeltenis op houten plank
Lengte in cm:
24,5
Breedte in cm:
18
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z072-052 Ontwerp voor het kunstwerk 'De Non'
Toelichting:
Beeldje met gestileerde voorstelling van een kloosterzuster. Aan de achterzijde gesigneerd met "DZ '96". Aan de binnenkant is het beeldje voorzien van een koperen balkje waar een gat met schroefdraad inzit. Ook zijn er aan de binnenzijde resten zichtbaar van het productieproces. Ontwerp van het kunstwerk 'De Non' in Herpen, geplaatst bij de herdenking van 100 jaar Franciscanessen in Herpen door de stichting 'Herpen in woord en beeld' op 15 september 1996.
Datering:
1996
Deelcollectie:
Franciscanessen van Veghel
Vervaardiger:
Diny van Zuijlen-Laurenssen
Materiaal/techniek:
Gegoten bronzen beeldje. Aan de buitenkant zwart afgewerkt
Lengte in cm:
9,5
Breedte in cm:
5,5
Hoogte in cm:
18,5
Documentatie:
Archief: H.A. Her.5, plank 5130 (voorlopig)
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P015-004 Neogothische troon met beeld van het Kindje Jezus van Praag
Toelichting:
Voetstuk met losstaande zuiltjes aan de voorzijde, vierkante nis geflankeerd door pinakels, boven de nis neogotische timpaan met open traceerwerk, op de nis een rechthoekig deel met open traceerwerk, vier pinakels op de hoeken en een grote pinakel in het midden, gesteund door 8 bogen. In de 'Annalen van Geleen' vermeldt pater Michael Linssen OCD dat de karmelieten van Geleen in 1926 van de parochie in Eygelshoven "drie altaren voor de kerk, banken en bankjes, twee biechtstoelen, kasten en boeken" hebben gekocht. Mogelijk werd toen ook deze troon gekocht.
Datering:
1875-1900
Deelcollectie:
Ongeschoeide Karmelieten
Vervaardiger:
Volgens de mondelinge overlevering zou de troon gemaakt zijn door een schrijnwerker in Eygelshoven
Materiaal/techniek:
Hout, koper, goudverf, verguld metaal, gips
Breedte in cm:
107
Hoogte in cm:
355
Diepte in cm:
65
Documentatie:
AR-P015, inv. nr. 1359: Kroniek van de Parochie H. Theresia a Jesu infante te Waspik
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z079-200 Mariabeeldje in houten kastje
Toelichting:
Naast dit kastje met een beeldje van Maria waren er ook kastjes met beeldjes van andere heiligen. Bij het uitdelen van de maandopdrachten kon een zuster treffen dat op haar briefje één van deze heiligen vermeld stond. Deze zuster had er dan recht op het betreffende kastje die maand in haar cel te mogen houden.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Ongeschoeide Karmelietessen
Materiaal/techniek:
Gips in houten kastje met glazen voorkant
Lengte in cm:
26
Breedte in cm:
13
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden