Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
40  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Missie- en Aanbiddingszusters van de H. Familie
Orde of congregatie:
Missie- en Aanbiddingszusters van de H. Familie
Alternatieve namen:
Missie- en Aanbiddingszusters van de H. Familie
Latijnse naam:
Missio Adoratio Sancta Familia
Afkorting:
MASF
Stichter, stichteres:
A.M. Trampe (MSF)
Stichtingsjaar:
1937
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Baarlo
Doelstelling:
Pastoraal werk; medische functies; sociaal werk; onderwijs
Geschiedenis:
Trampe, generaal-overste van de Missionarissen van de Heilige Familie, stichtte te Baarlo (Limburg) in 1937 een congregatie ter ondersteuning van zijn missiecongregatie. In de spiritualiteit neemt de altijddurende aanbidding van de eucharistie een grote plaats in
Missielanden:
Indonesië (1948); Madagaskar (1954); Chili (1960)
Gebruikte bronnen:
KS, 63; PA 2002, 2004; Encyclopedie van het Katholicisme II (1955) k. 882-883; NMM
ENK Monasticon nummer:
Z086
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kruisheren
Orde of congregatie:
Kruisheren
Alternatieve namen:
Kruisheren; Orde van het H. Kruis; Reguliere Kanunniken van het H. Kruis; Kruisbroeders
Latijnse naam:
Ordo Sanctae Crucis
Afkorting:
O.S.C.
Stichter, stichteres:
Theodorus van Celles
Stichtingsjaar:
1211
Land van oorsprong:
België
Plaats van oorsprong:
Hoei
Vestiging Nederland:
1371
Doelstelling:
Pastoraal werk; onderwijs; missiewerk
Geschiedenis:
De stichter van de orde van het Heilig Kruis, Theodorus Celles, die kanunnik was van het kathedrale kapittel van Luik, legde in 1211, nadat hij van de kruistocht tegen de Albigenzen was teruggekeerd, met vier ander kapittelheren hun religieuze geloften af aan de bisschop van Luik. Deze schonk hen in Clairlieu bij Hoei in de provincie Luik de Sint-Theobalduskerk. Bij deze kerk bouwden ze een klooster. Als grondslag voor hun samenleven namen ze de regel van Augustinus aan. In 1948 keurde Paus Innocentius IV de constituties goed die de kruisheren op enkele uitzonderingen na van de Dominicanen overnamen. De leden van onderhavige orde heten officieel Reguliere Kanunniken van de Orde van het Heilig Kruis. De spiritualiteit van deze orde, waarvan Sint Helena en Sint Odilia de patroonheiligen zijn, staat met name in het teken van tolerantie en protest tegen onechtheid en onderdrukking. Nadat, geïnspireerd door de Moderne Devotie, in 1410 besloten werd tot een grondige hervorming, die vooral gekenmerkt werd door de nadruk op het contemplatieve leven, kwam de orde in de 15e eeuw tot grote bloei. In het huidige Nederland werden er toen door de kruisheren een zestiental kloosters gesticht. Op het klooster in Sint Agatha na, werden al deze kloosters ten tijde van de Reformatie opgeheven. Door de Franse overheersing rond 1800 en door de daarop volgende wetgeving van koning Willem I, die kloosters het aannemen van nieuwe leden verbood, werden de kruisheren wederom in hun voortbestaan bedreigd. Toen echter in 1840 vorenbedoelde wet ingetrokken werd, kwam de orde tot nieuwe bloei en werden er nieuwe stichtingen opgericht. In het begin van de 20e eeuw vestigden de kruisheren zich ook in Noord-Amerika en namen ze vanaf 1920 missies aan in Congo, Indonesië en Brazilië. Voorts bedienden de kruisheren tot diep in de 20e eeuw parochies in onder meer Rotterdam, Amsterdam, Tilburg, IJsselmonde, Ridderkerk, Weert en Odiliapeel en hadden ze middelbare scholen in Uden, Amersfoort en Bussum
Missielanden:
Congo (1920); Indonesië (1927); Brazilië (1934); België; Duitsland; Oostenrijk; Italië
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006),m zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (15-01-2021); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 143; J.G.M. Sanders, ‘Roermondse kartuizers of Keulse kruisheren. Kandidaten voor een kloosterstichting in de Meierij van ’s-Hertogenbosch, 1460-1465’in Rijksarchivaris in een land zonder grenzen : Liber Amicorum mr. dr. Jacques van Rensch / Louis Berkvens onder redactie van L. Berkvens en E. Steege (Maastricht 2019), zie ook: https://www.kartuizerklooster.nl/downloads/artikel-vriendeboek-Rensch-vanuit-RHCL.pdf (15-01-2021), p. 231; H. van Engen, “De derde orde van Sint-Franciscus in het middeleeuwse bisdom Utrecht: Een bijdrage tot de institutionele geschiedenis van de Moderne Devotie” (Hilversum 2006), p. 280; C.H. Lawrence, “Kloosterleven in de Middeleeuwen: In West-Europa en de Lage Landen” (Amsterdam 2004), p. 321; R. Wols, ‘De Kruisheren OSC’ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.wierookwijwaterenworstenbrood.nl/ontdekken/verhalen/de-kruisheren-osc (15-01-2021)
Opmerkingen:
De Kruisheren hadden vóór 1800 in de volgende plaatsen geen klooster maar wel (tijdelijke) vestigingen in de vorm van een statie, een huis, een refugie of een parochie: Beers, Nijmegen, Mook, Oud-Zevenaar (Gld), Overasselt (Gld), Oeffelt, Heel, 't Loo (Gld), Baarlo, Boekel, Bovenkarspel, Dordrecht (Z-H), Duiven (Gld), Ell (L), Gennep, Gorinchem (Z-H), Grave, Groessen (Gld), Heijen, Horssen (Gld), Huisseling (N-B), Kekerdom, Middelaar (L), Nijmegen, Raamburg (Z-H), Schijndel (N-B), Spanbroek (N-H), Tegelen, Ulft (Gld), Volkel, Wevershoef (N-H), Westerblokker, gem.Hoorn. Meer informatie in MB II
ENK Monasticon nummer:
P017
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Karmelietessen van het Goddelijk Hart van Jezus
Orde of congregatie:
Karmelietessen van het Goddelijk Hart van Jezus
Alternatieve namen:
Karmelitessen van het H. Hart van Jezus; Karmelitessen van het Goddelijk Hart van Jezus; Zusters van de Kollenberg; Karmelitessen DCJ
Latijnse naam:
Divini Cordis Jesu
Afkorting:
[DCJ]
Stichter, stichteres:
Maria Tauscher van den Bosch
Stichtingsjaar:
1891
Land van oorsprong:
Duitsland
Plaats van oorsprong:
Berlijn
Vestiging Nederland:
1898
Doelstelling:
Jeugdzorg; bezinning
Geschiedenis:
In 1891 stichtte Maria Tauscher een kinderhuis, en daarmee de congregatie. In 1898 kwam zij naar Sittard waar ze eveneens een kinderhuis opende
Gebruikte bronnen:
KS, 57; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z078
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kapucijnen
Orde of congregatie:
Kapucijnen
Alternatieve namen:
Minderbroeders Capucijnen; Capucijnen
Latijnse naam:
Ordo Fratrum Minorum Cappucinorum
Afkorting:
OFMCap; OMCap
Stichter, stichteres:
Ludovicus de Fossombrone
Stichtingsjaar:
1528
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
1585
Doelstelling:
Apostolaat in brede zin
Geschiedenis:
In het eerste kwart van de 16e eeuw, toen er sprake was van twee franciscaanse hoofdstromen, de minderbroeders-conventuelen en de minderbroeders-observanten, ontstond er in de Marken, een in Midden-Italië gelegen bergachtige streek, een hervormingsbeweging gericht op terugkeer naar een strikte observantie van de Regel van Franciscus en naar een leven van inkeer en boetvaardigheid zoals Franciscus dat met zijn eerste volgelingen geleid had. Aan de nieuwe gemeenschap, die daaruit ontstond, verleende Paus Clemens VII in 1528 via de bul Religionis Zelus zijn toestemming. De constituties van deze, onder toezicht van de orde der minderbroeders-conventuelen geplaatste nieuwe franciscaanse groepering schreef onder meer haar leden voor om een ruige baard te dragen, blootsvoets of hoogstens op simpele sandalen te lopen en gekleed te gaan in een grauwe bruine pij met spitse kap. Naar die kap, in het Italiaans cappuccio, werden ze kapucijnen genoemd. Aanvankelijk combineerden de kapucijnen een heremietenbestaan met prediking onder het volk. Later werden ze gegroepeerd in kleine communiteiten, terwijl daarna kloosters ontstonden die veelal aan de rand van de steden gebouwd werden. In 1574 verleende paus Gregorius XIII hen toestemming om zich ook buiten Italië te vestigen, terwijl paus Paulus V hen in 1619 autonomie verleende waardoor ze niet langer meer onder het toezicht van de orde der minderbroeders-conventuelen vielen. Daarmee was de stichting van de orde der Minderbroeders Kapucijnen een feit, die zich een beschouwend en werkend leven ten doel stelde waarbij dit laatste niet enkel gestalte kreeg in het preken in kerken en op pleinen, maar ook in het zich inzetten voor activiteiten op het terrein van het maatschappelijk dienstbetoon. De eerste kapucijnen kwamen in 1585 naar de Nederlanden. Omstreeks 1800, tijdens de Franse Tijd, waren bijna alle kloosters gesloten. Alleen in Velp bleef het kapucijnenklooster bestaan. Van daaruit werd in de 19e eeuw een nieuwe start gemaakt
Missielanden:
Indonesië (1905); Chili (1950); Tanzania (1959); India
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006, zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (12-06-2020); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (12-06-2020), p. 148; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I (‘s-Gravenhage 1930), p. 223; J. Jacobs, “In de schaduw van Franciscus. De Nederlandse Minderbroeders-Kapucijnen” (Nijmegen 2016), p. 12-16; J. Jacobs, ‘”Om den Godtsdienst te vorderen”. De bijdrage van de minderbroeders-kapucijnen aan de katholieke herleving in Stad en Lande van Breda (1625-1797)’in “Jaarboek de Oranjeboom”, 65 (2012), p. 265-268; J. Smits, “Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant” (Alphen aan de Maas 2010), p.126/127; R. Wols, ‘De Kapucijnen OFMCAP’ op wWebsite Brabans Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-kapucijnen-ofmcap (13-06-2021)
ENK Monasticon nummer:
P023
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart