Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
48  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Karmelietessen van het Goddelijk Hart van Jezus
Orde of congregatie:
Karmelietessen van het Goddelijk Hart van Jezus
Alternatieve namen:
Karmelitessen van het H. Hart van Jezus; Karmelitessen van het Goddelijk Hart van Jezus; Zusters van de Kollenberg; Karmelitessen DCJ
Latijnse naam:
Divini Cordis Jesu
Afkorting:
[DCJ]
Stichter, stichteres:
Maria Tauscher van den Bosch
Stichtingsjaar:
1891
Land van oorsprong:
Duitsland
Plaats van oorsprong:
Berlijn
Vestiging Nederland:
1898
Doelstelling:
Jeugdzorg; bezinning
Geschiedenis:
In 1891 stichtte Maria Tauscher een kinderhuis, en daarmee de congregatie. In 1898 kwam zij naar Sittard waar ze eveneens een kinderhuis opende
Gebruikte bronnen:
KS, 57; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z078
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kapucijnen
Orde of congregatie:
Kapucijnen
Alternatieve namen:
Minderbroeders Capucijnen; Capucijnen
Latijnse naam:
Ordo Fratrum Minorum Cappucinorum
Afkorting:
OFMCap; OMCap
Stichter, stichteres:
Ludovicus de Fossombrone
Stichtingsjaar:
1528
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
1585
Doelstelling:
Apostolaat in brede zin
Geschiedenis:
In het eerste kwart van de 16e eeuw, toen er sprake was van twee franciscaanse hoofdstromen, de minderbroeders-conventuelen en de minderbroeders-observanten, ontstond er in de Marken, een in Midden-Italië gelegen bergachtige streek, een hervormingsbeweging gericht op terugkeer naar een strikte observantie van de Regel van Franciscus en naar een leven van inkeer en boetvaardigheid zoals Franciscus dat met zijn eerste volgelingen geleid had. Aan de nieuwe gemeenschap, die daaruit ontstond, verleende Paus Clemens VII in 1528 via de bul Religionis Zelus zijn toestemming. De constituties van deze, onder toezicht van de orde der minderbroeders-conventuelen geplaatste nieuwe franciscaanse groepering schreef onder meer haar leden voor om een ruige baard te dragen, blootsvoets of hoogstens op simpele sandalen te lopen en gekleed te gaan in een grauwe bruine pij met spitse kap. Naar die kap, in het Italiaans cappuccio, werden ze kapucijnen genoemd. Aanvankelijk combineerden de kapucijnen een heremietenbestaan met prediking onder het volk. Later werden ze gegroepeerd in kleine communiteiten, terwijl daarna kloosters ontstonden die veelal aan de rand van de steden gebouwd werden. In 1574 verleende paus Gregorius XIII hen toestemming om zich ook buiten Italië te vestigen, terwijl paus Paulus V hen in 1619 autonomie verleende waardoor ze niet langer meer onder het toezicht van de orde der minderbroeders-conventuelen vielen. Daarmee was de stichting van de orde der Minderbroeders Kapucijnen een feit, die zich een beschouwend en werkend leven ten doel stelde waarbij dit laatste niet enkel gestalte kreeg in het preken in kerken en op pleinen, maar ook in het zich inzetten voor activiteiten op het terrein van het maatschappelijk dienstbetoon. De eerste kapucijnen kwamen in 1585 naar de Nederlanden. Omstreeks 1800, tijdens de Franse Tijd, waren bijna alle kloosters gesloten. Alleen in Velp bleef het kapucijnenklooster bestaan. Van daaruit werd in de 19e eeuw een nieuwe start gemaakt
Missielanden:
Indonesië (1905); Chili (1950); Tanzania (1959); India
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006, zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (12-06-2020); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (12-06-2020), p. 148; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I (‘s-Gravenhage 1930), p. 223; J. Jacobs, “In de schaduw van Franciscus. De Nederlandse Minderbroeders-Kapucijnen” (Nijmegen 2016), p. 12-16; J. Jacobs, ‘”Om den Godtsdienst te vorderen”. De bijdrage van de minderbroeders-kapucijnen aan de katholieke herleving in Stad en Lande van Breda (1625-1797)’in “Jaarboek de Oranjeboom”, 65 (2012), p. 265-268; J. Smits, “Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant” (Alphen aan de Maas 2010), p.126/127; R. Wols, ‘De Kapucijnen OFMCAP’ op wWebsite Brabans Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-kapucijnen-ofmcap (13-06-2021)
ENK Monasticon nummer:
P023
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Julianazusters
Orde of congregatie:
Julianazusters
Alternatieve namen:
Liefdezusters van de H. Juliana van Falconieri; Zusters van Liefde van de H. Juliana van Falconieri; Julianazusters; Juliaantjes; Zusters van de H. Juliana van Falconerie
Stichter, stichteres:
J. Jorna (SJ)
Stichtingsjaar:
1917
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Den Haag
Doelstelling:
Gezins- en kraamzorg
Geschiedenis:
De jezuïet Jorna stichtte in 1915 in 's-Gravenhage deze congregatie voor gezins- en kraamzorg, die in 1917 werd erkend. Men wilde speciaal helpen in arme gezinnen als kraam- of gezinsverzorgster. De zusters zijn met name bekend door hun bijnaam "Juliaantjes". De zusters zijn genoemd naar de Florentijnse heilige Juliana Falconieri [1270?-1341], die de stichteres zou zijn geweest van de Tertiarissen Servieten van Maria, "Mantellate" genoemd. In 1992 is het archief van de congregatie geïnventariseerd door het KAN
Rechtspersonen:
De rechtspersoon: "St. Julianavereeniging tot hulp in de huishouding"
Gebruikte bronnen:
KS, 56; PA 2002, 2004; J. Roes en H. Pijffers, "Memoriale" (Zwolle 1986); Encyclopedie van het Katholicisme II (1955) k. 659; Nolet III, 193. DHGE 28 (2002) k. 553-555, s.v. 'Julienne Falconieri'
ENK Monasticon nummer:
Z076
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Jezuïeten
Orde of congregatie:
Jezuïeten
Alternatieve namen:
Jezuïeten; Sociëteit van Jezus
Latijnse naam:
Societas Jesu
Afkorting:
SJ
Stichter, stichteres:
Ignatius van Loyola
Stichtingsjaar:
1540
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Parijs
Vestiging Nederland:
1575
Doelstelling:
Tot de doelstellingen behoorden pastoraal werk, onderwijs en missiewerk en Sint Clacerbond ter ondersteuning van de missionarissen. Naast zielzorg legden de Jezuïeten zich toe op catechismus-onderricht, opvoeding en onderwijs. Voorts namen wetenschap en de uitgave van boeken en tijdschrifteneen belangrijke plaats in
Geschiedenis:
Behalve dat de jezuïeten, de grootste mannelijke religieuze orde in de Rooms-Katholieke Kerk, de geloften van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid afleggen, beloven zij absolute gehoorzaamheid aan de paus, waardoor zij voor specifieke opdrachten geheel te zijner beschikking staan. Van deze orde, die brak met conventionele kloostertradities als verplichte religieuze kledij, koorgebeden en boetedoening, is Ignatius van Loyola, die leefde van 1491 tot 1556, de stichter. Als legerofficier raakte deze Spaanse edelman bij een slag om het Baskische Pamplona aan beide benen gewond. Maandenlang moest hij het bed houden. In die tijd, die hij met het lezen van veel geestelijke literatuur doorbracht, besloot hij zijn verder leven aan God te wijden. In vrijwillige armoede zwierf hij door West-Europa. Biddend en boetend deed en schreef hij in de grot van Manresa ten noorden van Barcelona zijn Geestelijke Oefeningen, die het hart van de spiritualiteit van de jezuïeten zouden vormen. In 1528 strandde Ignatius in Parijs. Daar richtte hij met een aantal studievrienden de Sociëteit van Jezus op, zoals de orde van de jezuïeten ook wel genoemd wordt. Om in een tijd, waarin de reformatie hoogtij vierde, het katholicisme een nieuwe opleving te geven, werd deze orde een voorvechter voor de contrareformatie. Gekenmerkt door zijn strakke organisatie, de strenge selectie en spiritualiteit die gericht is “tot meerdere eer van God,” zoals de lijfspreuk van Ignatius luidde, werd de orde in 1540 door paus Paulus III goedgekeurd. In 1774 werd de orde echter opgeheven onder druk van verschillende vorsten, die vonden dat de jezuïeten teveel macht naar zich toe getrokken hadden. Doordat keizerin Catharina II van Rusland en koning Frederik II van Pruisen weigerden het opheffingsbesluit uit te voeren, bleef de orde in die landen voortbestaan. In 1814 werd de orde door paus Pius VII opnieuw in het leven geroepen. In Nederland heeft de orde zich vooral sterk gemaakt op het gebied van zielzorg en onderwijs
Rechtspersonen:
Rechtspersoon Sint-Bonifaciusstichting
Missielanden:
Indonesië (1859); Congo (1893); Madagaskar (1954); Denemarken; India; Thailand;Libanon
Gebruikte bronnen:
P. Begheyn, De Jezuïeten in Nijmegen (Nijmegen 1991), p.7; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p. 177-181; J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (03-09-2020); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 138; S. Schoorl. “Jezuïeten in de polder. De jezuïtische mythe binnen het Nederlandse politieke debat in de negentiende eeuw” (Doctoraal scriptie Universiteit Leiden 2012), p. 8-10, R. Wols, de Jezuïeten SJ op website Brabants Historisch Informatie Centrum BHIC); https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-jezuieten-sj (31-08-2020); J. Moons s.j., ‘Jezuïeten’ op website Lucepedia: Digitale theologische encyclopedie
https://www.lucepedia.nl/dossieritem/jezuieten/jezuieten
ENK Monasticon nummer:
P013
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart