Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
66  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Karmelietessen van het Goddelijk Hart van Jezus
Orde of congregatie:
Karmelietessen van het Goddelijk Hart van Jezus
Alternatieve namen:
Karmelitessen van het H. Hart van Jezus; Karmelitessen van het Goddelijk Hart van Jezus; Zusters van de Kollenberg; Karmelitessen DCJ
Latijnse naam:
Divini Cordis Jesu
Afkorting:
[DCJ]
Stichter, stichteres:
Maria Tauscher van den Bosch
Stichtingsjaar:
1891
Land van oorsprong:
Duitsland
Plaats van oorsprong:
Berlijn
Vestiging Nederland:
1898
Doelstelling:
Jeugdzorg; bezinning
Geschiedenis:
In 1891 stichtte Maria Tauscher een kinderhuis, en daarmee de congregatie. In 1898 kwam zij naar Sittard waar ze eveneens een kinderhuis opende
Gebruikte bronnen:
KS, 57; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z078
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Karmelieten
Orde of congregatie:
Karmelieten
Alternatieve namen:
Orde van O.L. Vrouw van de Berg Karmel; Karmelieten; Geschoeide Karmelieten; Broeders van O.L. Vrouw van de Berg Karmel
Latijnse naam:
Ordo Fratrum et Sororum Beatae Mariae Virginis de Monte Carmelo
Afkorting:
O.Carm
Stichtingsjaar:
Omstreeks 1200
Land van oorsprong:
Israël
Plaats van oorsprong:
Berg Carmel
Vestiging Nederland:
1249
Doelstelling:
Contemplatie; pastoraal werk; onderwijs; missiewerk
Geschiedenis:
De Karmelieten komen voort uit een groep van kluizenaars, die in navolging van de profeet Elia rond 1200 in het Karmelgebergte bij de havenplaats Haifa in Israël een aan God toegewijd leven leidden. Voor hen schreef Albertus van Avogrado, patriarch van Jeruzalem, een in 1226 pauselijk goedgekeurde leefregel. Omstreeks 1235 werden zij door Arabische moslims van de berg Karmel verdreven. De meesten vertrokken naar Europa. Op het concilie van Lyon in 1245 werd hun op contemplatie gerichte gemeenschap onder de bedelorden opgenomen. In de 14e eeuw, toen zij een grote groei doormaakten, wijzigde hun strikt contemplatieve kluizenaarschap in een vita mixta, waarin actief en contemplatief leven met elkaar in evenwicht dienden te zijn en de contemplatie de inspiratie diende te leveren om actief te zijn zowel op maatschappelijk als op religieus gebied. In de 16e eeuw ontstond er een hervormingsbeweging in Spanje, waar Teresa van Avila en Johannes van het Kruis communiteiten stichtten die teruggrepen op de oorspronkelijke 13e-eeuwse Karmelregel. Deze hervorming leidde tot een splitsing van de orde in een gematigde tak, de Geschoeide Karmelieten, en een strenge tak, de Ongeschoeide Karmelieten. Vanaf de 13e eeuw vestigden de karmelieten in meerdere plaatsen in Nederland kloosters, die echter ten tijde van de Reformatie weer opgeheven werden. Vanaf 1840 maakte de orde in Nederland een nieuwe start. Dit leidde in 1890 tot een Nederlandse provincie, die in de periode van 1890 tot 1960 een explosieve groei kende. Er werden nieuwe kloosters gebouwd en scholen gesticht en in veel parochies en instellingen waren de karmelieten actief. Na deze periode moesten de karmelieten als gevolg van de door ontzuiling en secularisatie stokkende aanwas, zich noodgedwongen op de werkvelden, waarop ze tot dan toe actief waren, terugtrekken. Vanaf dan werd er steeds meer ingezet op bezinning en het uitdragen van de karmelitaanse mystiek en spiritualiteit. Contemplatie is toen weer zwaarder gaan wegen
Rechtspersonen:
Rechtspersoon: Karmelstichting (bron 1959)
Missielanden:
Brazilië (1903); Indonesië (1923); Filipijnen (1957); Zimbabwe (1980)
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (27-07-2020), p. 18/19; J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (27-7-2020), p. 140; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p. 106-108/110/111/114-116; M. van der Plas en R. Lutz, “Abdijen in de Lage Landen en de mensen die er wonen” (Tielt, Baarn 1989), p. 131; A. Jacobs, “Kroniek van de Karmel in Nederland, 1840-1970” (Hilversum 2017), p. 13-15; R. Wols, ‘De Karmelieten OCARM’ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://wierookwijwaterenworstenbrood.nl/ontdekken/verhalen/de-karmelieten-ocarm (20-11-2020)
ENK Monasticon nummer:
P014
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kapucijnen
Orde of congregatie:
Kapucijnen
Alternatieve namen:
Minderbroeders Capucijnen; Capucijnen
Latijnse naam:
Ordo Fratrum Minorum Cappucinorum
Afkorting:
OFMCap; OMCap
Stichter, stichteres:
Ludovicus de Fossombrone
Stichtingsjaar:
1528
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
1585
Doelstelling:
Apostolaat in brede zin
Geschiedenis:
In het eerste kwart van de 16e eeuw, toen er sprake was van twee franciscaanse hoofdstromen, de minderbroeders-conventuelen en de minderbroeders-observanten, ontstond er in de Marken, een in Midden-Italië gelegen bergachtige streek, een hervormingsbeweging gericht op terugkeer naar een strikte observantie van de Regel van Franciscus en naar een leven van inkeer en boetvaardigheid zoals Franciscus dat met zijn eerste volgelingen geleid had. Aan de nieuwe gemeenschap, die daaruit ontstond, verleende Paus Clemens VII in 1528 via de bul Religionis Zelus zijn toestemming. De constituties van deze, onder toezicht van de orde der minderbroeders-conventuelen geplaatste nieuwe franciscaanse groepering schreef onder meer haar leden voor om een ruige baard te dragen, blootsvoets of hoogstens op simpele sandalen te lopen en gekleed te gaan in een grauwe bruine pij met spitse kap. Naar die kap, in het Italiaans cappuccio, werden ze kapucijnen genoemd. Aanvankelijk combineerden de kapucijnen een heremietenbestaan met prediking onder het volk. Later werden ze gegroepeerd in kleine communiteiten, terwijl daarna kloosters ontstonden die veelal aan de rand van de steden gebouwd werden. In 1574 verleende paus Gregorius XIII hen toestemming om zich ook buiten Italië te vestigen, terwijl paus Paulus V hen in 1619 autonomie verleende waardoor ze niet langer meer onder het toezicht van de orde der minderbroeders-conventuelen vielen. Daarmee was de stichting van de orde der Minderbroeders Kapucijnen een feit, die zich een beschouwend en werkend leven ten doel stelde waarbij dit laatste niet enkel gestalte kreeg in het preken in kerken en op pleinen, maar ook in het zich inzetten voor activiteiten op het terrein van het maatschappelijk dienstbetoon. De eerste kapucijnen kwamen in 1585 naar de Nederlanden. Omstreeks 1800, tijdens de Franse Tijd, waren bijna alle kloosters gesloten. Alleen in Velp bleef het kapucijnenklooster bestaan. Van daaruit werd in de 19e eeuw een nieuwe start gemaakt
Missielanden:
Indonesië (1905); Chili (1950); Tanzania (1959); India
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006, zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (12-06-2020); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (12-06-2020), p. 148; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I (‘s-Gravenhage 1930), p. 223; J. Jacobs, “In de schaduw van Franciscus. De Nederlandse Minderbroeders-Kapucijnen” (Nijmegen 2016), p. 12-16; J. Jacobs, ‘”Om den Godtsdienst te vorderen”. De bijdrage van de minderbroeders-kapucijnen aan de katholieke herleving in Stad en Lande van Breda (1625-1797)’in “Jaarboek de Oranjeboom”, 65 (2012), p. 265-268; J. Smits, “Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant” (Alphen aan de Maas 2010), p.126/127; R. Wols, ‘De Kapucijnen OFMCAP’ op wWebsite Brabans Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-kapucijnen-ofmcap (13-06-2021)
ENK Monasticon nummer:
P023
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Julianazusters
Orde of congregatie:
Julianazusters
Alternatieve namen:
Liefdezusters van de H. Juliana van Falconieri; Zusters van Liefde van de H. Juliana van Falconieri; Julianazusters; Juliaantjes; Zusters van de H. Juliana van Falconerie
Stichter, stichteres:
J. Jorna (SJ)
Stichtingsjaar:
1917
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Den Haag
Doelstelling:
Gezins- en kraamzorg
Geschiedenis:
De jezuïet Jorna stichtte in 1915 in 's-Gravenhage deze congregatie voor gezins- en kraamzorg, die in 1917 werd erkend. Men wilde speciaal helpen in arme gezinnen als kraam- of gezinsverzorgster. De zusters zijn met name bekend door hun bijnaam "Juliaantjes". De zusters zijn genoemd naar de Florentijnse heilige Juliana Falconieri [1270?-1341], die de stichteres zou zijn geweest van de Tertiarissen Servieten van Maria, "Mantellate" genoemd. In 1992 is het archief van de congregatie geïnventariseerd door het KAN
Rechtspersonen:
De rechtspersoon: "St. Julianavereeniging tot hulp in de huishouding"
Gebruikte bronnen:
KS, 56; PA 2002, 2004; J. Roes en H. Pijffers, "Memoriale" (Zwolle 1986); Encyclopedie van het Katholicisme II (1955) k. 659; Nolet III, 193. DHGE 28 (2002) k. 553-555, s.v. 'Julienne Falconieri'
ENK Monasticon nummer:
Z076
Toon op kaart Toon op kaart