Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
50  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Dienaressen van de H. Geest van de Altijddurende Aanbidding
Orde of congregatie:
Dienaressen van de H. Geest van de Altijddurende Aanbidding
Alternatieve namen:
Slotzusters van Steyl; Slotzusters van de H. Geest; Dienaressen van de H. Geest van de Altijddurende Aanbidding; Rose Zusters; Roze Zusters
Latijnse naam:
Congregatio Servarum Spiritus Sancti de Adoratione Perpetua
Afkorting:
SSp.S de Ad. Perp
Stichter, stichteres:
Arnold Janssen
Stichtingsjaar:
1896
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Steyl
Vestiging Nederland:
1896
Doelstelling:
Contemplatie
Geschiedenis:
Gesticht in 1896 door de Heilige Pater Arnoldus Janssen, stichter van het Gezelschap van het Goddelijk Woord (SVD) en van de Missiecongregatie der Dienaressen van de H. Geest (SSPS) te Steyl, gem. Tegelen
Rechtspersonen:
Burgerlijke rechtspersoon: Vereniging Slotzusters te Steyl
Gebruikte bronnen:
KS, 29; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z023
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Congregatie van Sint Jan
Orde of congregatie:
Congregatie van Sint Jan
Alternatieve namen:
Congregatie van Sint Jan; Broeders van Sint-Jan
Latijnse naam:
Fratres Sancti Iohannes
Afkorting:
FJ [CSJ]
Stichter, stichteres:
Marie-Dominique Philippe (OP)
Stichtingsjaar:
1976
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Lérins
Vestiging Nederland:
1996
Doelstelling:
Contemplatie; jongerenactiviteiten; vormingswerk; studentenpastoraat; parochiepastoraat
Geschiedenis:
De basis voor de congregatie van Sint Jan werd gelegd aan de Universiteit van Fribourg in Zwitserland. Vijf studenten, die aan deze universiteit bij de dominicaner pater Marie-Dominique Philippe colleges filosofie volgden, besloten in 1975, gedreven door een groot verlangen hun leven volledig aan Christus toe te wijden, een gemeenschap te vormen, die op hun verzoek door voornoemde pater Philippe spiritueel begeleid werd. Na een verblijf in het begin in de cisterciënzerabdij van Lérins bij Cannes, waar de gemeenschap de gelegenheid kreeg te wortelen in het monastieke leven, werd in 1976 overgegaan tot het stichten van een nieuwe congregatie die, naar de apostel Johannes, de naam Congregatie van Sint Jan kreeg en waarvan de leefregel geschreven werd door pater Philippe die, hoewel hij zelf dominicaan bleef, tot 2001 van deze congregatie het ambt van prior-generaal bekleedde. Toen in 1982 voor pater Philippe zijn ambtstermijn als professor aan de universiteit van Fribourg wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd beëindigde, vestigde de congregatie zich vanuit Zwitserland in Frankrijk in Rimont bij Challon-sur-Saône en werd in 1983 te Saint Jodard bij Roanne een eigen noviciaat opgericht. Steunend op het Johannes-evangelie kenmerkt de spiritualiteit van de broeders van Sint Jan zich door een leven van overgave aan God door gezamenlijk stil gebed en door de Eucharistie in het midden van hun leven te plaatsen, daarbij bijzonder belang hechtend aan het gemeenschapsleven in een intense broederlijke naastenliefde. Toen in 2013 seksueel- en machtsmisbruik door haar stichter, voornoemde pater Philippe, aan het licht kwam, was dit voor de congregatie aanleiding afstand van hem te nemen. Tevens werden er hervormingen doorgevoerd. Zo werd er binnen de congregatie overgegaan tot een verdere decentralisatie met meer spreiding van het gezag binnen de organisatie als gevolg. In Nederland heeft de congregatie thans nog een priorij in Den Haag en een priorij in Utrecht
Gebruikte bronnen:
Artikel ‘Broeders van Sint Jan naar Gerardus-Majellaparochie’ op Website Aartsbisdom Utrecht, https://www.aartsbisdom.nl/broeders-sint-jan-naar-gerardus-majellaparochie/ (27-06-2020); Gérard van Tillo, ‘Opvallen of normaal doen? Opvallen of normaal doen?, Over traditionele en eigentijdse vormen van religieus leven‘ op Website RK Kerkplein, http://www.rk-kerkplein.org/home/themas/spiritualiteit/opvallen-of-normaal-doen.html (27-06-2020); Artikel: ’Broeders van Sint-Jan voeren hervormingen door; nemen afstand van stichter’ in “Katholiek Nieuwsblad” van 07-11-2019, https://www.kn.nl/nieuws/broeders-van-sint-jan-voeren-hervormingen-door-nemen-afstand-van-stichter/ (27-06-2020)
ENK Monasticon nummer:
P010
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Cisterciënzerinnen
Orde of congregatie:
Cisterciënzerinnen
Alternatieve namen:
Orde der Cisterciënzer; Cisterciënzers, Bernadijnen, Cisterciënzerinnen; Bernadinnen
Latijnse naam:
Sacer Ordo Cisterciensium
Afkorting:
SOC; SOCist; Ocist
Stichter, stichteres:
Robert van Molesme
Stichtingsjaar:
1098
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Saint-Nicolas-lès-Citeauxx
Vestiging Nederland:
Sinds de Middeleeuwen; herintroductie in 190
Doelstelling:
Contemplatie; pastoraat
Geschiedenis:
Verburgerlijking en verslapping van de discipline ontvluchtend, die vooral toesloeg in de bij de orde van Cluny aangesloten kloosters, verliet in 1098 abt Robertus met een twintigtal monniken de abdij van Molesme om zich in een onherbergzame plaats bij Dijon te vestigen. In deze plaats, die Cîteaux of in het Latijn Cistercium heette en waarvan de naam cisterciënzers afgeleid is, beoogde Robertus in eenzaamheid, armoede, ascese en door met eigen arbeid in het levensonderhoud te voorzien in alle gestrengheid de regel van Benedictus te volgen. Al in 1099 werd hij opgevolgd door Albericus, die een kilometer verder naar het noorden tot definitieve vestiging van de kloostergemeenschap besloot. Vanuit deze gemeenschap ontstond een orde met een eigen regel en bestuur, die in 1170 met de Carta Caritatis haar eerste statuten kreeg. In 1125 werd in Tart, 10 km. ten noorden van Cîteaux, het eerste klooster van cisterciënzerinnen gesticht. Aangezien dit inbreuk zou maken op het grondbeginsel van de orde, dat van alle zielzorg buiten het eigen klooster moest worden afgezien, stonden de cisterciënzers aanvankelijk afwijzend tegen het in hun orde opnemen van vrouwenkloosters. Uiteindelijk kon dit toch niet worden tegengehouden. In de eerste jaren van de 13e eeuw stonden de cisterciënzerinnen onder het gezag van het Generaal Kapittel en waren ze gehouden aan het volgen van de statuten en aan een strenge clausuur. Hun geestelijke verzorging namen de cisterciënzers op zich, die veelal ook materiële hulp verleenden. Binnen de kloostermuren leidden de cisterciënzerinnen een eenvoudig, stil en bescheiden leven, dat in het teken stond van een grote armoedebeleving en een bijzondere overgave aan hun geestelijk ideaal. De viering van de liturgie, de geestelijke lezing, het persoonlijk gebed en de handenarbeid vormden het hoofdbestanddeel van hun spiritualiteit. Op het huidig Nederlands grondgebied bevonden zich in de Middeleeuwen 21 vrouwenkloosters die tot de cisterciënzerorde behoorden
Gebruikte bronnen:
W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p.134-138; M. van der Plas en R. Lutz, “Abdijen in de Lage Landen en de mensen die er wonen” (Tielt, Baarn 1989), p.4; J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p.132; Zr. Lisbet Abdij Nazareth, met medewerking van Zr. Judit De Grijs en Zr. Jozefa Van Doren, ‘Negen eeuwen cisterciënzers’ in “Het Teken”, 69e jaargang, nr. 10, Mei 1997, zie ook website Thomas Godsdienstonderwijs, https://www.kuleuven.be/thomas/page/tijdschriften/viewarticle/100828/ (18-03-2023); G. Vermeer, “Kloosters van baksteen. De architectuur van de hervormingsorden in Nederland tot omstreeks 1300” (Almere 1999), zie ook https://pure.uva.nl/ws/files/2829761/34539_UBA003000253_007.pdf (18-03-2023); R. Wols, ‘Cisterciënzers OCIST’ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/cistercienzers-ocist (18-03-2023); J. Leclecq osb, De spiritualiteit van de cisterciënzers op website Thomas Merton; http://thomasmerton.nl/cistercienzerstrappisten/spiritualiteit/de-spiritualiteit-van-de-cistercienzers/ (18-03-2023); H. de Jong, ‘Cisterciënzers beïnvloedden zelfs Den Haag’ in “Katholiek Nieuwsblad” van 13-01-2017, p.20
ENK Monasticon nummer:
Z202
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Broeders van het Gemene Leven
Orde of congregatie:
Broeders van het Gemene Leven
Alternatieve namen:
Broeders van het Gemene Leven
Stichter, stichteres:
Florens Radewijns
Stichtingsjaar:
1380 - ca. 1800
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Deventer
Doelstelling:
Contemplatie; onderwijs; exploitatie convicten; boekproductie
Geschiedenis:
De geschiedenis van de broeders van het gemene leven maakt deel uit van de geschiedenis van de Moderne Devotie, waarvan Geert Grote als geestelijke vader wordt beschouwd en die ontstond als geestelijk réveil tegen de verloedering van het leven van de clerus en de verruwing van de volkse zeden. Zonder formele kloostergeloften af te leggen, gingen de broeders van het gemene leven de verplichting aan tot een gemeenschappelijk leven overeenkomstig de door de Moderne Devotie voorgestane idealen van de vroege christelijke kerk. Hun goederen schonken ze aan elkaar. Op de aldus ingebrachte goederen konden zij zelf, maar ook hun erfgenamen geen recht meer doen gelden. Rond 1380 werd in Deventer door Florens Radewijns, een vroege medestander van Geert Grote, de eerste gemeenschap van broeders van het gemene leven, het Heer Florenshuis, opgericht. Van kerkelijke zijde werd de druk steeds groter om deze, op alleen wettelijk recht gestoelde samenlevingsvorm, hoewel goedgekeurd door zowel de bisschop van Utrecht als het concilie van Konstanz, in te voegen in een kerkrechtelijk goedgekeurde vorm van gemeenschappelijk leven. Veel gemeenschappen van broeders van het gemene leven namen toen óf de regel van Augustinus óf de derde regel van Franciscus aan. Aldus ontstonden er binnen de Moderne Devotie drie takken: broeders van het gemene leven die geen geloften aflegden, tertianen die de derde regel van Franciscus volgden en verenigd waren in het Kapittel van Utrecht en regulieren die volgens de regel van Augustinus leefden en in het Kapittel van Windesheim georganiseerd waren. Door een in 1568 door paus Pius V uitgevaardigde bul werden gemeenschappen, waarvan de leden geen kloostergeloften hadden afgelegd, verplicht een kloosterregel aan te nemen. Werd daaraan geen gevolg gegeven dan werd de gemeenschap ontbonden. In Nederland viel de werking van deze bul grotendeels samen met de invloed van de hervorming, waardoor aan de meeste huizen van broeders van het gemene leven een einde kwam
Gebruikte bronnen:
Aanvankelijk tekst in DOC-MON Kloosters in Nederland moderne periode, gebaseerd op de volgende bronnen: A.G. Weiler (ed.), "Volgens de norm van de vroege Kerk. De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene leven in Nederland" (Nijmegen 1997); J. Kuys, "Kerkelijke organisatie in het middeleeuwse bisdom Utrecht" (Nijmegen 2004) 270-271 (lit.): bul PA V 1568; A.G. Weiler, “Volgens de norm van de vroege kerk: De geschiedenis van de huizen van de broeders van het Gemene Leven in Nederland” (Nijmegen 1997), p. XIV/XVI/XVIII/XIX/XX/XXI/XXii; J. van Eijnatten en F.A. van Lieburg, “Nederlandse religiegeschiedenis” (Hilversum 2006), p. 121-124; A. Dlabacová, K. Goudriaan en R. Hofman, ‘Wat is de Moderne Devotie?, in “De Moderne Devotie. Spiritualiteit en cultuur vanaf de late Middeleeuwen” (WBOOKS Zwolle, 2018), p. 12
ENK Monasticon nummer:
P004
Toon op kaart Toon op kaart