Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
21  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Priesters van het H. Hart van Jezus
Orde of congregatie:
Priesters van het H. Hart van Jezus
Alternatieve namen:
Priesters van het H. Hart van Jezus
Latijnse naam:
Sacerdotes a Sacro Corde; Congregatio Sacerdotum a Sacro Corde
Afkorting:
SCJ
Stichter, stichteres:
Leo Dehon
Stichtingsjaar:
1878
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
St.-Quentin
Vestiging Nederland:
1883; officiële vestiging in 1900
Doelstelling:
Missiewerk; pastoraal werk; onderwijs; sociaal werk; crisishulp
Geschiedenis:
Léon Gustave Dehon werd in 1843 in La Capelle in het Franse Departement du Nord geboren als zoon van welgestelde ouders. Hij studeerde in Parijs en Rome. In 1868 werd hij priester gewijd. Als kapelaan richtte hij in 1877 met toestemming van de bisschop van Soissons in Saint-Quentin het Collège St. Jean op. Vanuit zijn visie, dat het docentencorps van dit college uit priesters zou moeten bestaan die samen een nieuwe congregatie zouden vormen, stichtte Dehon in 1878 in Saint-Quentin de Congregatie van de Priesters van het H. Hart van Jezus. Gedurende zijn verdere leven bleef Dehon zijn congregatie als Generaal Overste besturen. In 1925 stierf hij te Brussel. De leden van de congregatie, die naar de stichter ook wel Dehonianen worden genoemd, wijdden zich aan de verering van het Heilig Hart van Jezus, een in de 19e eeuw zeer populaire devotie, waarvan het aan Jezus’ Hart te geven eerherstel de leidraad vormde. De gedachte daarachter was, dat de zondige mens het Hart van Jezus dusdanig verwond had dat Zijn eer hersteld moest worden. De Dehonianen probeerden dat eerherstel te bereiken door het H. Hart te vereren en door hun eigen lijden als een offer op te dragen aan Jezus, maar ook door het verrichten van liefdewerk die gelovigen dichter tot het H. Hart zouden brengen. Na het Tweede Vaticaanse concilie werd de doelstelling van de congregatie opnieuw verwoord. Het accent kwam toen te liggen op diaconie, pastoraat, onderwijs, crisishulp en opvang van daklozen. Vrij snel breidde de Congregatie zich uit, eerst in Frankrijk, maar spoedig ook daarbuiten. Al in 1883 vestigde zij zich te Watersleyde bij Sittard. De vestiging daar groeide uit tot het Sittardse Missiehuis, dat het moederhuis van de Duitse provincie werd. De bakermat van de bij decreet van het generaal bestuur in 1910 opgerichte Nederlandse provincie is het in 1900 gestichte Juvenaat H. Hart te Bergen op Zoom. In de missie was de congregatie actief in Brazilië, Kongo, Finland, Zweden, Kameroen, Indonesië en Chili
Missielanden:
Brazilië (1893); Congo/Zaïre (1897); Finland (1907); Zweden (1910); Kameroen (1911); Indonesië (1923); Chili
Gebruikte bronnen:
KS, 131-133; PA 2002, 2004; NMM; Encyclopedie van het Katholicisme III (1956) k. k. 488-489; www.relins.be; Willemsen, "Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden" (2006)
ENK Monasticon nummer:
P038
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Norbertinessen
Orde of congregatie:
Norbertinessen
Alternatieve namen:
Kanunnikessen van de Orde van Premonstreit; Norbertinessen
Latijnse naam:
Ordo Praemonstratensis
Afkorting:
OPraem
Stichter, stichteres:
Norbertus van Gennep
Stichtingsjaar:
1120
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Prémontré
Vestiging Nederland:
1271
Doelstelling:
Contemplatie
Gebruikte bronnen:
KS, 68, 69; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z097
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kartuizers
Orde of congregatie:
Kartuizers
Alternatieve namen:
Kartuizers; Orde der Kartuizers
Latijnse naam:
Ordo Cartusiensis
Afkorting:
OCart
Stichter, stichteres:
Bruno van Keulen
Stichtingsjaar:
1084
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Dauphiné
Vestiging Nederland:
1314
Doelstelling:
Contemplatie
Geschiedenis:
Bruno van Keulen, stichter van de kartuizerorde, was magister in de theologie in Reims. Uit onvrede met de gang van zaken binnen de katholieke kerk besloot hij het openbare kerkelijke leven de rug toe te keren om een streng ascetisch leven te gaan leiden. In 1084 stichtte hij in het onherbergzame Massif de la Chartreuse de eerste kartuis, die uit zou groeien tot La Grande Chartreuse, het moederhuis van de kartuizerorde. In 1992 stichtte hij in Calabrië in Zuidwest-Italië de tweede kartuis, waar hij in 1101 overleed. De kartuizerorde kenmerkt zich door streng ascetisme, eenzaamheid, ongestoorde contemplatie en afzondering. Daartoe leven de kartuizers ieder afzonderlijk in een kleine woning, een kluis. In de rond een complex van gezamenlijke gebouwen gegroepeerde kluizen brengen de kartuizers bijna heel hun leven in eenzaamheid door met gebed, studie en het verrichten van handarbeid. Ze komen alleen bijeen voor gebed en gezang en om gezamenlijk te eten op zon- en feestdagen. Er wordt in een kartuis vrijwel niet gesproken. De kartuizers praten alleen met elkaar tijdens feestdagen en de wekelijkse wandeling. Idealiter bestaat een kartuis uit 12 monniken en een prior, met ongeveer evenveel lekenbroeders, genoeg om te kunnen leven van de exploitatie van de grond rondom de kartuis. Bruno van Keulen liet geen geschreven regel na. Het was Guigo, de vijfde prior van La Grande Chartreuse, die het ideaal van Bruno vastlegde in de Consuetudines die de uiteindelijk leefregel van de kartuizerorde omvat. Consequent vasthoudend aan deze regel, heeft de kartuizerorde niet zoals veel andere middeleeuwse orden een observantiebeweging gekend. Nederland telde negen kartuizen. Deze werden tijdens de reformatie verwoest op de kartuis van Roermond na, die in 1783 zijn deuren moest sluiten. Een poging in de 20ste eeuw om een kartuis in Tubbergen te stichten, werd in 1971 voornamelijk door het toen vrijzinnige klimaat in de Nederlandse kerkprovincie en de ontkerkelijking definitief afgeblazen
Gebruikte bronnen:
E. Mores, Proefschrif “Fundatio Carthusiae Ultraiectinae: stichtingskroniek van het kartuizerklooster Nieuwlicht bij Utrecht” (Universiteit Utrecht 2009), p. 2-4; J. G.M. Sanders, ‘de kartuizers bij Den Bosch: historisch overzicht en vragen rond de stichting” in “Signum. Tijdschrift van de Contactgroep voor sociaal-economische en institutioneel-juridische geschiedenis van geestelijke en kerkelijke instellingen in de Nederlanden in de middeledeuwen”, 19 (2007), p. 104; Th. Bakker, ‘Sint Andries ter Zaliger Haven. De geschiedenis van het Kartuizerklooster in Amsterdam 1392-1578’ op website Theo Bakker’s Domein, https://www.theobakker.net/pdf/sintandries.pdf (09-01-2021), p. 2-3; J. Schut, ‘Het kasteel Vronestein en haar bewoners rond het jaar 1726’ in “Cronyck de Gein”, 6 (1984), nr. 1, zie ook: https://www.museumwarsenhoeck.nl/wp-content/uploads/2015/08/1984.pdf (09-01-2021), p. 3/4; L. Zuidema, ‘Weerspiegeling van twee leefwerelden. Het Delftse kartuizerklooster en het drieluik met de familie Van Beesd’ in “Madoc”, jaargang 2004, zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/_mad001200401_01/_mad001200401_01_0036.php#316T (09-01-2021), p. 260-262; P.F.M. Coenen, ‘De Kartuizers in het land van de Dommel’ op website Heemkunde Boxtel, https://heemkundeboxtel.nl/wp-content/uploads/2017/02/kart-2004.pdf (09-01-2021); T.H.M van Schaik, “Het kroost van broeder Joost. Waarom de kartuizers niet terugkwamen naar Nederland” (Kampen 2007), p. 170; A.Hoksbergen, “De kartuize van Tubbergen” (Afstudeerscriptie Academie van Bouwkunst in Amsterdam, februari 2011), p. 10; J. Reijnders, “Een reis in stilte. Leven als kartuizers” (Kampen 2006)
Opmerkingen:
deze vestiging werd ook Constantijn
ENK Monasticon nummer:
P016
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Karmelieten
Orde of congregatie:
Karmelieten
Alternatieve namen:
Orde van O.L. Vrouw van de Berg Karmel; Karmelieten; Geschoeide Karmelieten; Broeders van O.L. Vrouw van de Berg Karmel
Latijnse naam:
Ordo Fratrum et Sororum Beatae Mariae Virginis de Monte Carmelo
Afkorting:
O.Carm
Stichtingsjaar:
Omstreeks 1200
Land van oorsprong:
Israël
Plaats van oorsprong:
Berg Carmel
Vestiging Nederland:
1249
Doelstelling:
Contemplatie; pastoraal werk; onderwijs; missiewerk
Geschiedenis:
De Karmelieten komen voort uit een groep van kluizenaars, die in navolging van de profeet Elia rond 1200 in het Karmelgebergte bij de havenplaats Haifa in Israël een aan God toegewijd leven leidden. Voor hen schreef Albertus van Avogrado, patriarch van Jeruzalem, een in 1226 pauselijk goedgekeurde leefregel. Omstreeks 1235 werden zij door Arabische moslims van de berg Karmel verdreven. De meesten vertrokken naar Europa. Op het concilie van Lyon in 1245 werd hun op contemplatie gerichte gemeenschap onder de bedelorden opgenomen. In de 14e eeuw, toen zij een grote groei doormaakten, wijzigde hun strikt contemplatieve kluizenaarschap in een vita mixta, waarin actief en contemplatief leven met elkaar in evenwicht dienden te zijn en de contemplatie de inspiratie diende te leveren om actief te zijn zowel op maatschappelijk als op religieus gebied. In de 16e eeuw ontstond er een hervormingsbeweging in Spanje, waar Teresa van Avila en Johannes van het Kruis communiteiten stichtten die teruggrepen op de oorspronkelijke 13e-eeuwse Karmelregel. Deze hervorming leidde tot een splitsing van de orde in een gematigde tak, de Geschoeide Karmelieten, en een strenge tak, de Ongeschoeide Karmelieten. Vanaf de 13e eeuw vestigden de karmelieten in meerdere plaatsen in Nederland kloosters, die echter ten tijde van de Reformatie weer opgeheven werden. Vanaf 1840 maakte de orde in Nederland een nieuwe start. Dit leidde in 1890 tot een Nederlandse provincie, die in de periode van 1890 tot 1960 een explosieve groei kende. Er werden nieuwe kloosters gebouwd en scholen gesticht en in veel parochies en instellingen waren de karmelieten actief. Na deze periode moesten de karmelieten als gevolg van de door ontzuiling en secularisatie stokkende aanwas, zich noodgedwongen op de werkvelden, waarop ze tot dan toe actief waren, terugtrekken. Vanaf dan werd er steeds meer ingezet op bezinning en het uitdragen van de karmelitaanse mystiek en spiritualiteit. Contemplatie is toen weer zwaarder gaan wegen
Rechtspersonen:
Rechtspersoon: Karmelstichting (bron 1959)
Missielanden:
Brazilië (1903); Indonesië (1923); Filipijnen (1957); Zimbabwe (1980)
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (27-07-2020), p. 18/19; J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (27-7-2020), p. 140; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p. 106-108/110/111/114-116; M. van der Plas en R. Lutz, “Abdijen in de Lage Landen en de mensen die er wonen” (Tielt, Baarn 1989), p. 131; A. Jacobs, “Kroniek van de Karmel in Nederland, 1840-1970” (Hilversum 2017), p. 13-15; R. Wols, ‘De Karmelieten OCARM’ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://wierookwijwaterenworstenbrood.nl/ontdekken/verhalen/de-karmelieten-ocarm (20-11-2020)
ENK Monasticon nummer:
P014
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart