Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
26  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Tertiarissen
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Alternatieve namen:
Derde Orde van Sint Franciscus; Tertianen en Tertiarissen
Stichtingsjaar:
13e eeuw
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
Midden 14e eeuw
Vertrek uit Nederland:
Eind 18e eeuw
Doelstelling:
Het geven van invulling aan een religieus en spiritueel leven zonder het beroeps- en familiair bestaan te verlaten
Geschiedenis:
Naast een eerste orde van minderbroeders en een tweede orde van clarissen ontstond er in de 13e eeuw een nieuwe, derde orde van tertianen en tertiarissen. Deze derde orde van Sint Franciscus, die in 1289 door paus Nicolaas IV met de bul Supra montem werd goedgekeurd, bood mannelijke en vrouwelijke penitenten de mogelijkheid zoveel mogelijk volgens de regels van Franciscus en Clara een devoot leven te leiden, maar niet in strikte of canonieke zin zoals dat het geval was in het kloosterleven van de eerste en tweede orde. Zij waren leken, die invulling gaven aan hun religieus en spiritueel leven zonder hun beroeps- en familiair bestaan te verlaten. Het waren met name vrouwen die voor deze leefwijze kozen. De derde-orde-beweging was dan ook vooral een vrouwenbeweging. Een groot deel van de Utrechtse conventen van tertianen en tertiarissen sloten zich aaneen in het Kapittel van Utrecht. In navolging daarvan vormden de tertianen en tertiarissen van het aartsbisdom Keulen het KeuIs Kapittel en die van het bisdom Luik en omgeving het Kapittel van Zepperen. Evenals de huizen van de broeders en zusters des gemenen levens en de augustijner mannen- en vrouwenkloosters, aangesloten bij het Kapittel van Windesheim en dat van Sion, waren de conventen van tertianen en tertiarissen integraal onderdeel van de Moderne Devotie. Vanaf het prille begin zijn de bij het Kapittel van Utrecht aangesloten conventen van tertianen en tertiarissen de weg opgegaan naar een kloosterleven zoals de eerste en tweede orde die kenden. Een belofte van kuisheid werd al vanaf het begin gevraagd van hen, die zich bij en gemeenschap van tertianen en tertiarissen wilden aansluiten. Later, in 1487, werden de kloosterbeloften kuisheid, armoede en gehoorzaamheid officieel verplicht gesteld. Allengs ging het merendeel van de tertiarissenconventen over tot clausuur en leidden de zusters binnen de muren van hun convent een contemplatief leven van gebed, meditatie, geestelijke oefeningen, collaties en handenarbeid
Gebruikte bronnen:
Monasicon Trajectense, https://www2.fgw.vu.nl/oz/monasticon/inleiding.php (10-03-2023); K. Goudriaan, 'De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht. Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis , 1, 1998” (Hilversum 1998). p.205/207/208; T. Decosemaker, Masterscriptie “Och Lassy! Och Arme!”: Biechtvaderschap in semireligieuze gemeenschappen”, Universiteit Gent, 2019/2020. p. 27/28; B.R. de Melker, “Metamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385 – 1435” (Universiteit van Amsterdam 2002), zie ook: https://pure.uva.nl/ws/files/3413925/21633_UBA002000746_07.pdf (10-03-2023), p.40, voetnoot 18; W. van Egmont, ‘Het leven van Sint Maarten’ in “Madoc”, jaargang 1998
ENK Monasticon nummer:
Z207
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Seculiere kanunniken
Orde of congregatie:
Seculiere kanunniken
Stichtingsjaar:
- Einde 18e eeuw
Doelstelling:
Dagelijks onderhouden van het koorgebed; zielzorg in parochies
Geschiedenis:
Seculier kanunniken maakten deel uit van een kapittel, een bestuurscollege dat verbonden was aan een kathedraal of een andere belangrijke kerk, die kapittelkerk of collegiale kerk genoemd werd. Bij het vaststellen tijdens het Concilie van Aken in 816 van de regel van Chrodegang, doorgaans de regel van Aken genoemd, werd ervan uitgegaan dat kanunniken gemeenschappelijk zouden leven. Ze hoefden geen kloostergelofte af te leggen en geen afstand te doen van hun bezittingen. In de 10e eeuw verslapte de toepassing van deze regel. Het communautaire leven werd verlaten. De kanunniken gingen vanaf toen afzonderlijk wonen in huizen, die zich bevonden binnen de claustrale singel of immuniteit van het kapittel, een afgebakend gebied rondom de kapittelkerk, waar slechts het kerkelijk recht van toepassing was. Voorts werden de door het kapittel gemeenschappelijk opgebouwde bezittingen verdeeld in “prebenden”, die werden aangewend om in het levensonderhoud van de individuele kanunniken te voorzien. De kanunniken kwamen dagelijks in de kapittelkerk bijeen voor het koorgebed. Ook waren ze actief in de zielzorg in parochies. Centraal stond evenwel het koorgebed en de liturgie. Een aan een kathedraal verbonden kapittel stond tevens de bisschop bij in zijn bestuurstaken. Mettertijd was een verwerver van een prebende veelal alleen maar kanunnik in naam. Voor de koordiensten liet hij zich vervangen door een priester, die als vicaris optrad. Er waren dan ook nogal wat kanunniken, die alleen de lagere wijdingen of zelfs geen wijding hadden ontvangen. Deze kanunniken konden ook getrouwd zijn. Aan deze toestand werd door het Concilie van Trente een eind gemaakt. In de Noordelijke Nederlanden werden de meeste seculiere kapittels tijdens de reformatie opgeheven of omgevormd tot wereldlijke proosdijen. In de Zuidelijke Nederlanden verdwenen de kapittels pas aan het eind van de 18e eeuw bij de komst van de Franse revolutionaire troepen. Alle bezittingen werden toen door de staat geconfisqueerd
Gebruikte bronnen:
A.Clazing, ‘Papenhofstede’ in “Flehite: historisch jaarboek Amersfoort en omstreken” Volume 2011, zie ook: https://wegwijs033.nl/Papenhofstede.pdf (02-02-2023), p.103-105; “Geschiedenis van het heiligdom St. Gerlach als norbertinessenstift” op website Vrienden van Sint Gerlach
https://vriendenvansintgerlach.nl/images/rechts/2021/Presentatie_StGerlach_Norbertinessenstift.pdf (02-02-2023), p.5
ENK Monasticon nummer:
V019
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Alternatieve namen:
Reguliere Kanunnikessen van Windesheim; Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus; Augustinessen van Windesheim
Latijnse naam:
Canonicae Regulares Windeshemenses
Afkorting:
CRW
Stichtingsjaar:
1448
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Nederwetten
Doelstelling:
Contemplatie
Gebruikte bronnen:
KS, 72; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z104
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Alternatieve namen:
Reguliere Kanunniken van de H. Augustinus; Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus; Reguliere Kanunniken van Sint Jan van Lateranen; Congregatie van Lateranen; Lateraanse Congregatie
Latijnse naam:
Ordo Canonicorum Regularium Sancti Augustini; Canonici Regulares Lateranenses; Congregatio Sanctissimi Salvatoris Lateranensis
Afkorting:
CRL
Stichtingsjaar:
4de eeuw
Vestiging Nederland:
Middeleeuwen
Doelstelling:
Contemplatie; missiewerk; pastoraal werk
Geschiedenis:
De Congregatie van de Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus kent geen eigenlijke stichter. De geschiedenis van de reguliere kanunniken gaat terug tot in de 4e eeuw. Vanaf 313, toen het Edict van Milaan werd uitgevaardigd, waarin Keizer Licinius bekrachtigde dat er voortaan in het Romeinse Rijk vrijheid van godsdienst zou heersen, waardoor er een eind aan de christusvervolgingen kwam, ontstonden rondom bisschoppen groepen clerici die hen bijstonden in het bestuur van het bisdom en in de liturgische vieringen in de kathedraal. Vanaf de 11e eeuw gingen deze groepen van clerici over naar de regel van Sint Augustinus aangevuld met zogenaamde constituties. Op de Norbertijnen en de Kruisheren na, die een eigen historische ontwikkeling hebben gekend, namen deze groepen van clerici de naam van Reguliere Kanunniken van St. Augustinus aan en werden ze aangemoedigd zich in zogenaamde congregaties te groeperen. Eén van deze congregaties is de Congregatie van Lateranen, in het Latijn: Canonici Regulares Lateranenses, afgekort C.R.L.. Door deze congregatie werd in 1961 de als gevolg van de suppressiewetten van keizer Jozef II opgeheven Congregatie van Windesheim, waartoe Thomas à Kempis en Jan van Ruusbroec behoorden, heropgericht en gevestigd in Frankrijk, Italië en Duitsland. In 1947 vestigden de Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus, waarvan de kanunniken vanuit een leven in gemeenschap werkzaam zijn in parochies, onderwijs, permanente vorming en geestelijke begeleiding, met het in Sluis stichtten van een kleinseminarie zich weer in Nederland
Missielanden:
Zaïre (1950)
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (13-10-2022); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 166; J. Smits, Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant (Alphen aan de Maas, 2010), p. 143/144; R.Wols, “De Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus (CRL) op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-reguliere-kanunniken-van-sint-augustinus-crl#:~:text=In%20de%20elfde%20en%20twaalfde,eigen%20historische%20ontwikkeling%20hebben%20gehad. (13-10-2022)
ENK Monasticon nummer:
P041
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart