Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
13  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus (Windesheim)
Alternatieve namen:
Reguliere Kanunnikessen van Windesheim; Reguliere Kanunnikessen van de H. Augustinus; Augustinessen van Windesheim
Latijnse naam:
Canonicae Regulares Windeshemenses
Afkorting:
CRW
Stichtingsjaar:
1448
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Nederwetten
Doelstelling:
Contemplatie
Gebruikte bronnen:
KS, 72; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z104
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Penitenten-Recollectinen
Orde of congregatie:
Penitenten-Recollectinen
Alternatieve namen:
Congregatie van de Zusters Penitenten-Recollectinen
Afkorting:
PR
Stichter, stichteres:
Joanna van Jezus (Baptista Neerinkx
Stichtingsjaar:
1623
Land van oorsprong:
België
Plaats van oorsprong:
Limburg
Vestiging Nederland:
1662
Doelstelling:
Contemplatie
Geschiedenis:
De in 1576 in Gent geboren Jeanne Baptiste Neerinckx is de stichteres van de congregatie van de Orde van Penitenten-Recollectinen. Bij haar intreden in 1604 bij de Hospitaalzusters in Gent nam zij de naam van Joanna van Jesus aan. Deze Hospitaalzusters, die naar de grijze kleur van hun habijt Grijze Zusters genoemd werden, stamden af van de oudste congregaties van de Derde Orde van tertiarissen, die in de 13e eeuw ontstonden naast de Eerste Orde van minderbroeders en de Tweede Orde van clarissen. Met de opdracht de religieuze geest in de communiteit te vernieuwen en een hervorming van de levenswijze in te voeren, werd Joanna van Jezus in 1609 door pater Petrus Marchant als overste van voornoemd klooster aangesteld. Pater Marchant was één van de voormannen van de met name bij de Eerste Orde van de minderbroeders ontstane zogeheten recollectenbeweging, die streefde naar een meer afgezonderd en intens geestelijk leven. Als custos van de Recollecten-provincie van Vlaanderen, onder wier jurisdictie de tertiarissen ressorteerden, onderhield hij contacten met ook de Hospitaalzusters in Gent, die evenwel in verzet kwamen tegen de door Joanna van Jezus doorgevoerde hervormingen. Met vier van deze zusters verliet Joanna van Jezus het klooster in Gent om zich in 1623 te vestigen in een, in de stad Limburg bij Verviers door pater Marchant verworven huis. Hier stichtte ze naar haar richtlijnen de eerste gemeenschap van penitenten-recollectinen, waarvoor pater Marchant in de geest van Johanna van Jezus de constituties opstelden, die gebaseerd waren op de regel voor de derde orde van paus Leo X. Behalve dat er nieuwe kloosters werden gesticht, namen ook bestaande kloosters van tertiarissen, die onder de rechtsmacht van de minderbroeders vielen, voornoemde constituties over. Zo zijn de congregaties van de Franciscanessen van Oirschot en van de Franciscanessen van Dongen uit de Reform van Limburg voortgekomen, terwijl daaruit door afsplitsingen weer nieuwe congregaties zijn ontstaan
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), p.74/75; M. E. Monteiro, “Vroomheid in veelvoud: geschiedenis van de Franciscanessen van Oirschot” 1797-1997 (Hilversum 2000), p.20; Pater Gerlach, Gedenkboek ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de congregatie van de Penitenten-Recollectinen te Oudenbosch (klooster “Sint Anna”) (Oudenbosch 1938), p.22/23; Zuster M. Domitilla, ‘Geschiedenis van het zusterklooster aan d Beekpoort te Weert’ in “Bijdragen voor de geschiedenis van de provincie de minderbroeders in Nederland”, Deel 12, Fascikel 23, 1961, p. 187/188; Pater Quirinus van Alphen, “De geschidenis van de congregatie van de Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis der H. Moeder Gods te Veghel” (1944), p.18; "Van 'Contemplatief Convent' tot actieve 'Onderwijs-Congregatie'. Bij het 150-jarig bestaan der Congregatie van de Zusters Penitenten-Recollectinen te Dongen, Noord-Brabant" [Omslagtitel: "Als een mosterdzaad"] (Dongen 1951), p.20/21/23-34; H. de Jong, ‘De zusters franciscanessen van Mariadal uit het klooster in de Nieuwstraat’ in “Jaarboek De Oranjeboom”, 38 (2015).
zie ook https://deoranjeboom.nl/wp-content/uploads/2018/04/Jb-68-2015-03.pdf (05-01-2019), p.38/39; Th. Bakker,Middeleeuwse kloosters in Maastricht” op website Theo Bakker’s Domein, http://www.theobakker.net/pdf/kloosterstricht.pdf (09-04-2023), p.45
ENK Monasticon nummer:
Z210
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Missionarissen Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria
Orde of congregatie:
Missionarissen Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria
Alternatieve namen:
Missionarissen Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria; Oblaten van Maria; Missionarissen van de H. Carolus Borromeus; Missionarissen de Provincie
Latijnse naam:
Congregatio Missionariorum Oblatorum Sanctissimae et Immaculatae Virginis Beatae Mariae
Afkorting:
OMI; COM
Stichter, stichteres:
Eugène de Mazenod
Stichtingsjaar:
1816
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Aix-en-Provence
Vestiging Nederland:
1880
Doelstelling:
Missiewerk; volksmissies; pastoraal werk
Geschiedenis:
Eugène de Mazenod, de stichter van de congregatie van de Missionarissen Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria, werd op 1 augustus 1782 in Aix-en-Provence te Frankrijk geboren. Tijdens de Franse Revolutie moesten zijn ouders, die tot de lagere adel behoorden, Frankrijk verlaten. Levend op de rand van de armoedegrens zwierven zij elf jaar lang door verschillende Italiaanse steden. In die tijd was Eugène verstoken van goed onderwijs, totdat de familie in Venetië Don Bartolo Zinelli ontmoette. Hij gaf Eugène onderricht, hetgeen hem een stevige godsdienstige basis verschafte. Besloten om priester te worden, keerde Eugène in 1802 naar Frankrijk terug, waar hij in Parijs aan het seminarie St. Sulpice zijn opleiding als priester volgde. Na in Amiens in 1811 tot priester te zijn gewijd, vestigde hij zich in zijn geboorteplaats Aix-en-Provence, van waaruit hij zich in dienst stelde van de zwakkeren in de samenleving. Een aantal gelijkgezinde priesters sloot zich bij hem aan. Ze noemden zich “de missionarissen van de Provence”. Hieruit ontstond in 1816 de congregatie van de Missionarissen Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria. In 1816 werd de congregatie, die zich toelegde op missies buiten Europa, op volksmissies en op begeleiding en onderwijs voor de allerarmsten, door Paus Leo XII erkend. Eugène de Mazenod, die na zijn werkzaamheden als vicaris-generaal en wijbisschop in 1832 tot bisschop van het bisdom Marseille gewijd werd, stichtte meer dan twintig parochies en leidde de congregatie, die na aanvankelijk met missioneringsarbeid in Zuid-Afrika, Ceylon (thans Sri Lanka) en Canada te zijn begonnen zich over de gehele wereld verspreidde. In 1880 vestigden de congregatie zich om politieke redenen vanuit Frankrijk en Duitsland in Nederland. Haar eerste vestiging, die de naam St. Gerlach kreeg, was in Zuid-Limburg in de villa Strabeek in Houthem. Sinds 1945 is er sprake van een Nederlandse provincie. Voor die tijd maakte Nederland deel uit van de Belgisch-Nederlandse provincie
Missielanden:
Canada (1841); Sri Lanka (Ceylon) (1848); Zuid-Afrika (1851); Lesotho (1851); Verenigde Staten; Namibië (1895); Congo (1931); Filipijnen (1939); Haïti (1943); Suriname (1949); Kameroe
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook:
https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (07-01-2022); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 156; A.A. van Moorsel en J.H.M. Hoen, “Pater worden? Dat kan bij ons” (Sittard 2012); J. Smits, “Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant “ (Alphen aan de Maas 2010), p. 134; R. Wols, ‘De Missionarissen Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria OMI’ op website Brabant Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-missionarissen-oblaten-van-de-onbevlekte-maagd-maria-omi (08-01-2022)
ENK Monasticon nummer:
P030
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kruisheren
Orde of congregatie:
Kruisheren
Alternatieve namen:
Kruisheren; Orde van het H. Kruis; Reguliere Kanunniken van het H. Kruis; Kruisbroeders
Latijnse naam:
Ordo Sanctae Crucis
Afkorting:
O.S.C.
Stichter, stichteres:
Theodorus van Celles
Stichtingsjaar:
1211
Land van oorsprong:
België
Plaats van oorsprong:
Hoei
Vestiging Nederland:
1371
Doelstelling:
Pastoraal werk; onderwijs; missiewerk
Geschiedenis:
De stichter van de orde van het Heilig Kruis, Theodorus Celles, die kanunnik was van het kathedrale kapittel van Luik, legde in 1211, nadat hij van de kruistocht tegen de Albigenzen was teruggekeerd, met vier ander kapittelheren hun religieuze geloften af aan de bisschop van Luik. Deze schonk hen in Clairlieu bij Hoei in de provincie Luik de Sint-Theobalduskerk. Bij deze kerk bouwden ze een klooster. Als grondslag voor hun samenleven namen ze de regel van Augustinus aan. In 1948 keurde Paus Innocentius IV de constituties goed die de kruisheren op enkele uitzonderingen na van de Dominicanen overnamen. De leden van onderhavige orde heten officieel Reguliere Kanunniken van de Orde van het Heilig Kruis. De spiritualiteit van deze orde, waarvan Sint Helena en Sint Odilia de patroonheiligen zijn, staat met name in het teken van tolerantie en protest tegen onechtheid en onderdrukking. Nadat, geïnspireerd door de Moderne Devotie, in 1410 besloten werd tot een grondige hervorming, die vooral gekenmerkt werd door de nadruk op het contemplatieve leven, kwam de orde in de 15e eeuw tot grote bloei. In het huidige Nederland werden er toen door de kruisheren een zestiental kloosters gesticht. Op het klooster in Sint Agatha na, werden al deze kloosters ten tijde van de Reformatie opgeheven. Door de Franse overheersing rond 1800 en door de daarop volgende wetgeving van koning Willem I, die kloosters het aannemen van nieuwe leden verbood, werden de kruisheren wederom in hun voortbestaan bedreigd. Toen echter in 1840 vorenbedoelde wet ingetrokken werd, kwam de orde tot nieuwe bloei en werden er nieuwe stichtingen opgericht. In het begin van de 20e eeuw vestigden de kruisheren zich ook in Noord-Amerika en namen ze vanaf 1920 missies aan in Congo, Indonesië en Brazilië. Voorts bedienden de kruisheren tot diep in de 20e eeuw parochies in onder meer Rotterdam, Amsterdam, Tilburg, IJsselmonde, Ridderkerk, Weert en Odiliapeel en hadden ze middelbare scholen in Uden, Amersfoort en Bussum
Missielanden:
Congo (1920); Indonesië (1927); Brazilië (1934); België; Duitsland; Oostenrijk; Italië
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006),m zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (15-01-2021); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 143; J.G.M. Sanders, ‘Roermondse kartuizers of Keulse kruisheren. Kandidaten voor een kloosterstichting in de Meierij van ’s-Hertogenbosch, 1460-1465’in Rijksarchivaris in een land zonder grenzen : Liber Amicorum mr. dr. Jacques van Rensch / Louis Berkvens onder redactie van L. Berkvens en E. Steege (Maastricht 2019), zie ook: https://www.kartuizerklooster.nl/downloads/artikel-vriendeboek-Rensch-vanuit-RHCL.pdf (15-01-2021), p. 231; H. van Engen, “De derde orde van Sint-Franciscus in het middeleeuwse bisdom Utrecht: Een bijdrage tot de institutionele geschiedenis van de Moderne Devotie” (Hilversum 2006), p. 280; C.H. Lawrence, “Kloosterleven in de Middeleeuwen: In West-Europa en de Lage Landen” (Amsterdam 2004), p. 321; R. Wols, ‘De Kruisheren OSC’ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.wierookwijwaterenworstenbrood.nl/ontdekken/verhalen/de-kruisheren-osc (15-01-2021)
Opmerkingen:
De Kruisheren hadden vóór 1800 in de volgende plaatsen geen klooster maar wel (tijdelijke) vestigingen in de vorm van een statie, een huis, een refugie of een parochie: Beers, Nijmegen, Mook, Oud-Zevenaar (Gld), Overasselt (Gld), Oeffelt, Heel, 't Loo (Gld), Baarlo, Boekel, Bovenkarspel, Dordrecht (Z-H), Duiven (Gld), Ell (L), Gennep, Gorinchem (Z-H), Grave, Groessen (Gld), Heijen, Horssen (Gld), Huisseling (N-B), Kekerdom, Middelaar (L), Nijmegen, Raamburg (Z-H), Schijndel (N-B), Spanbroek (N-H), Tegelen, Ulft (Gld), Volkel, Wevershoef (N-H), Westerblokker, gem.Hoorn. Meer informatie in MB II
ENK Monasticon nummer:
P017
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart