Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
50  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Broeders van O.L. Vrouw van Lourdes
Orde of congregatie:
Broeders van O.L. Vrouw van Lourdes
Alternatieve namen:
Broeders van O.L. Vrouw van Lourdes; Broeders van Dongen; Broeders van Ronse; Broeders van Oostakker; Broeders van de H. Vincentius; Broeders van Goede Werken
Latijnse naam:
Congregatio Fratrum Beatae Mariae Virginis de Lourdes
Afkorting:
F.N.D.L.
Stichter, stichteres:
Modeste Stephane Glorieux
Stichtingsjaar:
1830
Land van oorsprong:
België
Plaats van oorsprong:
Ronse
Vestiging Nederland:
1844
Doelstelling:
(Psychiatrische) verpleging; opvoeding; onderwijs; missiewerk
Geschiedenis:
De Congregatie van de Broeders van O.L. Vrouw van Lourdes werd in 1830 gesticht door Stefanus Modestus Glorieus. Na in 1825 tot priester te zijn gewijd, werd hij nog in hetzelfde jaar tot kapelaan in Ronse benoemd. Vooral in de streek van Ronse was rond 1830 sprake van grote politieke en economische problemen. Er heerste veel werkeloosheid en mede daardoor grote armoede. Daarnaast was een groot deel van de bevolking analfabeet. Getroffen door zoveel sociale ellende besloot Glorieux tot het, op instigatie van de bisschop van Gent, stichten van een congregatie van broeders, die de naam Broeders van Goede Werken kreeg en waarvan de Regel in 1835 door de bisschop goedgekeurd werd. In dat jaar werden de eerste zes broeders ingekleed en geprofest. Naast de geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid beloofden de broeders zich met alle kracht toe te leggen op goede werken, die zich geleidelijk uitbreidden over verschillende domeinen van hulpverlening: onderwijs en opvoeding van kwetsbare jeugd, (psychiatrische) verpleging, ouderenzorg, werkverschaffing voor werklozen en opvang van daklozen. Mede door het slechte financiële beheer van Glorieux stapelden de schulden zich op. In 1844 werd één van zijn medewerkers, priester Jan Colle, als algemeen geestelijk directeur van de broeders van Goede Werken benoemd. Glorieux werd geleidelijk aan de kant geschoven. Hij werd in 1848 gedwongen Ronse en de congregatie te verlaten. In 1872 overleed hij. Het moederhuis werd in 1887 verplaatst van Ronse naar Oostakker. De naam van de congregatie werd toen veranderd in die van Broeders van O.L. Vrouw van Lourdes. De congregatie, die onder de bisschop van Gent ressorteerde, ontving in 1892 het decreet van Pauselijk Recht en kwam daarmee rechtstreeks onder de Heilige Stoel te vallen. In 1910 werden de in Nederland gelegen vestigingen van de congregatie verenigd in een Nederlandse provincie. Het provincialaat was tot 2009 in Dongen gevestigd en werd daarna naar Eindhoven verplaatst
Juridische structuur:
Pauselijk recht
Missielanden:
Indonesië (1926); Congo (1929); Nederlandse Antillen (1948); Brazilië (1967); Ethiopië (1999)
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (27-06-2023); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (17-06-2020), p,171; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel II ('s-Gravenhage 1930), p.71-74; J. Smits, “Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant “ (Alphen aan de Maas 2010), p.158/159; A .Ruttenberg, ´Een beknopte geschiedenis van de congregatie van de Broeders van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes: 1830-2005’ op website Congregatie Broeders Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, https://www.broeders-olv-lourdes.org/geschiedenis-congregatie.html (28-06-2023); G. Donkers, ‘ Broeders van O.L. Vrouw van Lourdes. Ook wel Broeders van Goede Werken of Broeders van Dongen op website Bossche Encyclopedie, https://www.bossche-encyclopedie.nl/artikelen/donkers,%20geert/broeders%20van%20o.l.%20vrouw%20van%20lourdes.htm (03-07-2023)
ENK Monasticon nummer:
B004
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Broeders van Barmhartigheid van Sint Joannes de Deo
Orde of congregatie:
Broeders van Barmhartigheid van Sint Joannes de Deo
Alternatieve namen:
Broeders van de H. Joannes de Deo; Barmherzige Brüder von Montabaur; Broeders van Barmhartigheid van Sint Joannes de Deo
Latijnse naam:
Congregatio Fratrum Misericordiae de Montabaur; Fratres Misericordiae Montabaur
Afkorting:
FMM
Stichter, stichteres:
Petrus J. Blum; Petrus Lötschert
Stichtingsjaar:
1856
Land van oorsprong:
Duitsland
Plaats van oorsprong:
Hadamar
Vestiging Nederland:
1875
Doelstelling:
Ziekenzorg; missiewerk
Geschiedenis:
Deze congregatie werd formeel gesticht in het Duitse Dernbach (Rheinland-Pfalz, nabij Koblenz) in 1854, maar al in 1852 waren de eerste broeders actief. De eerste vestiging kwam in 1856 te Hadamar (nabij Limburg an der Lahn, Hessen). In Duitsland zijn de broeders bekend als de Barmherzige Brüder von Montabaur. Montabaur ligt niet ver van Dernbach. Al in 1855 waren de broeders in Nederland. Zij stichtten eigen ziekenhuizen in verschillende grote steden zoals Haarlem, Utrecht en Den Haag. Sinds 1921 vormen de broeders een pauselijke congregatie
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Missielanden:
Tanzania (1959-1990); Zuid-Afrika (1965-1967); Duitsland
Gebruikte bronnen:
KS, 143; NMM; Katholieke Encyclopedie 6 (1950) k. 176; Nolet; PA 2002, 2004; zie ook beknopt DHGE 18 (1977) k. 1351, s.v. 'Frères de la Miséricorde de Montabaur' (lit): in Hesse; literatuur over ziekenhuizen: Haarlem, Utrecht, Westeinde-Ziekenhuis 's-Gravenhage
Opmerkingen:
Nolet 1930 geeft als jaartal 1854
ENK Monasticon nummer:
B012
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Birgittinessen
Orde of congregatie:
Birgittinessen
Alternatieve namen:
Birgittinessen; Zusters van de Allerheiligste Zaligmaker
Latijnse naam:
Ordo Sanctissimi Salvatoris
Afkorting:
OSSS
Stichter, stichteres:
Birgitta van Zweden
Stichtingsjaar:
14e eeuw
Land van oorsprong:
Zweden
Vestiging Nederland:
1434
Doelstelling:
Contemplatie
Geschiedenis:
De constituties en leefregel werden goedgekeurd door Paul Urbanus VI op 3 december 1378
Missielanden:
Zweden (1914)
Gebruikte bronnen:
KS, 24; PA 2004
ENK Monasticon nummer:
Z015
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Birgittijnen
Orde of congregatie:
Birgittijnen
Alternatieve namen:
Orde van de Allerheiligste Verlosser; Birgittijnen en Birgittinessen
Latijnse naam:
Ordo Sanctissimi Salvatoris
Afkorting:
OSSS
Stichter, stichteres:
Birgitta Birgersdotter (Birgitta van Zweden)
Stichtingsjaar:
14e eeuw - 16e eeuw
Land van oorsprong:
Zweden
Vestiging Nederland:
1443
Vertrek uit Nederland:
16e eeuw
Doelstelling:
Contemplatie
Geschiedenis:
De Orde van de Allerheiligste Verlosser kende zowel mannelijke leden, de birgittijnen, als vrouwelijke leden, de birgittinessen, die strikt gescheiden in dubbelkloosters samenleefden. De stichter van deze orde was de Zweedse Birgitta Birgersdotter die, afkomstig uit de Zweedse hoge adel, in 1303 in de buurt van Stockholm geboren werd. Op jonge leeftijd trouwde ze met graaf Ulf Gudmarson met wie ze een gelukkige huwelijk had waaruit vier zonen en vier dochters geboren werden. Graaf Ulfo, die zijn laatste levensjaren als cisterciënzermonnik doorbracht, stierf in 1344. Pas toen begon het leven van Birgitta als actief religieuze. Ze stichtte in 1346 in Vadstene in Zweden het eerste klooster van de Orde van de Allerheiligste Verlosser. In de jaren die volgden, werden in heel Europa ongeveer 70 kloosters gebouwd. Zelf heeft Birgitta 20 jaar in Rome gewoond waar ze in 1373 stierf. Pas vijf jaar na haar dood, in 1378, hechtte paus Urbanus VI zijn goedkeuring aan de constituties en leefregel van de orde. Birgitta werd in 1391 door paus Bonifatius IX heilig verklaard. Een dubbelklooster van birgittijnen en birgittinessen bestond idealiter uit 60 zusters en uit 25 monniken, waarvan 13 priesters, 4 diakens en 8 lekenbroeders die een contemplatief leven leidden in strikte clausuur en met een volledige scheiding van de twee geslachten. De leiding van zo’n dubbelklooster was in handen van de abdis, die verantwoordelijk was voor het economisch beheer, terwijl de geestelijke leiding bij de prior berustte. De Orde van de Allerheiligste Verlosser kende geen centraal bestuur; elk individueel klooster, die zoveel mogelijk zelfvoorzienend was, stond onder de rechtsmacht van de bisschop in het betreffende diocees. De mannelijke tak van orde, de birgittijnen, stierf in de zestiende eeuw uit. In de middeleeuwen waren binnen de grenzen van het huidige Nederland zes dubbelkloosters van birgittijnnen en birgittinessen gevestigd en wel in Brielle, Gouda, Kampen, Rosmalen, Soest en Utrecht
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (09-01-2023); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p.40/41; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel II ('s-Gravenhage 1932), p.166; H. van Dolder - de Wit, ‘Goudse kloosters in de middeleeuwen (10): De Birgitten en het dubbelklooster Mariënsterre’ in “Tijdinge van die Goude”, 17 (1999), nr. 3, p. 65
ENK Monasticon nummer:
P052
Toon op kaart Toon op kaart