Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
72  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B020-008 Tekening van het oude en het nieuwe Sint Henricus blindeninstituut
Toelichting:
Linksboven het wapen van de Congregatie van O.L. Vrouw van Barmhartigheid (Fraters van Tilburg). Rechts het oude huis te Grave en links het nieuwe te Nijmegen. De fraters begonnen in 1858 op verzoek van, en met financiële medewerking van, de familie De la Geneste een nieuwe stichting in Grave. Doel was de zorg voor weesjongens en het onderrichten van arme kinderen. Daar kwam al snel een derde doel bij: de opvoeding van blinde jongens. In 1966 verhuisde het instituut naar nieuwbouw in Nijmegen.
Datering:
1978
Deelcollectie:
Fraters van Tilburg
Vervaardiger:
Joep de Bekker (1935-2017)
Materiaal/techniek:
Ets(?)
Documentatie:
Fr. M. Tharcisio Horsten, "De Fraters van Tilburg van 1844-1944" (Tilburg 1946), p. 117-119
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z122-061 Tekening van het vertrek van de Reinilda's strijdsters uit de burcht Bethanië
Toelichting:
Het gezelschap van de Vrouwen van Bethanië werd gesticht in 1919 met als doelstelling catechisatiewerk en geestelijke vorming. Het gezelschap bestond in de eerste decennia uit actieve en contemplatieve leden. De actieve leden leefden en werkten buiten het klooster als catechisten. Zij werden 'witten' genoemd, naar de witte sluier die ze droegen wanneer ze in het moederhuis of het studiehuis waren. De contemplatieve leden droegen een paarse sluier en werden derhalve 'paarsen' genoemd. De catechisten kozen de H. Reinilda tot patroonheilige, waarvan wordt verteld dat zij er in de achtste eeuw te paard op uittrok om in Limburg de mensen tot het christelijke geloof te bekeren. Zij wordt meestal afgebeeld samen met haar zuster Harlindis, of in het gezelschap van enkele medezusters. Dit verhaal indachtig zagen de Vrouwen van Bethanië zichzelf als 'Reinildastrijdsters'. Eens per jaar werden de witten door de paarsen in het zonnetje gezet tijdens het Reinildafeest op 21 april. In 1944 werd hen daarbij deze tekening aangeboden. In de kroniek van het moederhuis kunnen we over deze dag: "Aan het ontbijt een grote verrassing. Op de witte muur van de refter hangt een grote schildering van Theo Meyer. Zij is voor dit feest gemaakt, en stelt voor het vertrek van de Reinildastrijdgenoten uit de burcht Bethanië. [...] Maria spreekt aan de hand van de schildering de witten toe. Paardrijdsters moeten we zijn, amazones van Jezus, die op verovering uittrekken voor Hem, en telkens weer terugkomen naar de warme stal, om ons paard (onze wil) te laten verzorgen, voeden, roskammen, om daarna weer met nieuwe durf aan de slag te kunnen gaan.".
Datering:
1944
Deelcollectie:
Vrouwen van Bethanië
Vervaardiger:
Theo Meyer
Materiaal/techniek:
Gemengde techniek (o.a. krijt) op papier, ingelijst achter glas
Breedte in cm:
ca. 150
Hoogte in cm:
ca. 200
Opmerkingen:
De tekening is gebruikt voor de kaft van het boek "Heilig moeten. Radicaal-katholiek en retro-modern in de jaren twintig en dertig" van Marjet Derks.
Documentatie:
Offerte restauratie en foto's restauratie ((digitale) documentatiemap voorwerpen)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z101-131 Tekening van interieur van een kloostercel van een redemptoristin
Toelichting:
Onder de tekening staat de tekst: "Aan God voor eeuwig toegewijd, bid ik voor U in d'eenzaamheid". Mogelijk werd een dergelijke tekening gegeven aan de ouders om hen een indruk te geven hoe hun dochter leefde. In de kloosterregel van 1931 voor de redemptoristinnen was in hoofdstuk 5 over de inrichting van de cel het volgende vastgelegd: "In de cellen zullen zij [= de religieuzen] eenige papieren schilderijen, eenige stoelen, eene tafel en ander klein gerief hebben. Zij zullen op stroo slapen, maar lakens gebruiken van gewoon linnen, en kussens met wol gevuld, tenzij eene bijzondere noodzakelijkheid het anders vordert.".
Datering:
1900-1950
Deelcollectie:
Redemptoristinnen
Materiaal/techniek:
Glas, papier/ waterverf
Lengte in cm:
27
Breedte in cm:
18
Diepte in cm:
0,5
Documentatie:
"Regels en constituties voor de ordezusters van de Instelling van den Allerheiligsten Verlosser" (Wittem 1931), p. 13
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P012-029 Tekening van kerk en klooster der Dominicanen in Zwolle
Datering:
1899
Deelcollectie:
Dominicanen
Vervaardiger:
R.A. van de Pavert
Materiaal/techniek:
Potlood en waterverf op papier, in goud geschilderde houten lijst achter glas
Breedte in cm:
74 (excl. lijst); 85 (incl. lijst)
Hoogte in cm:
65 (excl. lijst); 76 (incl. lijst)
Opmerkingen:
Rechtsonder gesigneerd. Linksboven de signatuur (ter accoordering) van architect J. Kayser. Etiket op achterzijde: 'Afkomstig van dhr. De Groot, aannemer van de kloosterbouw (Heeft op zijn kamer gehangen)'.
Documentatie:
Inventaris SKKN Dominicanen, Zwolle, nr. 287
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden