Mijn Studiezaal (inloggen)
AR-P031
Archiefinventaris Missionarissen van Scheut
Inleiding
I Geschiedenis van de archiefvormer
AR-P031 Archiefinventaris Missionarissen van Scheut
Inleiding
I
Geschiedenis van de archiefvormer
laatste wijziging 08-09-2022
De Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria, ofwel de Missionarissen van Scheut, werd in 1862 gesticht door de Vlaamse priester Theophiel Verbist (1823-1868). Hij wilde missiewerk (evangelisatie) verrichten in China, en dan met name in Mongolië. De naam 'Missionarissen van Scheut' verwijst naar de plaats van het moederhuis, aan de Ninoofsesteenweg in een wijk van Anderlecht (Brussel), "Scheutveld" geheten.
Theophiel Verbist richtte zich ook tot Nederland om leden voor zijn nieuwe congregatie te verwerven. Zodoende zijn er van meet af aan ook Nederlanders in de congregatie. De eerste Nederlander die in de congregatie werd opgenomen was Ferdinand Hamer (1840-1900). Hij zou later, samen met een aantal andere missionarissen, tijdens de Bokseropstand om het leven komen. Tot 1900 traden er in totaal 61 Nederlanders in. Onder hen ook Henri Raymakers. Hij speelde na zijn terugkeer uit de missie een belangrijke rol bij de vestiging van een missiehuis in Vught (zie hierna).
Vanaf 1891 worden er ook kandidaat-broeders gerekruteerd. In de missie was behoefte aan technische en materiële assistentie. Pas na de eeuwwisseling zou het aantal broeders snel toenemen en de groep Nederlanders onder hen is groot geweest.
De scheutisten gaan al spoedig ook missioneren in Congo, Filippijnen, Haïti, Indonesië en Japan. Heden ten dage wonen en werken de scheutisten in 25 landen verdeeld over vier continenten.
In de hoop dat het aantal Nederlandse scheutisten zou toenemen, werd eind 19e eeuw besloten een huis in Nederland te stichten. In 1899 wordt landgoed Sparrendaal in Vught aangekocht en wordt Missiehuis St. Franciscus Xaverius opgericht. Vrij snel na de vestiging in Vught worden de scheutisten ook actief in de zielzorg aldaar. Later gaan ze ook lessen en cursussen geven bij andere Vughtse onderwijsinstellingen.
Gaandeweg komt ook de wens naar een eigen missiecollege op. Dat duurt nog even maar rond 1920 wordt van hogerhand besloten dat er wél tegemoet gekomen kan worden in de studiekosten van jonge jongens die de wens hebben om missionaris van Scheut te worden. Intussen wordt in de jaren twintig in Nijmegen een huis gebouwd: het Bisschop Hamerhuis, studiehuis voor priesterstudenten. Vanaf 1934 is het ook noviciaat. In 1930 opent in Sparrendaal het gewenste kleinseminarie met internaat: het Missie-College St. Franciscus Xaverius. Beide opleidingen houden in 1970 op te bestaan.
In 1952 wordt een Nederlandse provincie opgericht, die in 2000 wordt opgeheven.
II Geschiedenis van het archief
III Bijzonderheden t.a.v. het archief
IV Voorwaarden voor het gebruik van het archief
laatste wijziging 24-11-2023
1.091 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 24-11-2023
1.091 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1952-2000
Oudste en jongste stuk:
Ca. 1860/2016
Archiefvormer:
Missionarissen van Scheut
Omvang in meters:
12
Auteur:
Olga Minkema
Openbaarheid:
Toegankelijk na toestemming van de eigenaar
Organisatietrefwoorden:
Categorie:
laatste wijziging 24-11-2023
1.091 beschreven archiefstukken
