Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Archiefinventaris Congregatie van "De Voorzienigheid"

AR-Z167 Archiefinventaris Congregatie van "De Voorzienigheid"

U kunt zoeken door:

 

  • De onderstaande Inventaris aan te klikken en via de + tekens verder open te klikken.
  • Een woord in te typen in het zoekveld. U vindt dan alleen resultaten als het woord letterlijk in de inventaris voorkomt.

De voorwaarden voor inzage van archiefstukken staan vermeld in de Inleiding.

 

 
 

Het Erfgoedcentrum beheert particuliere archieven. Voor het inzien van stukken heeft u vaak schriftelijk toestemming nodig van de archiefeigenaar. In de inleiding van elke archiefinventaris staat vermeld welke afspraken er voor dit archief gemaakt zijn. U kunt toestemming aanvragen door een mail te zenden naar: studiezaal@erfgoedkloosterleven.nl. De aanvraagprocedure vergt doorgaans één tot twee weken tijd.

 

In de inleiding vindt u ook informatie over de orde of congregatie die het archief heeft gevormd en de samenstelling van het archief. Wat is erin te vinden? Wat ontbreekt (nog)? Waar vindt u gegevens over personen?

 

De meeste archieven in het Erfgoedcentrum zijn nog niet afgesloten: er komen op gezette tijden aanvullingen binnen, die aan de inventarissen worden toegevoegd.

 

beacon
 
 
Inleiding
I Geschiedenis van de archiefvormer
AR-Z167 Archiefinventaris Congregatie van "De Voorzienigheid"
Inleiding
I
Geschiedenis van de archiefvormer
Het gesticht "De Voorzienigheid" - een huis voor (wees)kinderen - werd opgericht in 1852 door pastoor P.J. Hesseveld in Amsterdam. De praktische leiding van het tehuis kwam al snel in handen van mej. Mietje Stroot, de latere algemene overste van de congregatie. Vanaf het begin werd zij bijgestaan door een groep jonge vrouwen. In 1857 leggen de verzorgsters hun professie af. Mgr. Van Vree, bisschop van Haarlem, geeft deze religieuze vereniging de naam "Arme zusters van het Goddelijk Kind" en baseert de richtlijnen voor de leefwijze van de zusters op de regel van Augustinus. In 1968 verandert de naam van de congregatie in Congregatie der Zusters van "De Voorzienigheid".
De congregatie is aanvankelijk opgericht om zorg te dragen voor de huisvesting, verzorging en opvoeding van (wees) kinderen. Door de snelle aanwas van de congregatie en haar sociale betrokkenheid is daar maatschappelijk werk, bejaardenzorg, wijkverpleging en - een tijd later - gezinszorg bijgekomen. De zusters hebben zich eveneens toegelegd op het geven van alle vormen van onderwijs, zoals (buitengewoon) lager onderwijs, huishoudonderwijs op verschillende niveaus en kweekscholen voor onderwijzeressen. Eind twintigste eeuw ligt de aandacht onder meer bij het (vreemdelingen)pastoraat, vluchtelingen en prostituees. Kenmerkend voor de congregatie is een praktische en eigentijdse invulling van haar maatschappelijke engagement.
De zusters zijn ook actief in de missie. Vanaf 1923 werken ze in Indonesië waar zij zich wederom toeleggen op het bieden van onderwijs en hulp bij alle vormen van sociale noden. In 1960 begint de congregatie haar missiewerk in Brazilië. Hier leggen zij zich opnieuw toe op hun pionierswerk voor de armen. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw werken enige zusters een paar jaar in een opleidingscentrum voor catechisten en hun gezinnen in Tanzania.
Bij het 25-jarig bestaan van de congregatie in 1877 heeft de congregatie al de nodige leden door overlijden verloren. Desondanks is de congregatie er in geslaagd om niet alleen in Amsterdam, maar ook in drie andere plaatsen in het westen van Nederland kinderhuizen op te richten. Deze vroegtijdige sterfte van leden en tegelijkertijd een uitbreiding van het werk ziet men ook in de volgende 25 jaren. Het ledenaantal blijft groeien en de uitbreidingen, in onder meer Noord- Holland en het oosten van Nederland, zijn succesvol.
In de jaren dertig kent de congregatie de grootste toeloop van nieuwe leden in haar bestaan. Er melden zich jaarlijks 25 tot 30 kandidaten. Bij haar eeuwfeest in 1952 telt zij 760 leden in 33 huizen. Vanaf eind jaren zestig van de twintigste eeuw neemt het aantal leden af tengevolge van uittredingen, het geringe aantal nieuwe aanmeldingen en de vergrijzing onder de zusters.
In de eerste eeuw van haar bestaan is de algemene overste van de congregatie degene, die met behulp van de plaatselijke oversten zowel de conventen als de werkzaamheden van alle huizen stuurt. De priesterdirecteur, benoemd door de bisschop, heeft echter het laatste woord in fundamentele zaken.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw treedt ook binnen deze organisatie de democratisering in. In 1968 vindt het eerste kapittel plaats waarbij alle zusters betrokken worden. Er volgt een tijd van discussiëren over de gewenste en haalbare ontwikkelingen voor de toekomst. Een periode van veranderingen die leden dwingt om opnieuw stil te staan bij hun keuze en bij de invulling van die keuze. De laatste decennia van de 20ste eeuw vragen om het overdragen van vele huizen, het terugtreden uit maatschappelijke taken en verantwoordelijkheden en het vinden van nieuwe wegen en vormen om spiritualiteit gestalte te geven. Deze spiritualiteit wordt opnieuw verwoord in het kapitteldocument van 2005 en de geloofsbrief die in 2007 wordt gepresenteerd.
Meer informatie informatie kunt u vinden op www.devoorzienigheid.nl.
II Geschiedenis van het archief
III Bijzonderheden t.a.v. het archief
IV Voorwaarden voor het gebruik van het archief

Kenmerken

Datering:
1852-heden
Oudste en jongste stuk:
1721/2020
Archiefvormer:
Congregatie van "De Voorzienigheid"
Omvang in meters:
39
Auteur:
Zuster Gertruud Padberg, Ina van der Aar, Thea Vendrik, Harry van de Vorstenbosch, Olga Minkema, Ruerd de Vries, Ad van Huijgevoort, Phill te Winkel
Openbaarheid:
Toegankelijk na toestemming van de congregatie
Opmerkingen:
Het archief is niet afgesloten