Zoeken in collecties

'Als ik ooit ergens pastoor word en er zijn geen zusters, dan laat ik een klooster bouwen en komen er Schijndelse zusters', zo was de uitspraak van kapelaan Wouters. Kapelaan Wouters werd pastoor in de parochie Donk (Beek en Donk) en er waren geen zusters. De pastoor stelde zijn plan voor aan het kerkbestuur, maar de heren waren niet te overtuigen. Alles was al goed geregeld met de parochie van Beek, bovendien zou het geld kosten. Toch ging na veel vergaderen het plan van pastoor Wouters door. De pastoor ging naar Schijndel om zusters te vragen, maar het antwoord van het hoofdbestuur was: 'beslist onmogelijk'. Daarna klopte de pastoor nog bij verschillende andere congregaties aan, overal tevergeefs. Uiteindelijk ging hij terug naar Schijndel waar hij alsnog toezegging kreeg dat er zusters naar Donk zouden komen. In Donk ging men meteen aan het werk om achter de pastorietuin een klooster te bouwen met schoolgebouwen. Op 25 juni 1913 betrokken zeven zusters het St. Leonardusgesticht. Op 26 juni opende het gasthuis en op 10 juli werden de scholen ingezegend. Op 13 november 1913 werd het kapelletje, gebouwd met steun van de familie Van Thiel, van de zusters ingezegend en werd er een H. Mis gelezen. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak ving ook Donk een aantal Belgen op. Mannen en jongens werden bij burgers ondergebracht en de vrouwen en meisjes werden opgevangen door de zusters. Later nam de congregatie het klooster en de scholen over van het kerkbestuur van Donk. Toen de zusters van Schijndel op 1 september 1960 Donk verlieten, werd het klooster verhuurd aan de zusters van Asten. Het gebouw werd bestemd voor de zorg van zwakzinnige kinderen en in 1967 aan de zusters van Asten verkocht. De scholen waren reeds verkocht aan de gemeente Beek en Donk