Zoeken in collecties

Al voor 1912 stelde baron Albert De Meester de Betzenbroeck zijn huis met kapel en bijbehorende grond, gelegen in het op de Nederlands-Belgische grens tussen Goirle en Poppel gelegen gehucht Nieuwkerk, ter beschikking aan de congregatie van de Missionarissen van de H. Familie. Voorwaarde was wel dat de kapel ter beschikking zou blijven van familie van de baron, waarvoor er tevens jaarlijks een mis moest worden opgedragen. In het voormeld huis vestigde onderhavige congregatie het tot dan toe in Grave gevestigde scholasticaat voor theologie- en filosofiestudenten. In 1929 werd het scholasticaat vanuit Nieuwkerk, waar toen het noviciaat gehuisvest werd, overgeplaatst naar Oudenbosch. In 1962 werd door de Missionarissen van de H. Familie hun echter pas in 1960 door schenking in hun eigendom gekomen klooster in Nieuwkerk opgeheven. Het noviciaat verhuisde toen van Nieuwkerk naar Grave. Het Nieuwkerkse klooster werd toen door de Missionarissen van de H. Familie eerst verhuurd en later, in 1964, verkocht aan de trappisten van abdij Koningshoeve in Berkel-Enschot, die er jonge Afrikanen opleidden voor kaderfuncties in hun toen recentelijk gedekoloniseerde thuislanden als Kenia en voormalig Belgisch-Congo. Na de trappisten werd het Nieuwkerkse klooster als vakantiehuis en als verdiepingscentrum door de Franciscanessen van Etten-Leur in gebruik genomen. Toen zij in 1984 Nieuwkerk verlieten, werd in 1986 het Nieuwkerkse klooster door de Belgische baron Eric de Jambline de Meux gekocht, terwijl eveneens in 1986 zich tijdelijk zowel de uit volgelingen van Mgr. Lefebvre bestaande Priesterbroederschap Pius X als de “Gemeenschap van de Gekruisigde en Verrezen Liefde” er zich vestigden. Na vanaf 2006 als centrum voor bewustzijnsontwikkeling en bezinning dienst gedaan de hebben, is vanaf 2012 het voormalige Nieuwkerkse klooster in gebruik als hotel, brasserie, conferentieoord en als trouw- en uitvaartlocatie