Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Kloosterorganisatie: Dochters van Maria en Joseph

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Dochters van Maria en Joseph
Orde of congregatie:
Dochters van Maria en Joseph
Alternatieve namen:
Dochters van Maria en Joseph; Zusters van Liefde, Dochters van Maria en Joseph; Zusters van de Choorstraat
Latijnse naam:
S.S. Mariae Virgini et Josephi
Afkorting:
DMJ
Stichter, stichteres:
Jacobus Antonius Heeren
Stichtingsjaar:
1820
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
's-Hertogenbosch
Patroonheiligen:
Maria en Jozef; H. Johannes (evangelist); Vincentius à Paulo
Doelstelling:
Onderwijs; bejaardenzorg; pastoraal werk; missiewerk; zorg voor weesjes en voor behoeftige oude vrouwen, het geven van gratis onderwijs aan arme meisjes. De congregatie is gesticht en geroepen om zich op bijzondere wijze te richten op de medemens in nood, met name ouden van dagen, kinderen, gehandicapten en kwetsbaren in de maatschappij. Hun grond en inspiratie vinden de zusters in de Blijde Boodschap van Jezus Christus. Het Evangelie beschouwen ze als hun eerste levensregel
Geschiedenis:
Een groepje dames probeerde o.l.v. J.A. Heeren iets aan de armoede in de stad Den Bosch te doen. Om meer te kunnen doen richtte Heeren 7 juli 1820 de Dochters van Maria en Joseph op die in een zelfgehuurd huis gingen wonen, zelf voor geld zorgden en burgerkledij droegen vanwege het kloosterverbod van toen. In 1850 worden de door Heeren geschreven constituties pauselijk goedgekeurd. In 1840 werd het eerste liefdewerk buiten 's-Hertogenbosch verricht: het onderwijzen van dove kinderen in Sint-Michielsgestel. Rond 1950 zochten Mgr. Hendrikx (Voorzitter van het Bestuur van het Instituut), Directeur Van Overbeek en Dhr. van Uden (priesterleraar) naar een mogelijkheid om dove meisjes de gelegenheid te geven religieuze te worden. In Canada en Frankrijk bestond die mogelijkheid al. Men ontwierp constituties en Mgr. Mutsaerts, bisschop van Den Bosch, gaf zijn toestemming. Het werd geen zelfstandige nieuwe Congregatie maar een Vereniging van Oblaten van het Onbevlekt Hart van Maria, die tegen de Zusters van de Choorstraat aanleunde. De Overste wordt altijd door de Algemene Overste van de Choorstraat aangesteld en de geloften zijn telkens voor één jaar. Er werd op 16 januari 1952 begonnen met één postulante. Dit bleek niet haalbaar, op 22 februari 1953 werd een nieuwe start gemaakt met een nieuwe Overste, Moeder Charitas Gilberts en twee postulanten in enkele verbouwde kamers van het Instituut. Dat kloostertje werd Gertrudishof genoemd. Het heeft bijna vier jaar geduurd, voor de goedkeuring van de regel kwam en de eerste zusters geloften af mochten leggen. Vanaf toen werd de goedkeuring alleen gegeven wanneer de dove zusters in de Congregatie van de Zusters van de Choorstraat werden opgenomen. Er was dus geen onderscheid meer tussen de Vereniging en de Congregatie. Vanaf 1848 werd het ene huis na het andere opgericht. Op 20 plaatsen in het land kwamen bewaarscholen en lagere scholen. Daarnaast kwamen er: 5 Muloscholen, 10 Naaischolen, 1 Kweekschool en diverse B.L.O. scholen
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Rechtspersonen:
Burgerlijke rechtspersoon: Zedelijk Lichaam van Vrouwen "In Omnibus Charitas" (1843). Op 19 januari 1980 kreeg de congregatie als 'Dochters van Maria en Joseph" rechtspersoonlijkhheid als zelfstandig onderdeel van het RK Kerkgenootschap en werden alle eigendommen aan deze rechtspersoon overgedragen
Missielanden:
Brazilië (1906-1911); China (1921-1948); Indonesië (1938); Congo (1959-1999)
Gebruikte bronnen:
KS, 32; PA 2004; Kloosterarchivaris juli 2008; Zuster Louisa van Rooyen, "Geschiedenis van de Congregatie der Zusters van de Choorstraat (Dochters van Maria en Jozef), 2 dln., 2 bd., [St. Michielsgestel] 1954
Opmerkingen:
Geen foto's aanwezig van de vestigingen: Den Bosch, Philips de Tweedestraat; Den Bosch, Papenhulst 7; Sint-Michielsgestel, Bremlaan; Sint-Michielsgestel, Populierstraat; Boxtel; Veghel
ENK Monasticon nummer:
Z032
Gevestigd in:
meer