Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Kloosterorganisatie: Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart
Orde of congregatie:
Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart
Alternatieve namen:
Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart; Zusters van de Bredaseweg; Geutjes(nonnen)
Latijnse naam:
Filiae Dominae Nostrae a Sacro Corde
Afkorting:
FDNSC; FDNaSC
Stichter, stichteres:
Jules Chevalier msc
Stichtingsjaar:
1874
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Issoudun
Vestiging Nederland:
1911
Patroonheiligen:
Onze Lieve Vrouw van het heilig Hart
Doelstelling:
Het doel van de congregatie is het bekend maken van Gods liefde voor de mensen uitgedrukt in het motto: Bemind zij overal het heilig Hart van Jezus. Geprobeerd wordt om het doel via een grote verscheidenheid aan werkzaamheden te bereiken. Onder die werkzaamheden vallen: onderwijs, verpleging, kinderbescherming, jeugdwerk, bejaardenzorg, maatschappelijk werk, vluchtelingenwerk, catechese aan volwassenen, parochiewerk en pastoraat. Deze benaderingswijze werd ook in de missielanden gebruikt, waar echter meer nadruk lag op onderwijs, verpleging en parochiewerk
Geschiedenis:
Jules Chevalier, priester van het bisdom Bourges in Midden-Frankrijk, stichtte op 8 december 1854 de Congregatie van de Missionarissen van het heilig Hart. Ook stichtte hij op 30 augustus 1874 te Issoudun een vrouwelijke congregatie, de Dochters van O.L. Vrouw van het H.Hart. De eerste acht jaar leidde deze groep een kwijnend bestaan bij gebrek aan goede leiding, totdat Marie Louise Hartzer (1837-1908) in 1882 intrad en als overste werd aangesteld door pater Chevalier. In 1884 vertrokken de eerste zusters naar de missie van Oceanië. Vanwege vervolgingen in Frankrijk verhuisde de congregatie naar Thuin in België. Wijkverpleging werd het voornaamste apostolaat van de congregatie. In 1900 kregen de Nederlandse MSC de verantwoordelijkheid voor de missie in de Molukken en Nederlands Nieuw Guinea en ze vroegen de hulp van Nederlandse zusters (13 waren reeds vóór 1900 ingetreden en vertrokken naar de missie in Oceanië) en dus een Nederlands noviciaat. Pas in 1911 kwamen de eerste zusters naar Waalwijk voor parochiewerk. Een MSC ging naar de bisschop en deze gaf toestemming voor een stichting op voorwaarde dat de overste een Nederlandse zou zijn en dat er binnen drie jaar in het bisdom Den Bosch een novicaat zou komen. De Nederlandse Stephanie Pacilly werd benoemd, samen met Agathe Freneau (Fr.) en Charles Janssens (Belg.). In 1915 werd het Nederlandse noviciaat geopend. Na die tijd kwamen er steeds meer aanvragen om zusters binnen vanuit parochies. Daar verrichtten de zusters vele soorten werkzaamheden, zoals onderwijs, wijkverpleging, bejaardenzorg, ziekenverpleging, internaten, kinderverblijven. Maar ook: sociaal werk, catecheselessen, parochie- en jeugdwerk, pastoraal werk. In 1925 werd Nederland een zelfstandige provincie met zuster Pacilly als overste. De congregatie is een missiecongregatie en al in 1920 werden de eerste Nederlandse zusters uitgezonden. Er werden ook inlandse congregaties gesticht, met eigen noviciaat zoals op de Molukken, in Papua en op Java
Missielanden:
Indonesië (Molukken 1920-; Java 1928-1972; Papua 1928-1995). Werkgebieden: Papua Nieuw-Guinea (1888-2001); Brazilië (1920-1975); Congo (1927-1947); Senegal (1960-1973); Kameroen (1961-1976); Zuid-Afrika (2006-)
Gebruikte bronnen:
KS, 34; PA 2004; NMM
Opmerkingen:
Uitgebreidere geschiedenis van de congregatie is ter inzage aanwezig in het Erfgoedcentrum (gegevens Kloosterarchivaris juli 2008). Meer informatie over de congregatie is te vinden in: J. Eijt en S. Hautvast, "Een missie in de marge. Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart in Nederland en Indonesië, 1911-2000", Hilversum 2002
ENK Monasticon nummer:
Z034
Gevestigd in:
meer