Zoeken in collecties

Door het stijgend aantal parochianen in de Buikslotermeerpolder in Amsterdam-Noord stond bisschop Callier de augustijnen toe aan de Laanweg een noodkerkje te bouwen als bijkerk van de door de augustijnen bediende St. Augustinusparochie te Nieuwendam. Dit aan Sint Rita toegewijde kerkje kwam in 1906 gereed en werd nog in dat jaar ingewijd. Voor het huisvesten van de met de bediening van het kerkje belaste augustijnen werd In 1914 een aanbouw aan het kerkje gerealiseerd. In 1918 volgde de verheffing tot zelfstandige parochie. Als pastorie werd toen villa 'Agatha', aan de Laanweg aangekocht. In 1921 werd de eerste steen gelegd voor de bouw van de nieuwe kerk en van de nieuwe pastorie, waarvoor de kerk in het zuidoosten een doorgang had. Aan het einde van dat jaar stortte echter bij een hevige orkaan het dak van de toen al bijna voltooide nieuwbouw in. Dit had behalve achterstand in de werkzaamheden een zware extra financiële last tot gevolg. Medio 1922 was echter de bouw alweer zover gevorderd dat de kerk in gebruik kon worden genomen. In 1933 werd de Stephanusparochie als een nieuwe zelfstandige parochie van de Ritaparochie afgescheiden. Van deze nieuwe parochie kwam het pastoraat niet bij de augustijnen maar bij de minderbroeders conventuelen te liggen. In 1943 werd Amsterdam-Noord gebombardeerd. Ook de Sint Ritakerk werd toen zwaar getroffen. Enkele maanden later was het weer mogelijk het voorste gedeelte van de kerk in gebruik te nemen, terwijl dit voor de gehele kerk pas in 1946 het geval was. Behalve dat veel jonge gezinnen wegtrokken naar nieuwbouwwijken in Nieuwendam en Amsterdam West kreeg ook de Ritaparochie met de gevolgen van de ontkerkelijking te maken. De kerk werd te groot en te duur in onderhoud. In 1973 werd een zijvleugel van de kerk aan de Openbare Bibliotheek verhuurd. In 1995 sloot de Ritakerk definitief haar deuren. De parochie, waarvan de pastorie in dat jaar door de augustijnen verlaten werd, fuseerde met de Nieuwendamse St. Augustinusparochie