Zoeken in collecties

In 1837 besloten de dominicanen hun noviciaat te Gent naar Uden over te brengen. Het klooster daar, dat het eerste klooster van de dominicanen na de middeleeuwen was, werd gehuisvest in een daartoe verbouwd pand in de Kerkstraat, waarvan de schuur als kapel ingericht werd. Dat de keuze op Uden viel, had vooral te maken met het feit, dat er in Uden al een Latijnse school gevestigd was, terwijl Uden daarenboven de standplaats was van de theologische hogeschool uit het Brabantse Huisseling. Behalve dat de jonge dominicanen er hun vorming en opleiding zouden krijgen, moest onderhavig klooster tevens als retraitehuis gaan fungeren voor dominicanen, die als statiepastoor werkzaam waren. Toen in 1842 de voormelde theologische hogeschool gesloten werd, vormde dit de aanleiding het noviciaat van Uden naar Nijmegen te verplaatsen. Daar werden de studenten in de aan de Broerstraat gelegen statie gehuisvest. Vier jaar later werd het Udense klooster verkocht, om enige tijd daarna aan de slopershamer ten prooi te vallen