Zoeken in collecties

In 1574 vestigde zich al jezuïeten in Maastricht. In 1774, na de opheffing van de Sociëteit van Jezus door paus Clemens XIV, verlieten ze Maastricht. In 1853 keerden ze weer terug. Een jaar eerder hadden ze onder zeer gunstige voorwaarden een pand aan de Tongersestraat weten te verwerven, dat de stadsresidentie was geweest van de van oorsprong Gentse familie Vilain XIII, die vanaf 1822 het kasteel van Leut bewoonde. In dit pand vestigden de jezuïeten de theologische faculteit van de Nederlandse provincie van de Sociëteit van Jezus, die naar de Nijmeegse theoloog Petrus Canisius, de eerste Nederlandse jezuïet, Canisianum genoemd werd. Tussen 1938 en 1940 werden de oude gebouwen nagenoeg geheel gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw, waar vanaf 1949 ook het Catechetisch Centrum Canisianum was gevestigd dat in 1957 in Nijmegen als het Hoger Katechetisch Instituut voortgezet werd. Door de verminderde belangstelling voor het kloosterleven, waren de jezuïeten in 1967 genoodzaakt het Canisianum op te heffen. Wel bleef het van 1967 tot 1969 als huisvesting voor de jezuïeten beschikbaar. Ook was er van 1967 tot 1982 nog een kleine jezuïetencommuniteit, die aan de Lage Kanaaldijk in Maastricht gevestigd was. Nadat het gebouwencomplex van het Canisianum enkele jaren leeg had gestaan, werd het in 1974 door de Universiteit Maastricht in gebruik genomen als huisvesting, eerst voor de medische faculteit en later voor de economische faculteit, waarvoor in 1991 een flinke uitbreiding met onder andere een collegezaal voor 500 toehoorders gerealiseerd werd