Zoeken in collecties

Toen de minderbroeders conventuelen van het bisdom Roermond toestemming kregen om in 1912 nabij de Staatsmijn Emma een klooster en openbare kerk te vestigen, viel hun keuze op het gehucht Kouvenrade tussen Hoensbroek en Amstenrade, dat in de volksmond al spoedig Kloosterkolonie ging heten, maar in 1930 Mariarade als officiële naam kreeg. Een patronaatszaal ging als kerk dienst doen, maar werd al in 1915 vervangen door een eenvoudig zaalkerkje, dat op een in 1912 aan de Hommerterweg in Mariarade verworven terrein verrees. In het gelijktijdig bij dit kerkje gebouwd provisorisch klooster vestigden zich de minderbroeders conventuelen. Voornoemd kerkje, dat aan het Heilig Hart van Jezus toegewijd werd, fungeerde als rectorale hulpkerk van de Hoensbroekse parochie Sint Jan Evangelist. Aan de minderbroeders conventuelen was uitsluitend het afleggen van huisbezoeken en het behulpzaam zijn bij het geven van godsdienstonderwijs toegestaan. Alleen wanneer dit in de parochiekerk niet het geval was, werd het houden van diensten in het kerkje aan de Hommerterweg toegestaan. Mede daardoor degradeerde dit kerkje tot een openbare kapel. Achter de kerk aan de Hommerterweg werd in 1930 in de kloostertuin een ter ere van Onze Lieve Vrouw gebouwde Lourdesgrot in gebruik genomen die aan Mariarade de allure van een bovenlokaal bedevaartsoord verschafte. Terwijl er in Mariarade en omgeving allengs meer en meer huizen verrezen, werd tussen 1939 en 1942 het kerkje en het klooster aan de Hommerterweg verbouwd, vergroot en verfraaid. In 1947 kreeg Mariade de status van rectoraat. In 1970 werd het tot parochie verheven. Door de vele nieuwbouw, maar ook door mijnschade aan klooster en kerk, werd eind vijftiger jaren van de vorige eeuw besloten in de kloostertuin aan de Hommerterweg tot nieuwbouw over te gaan. De nieuwe kerk werd in 1962 in gebruik genomen en het nieuwe klooster in 1964. De oude kerk en klooster werden toen afgebroken. In 2015 werd de nieuwe kerk aan de eredienst onttrokken