Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Kloosterorganisatie: Kapucijnen

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kapucijnen
Orde of congregatie:
Kapucijnen
Alternatieve namen:
Minderbroeders Capucijnen; Capucijnen
Latijnse naam:
Ordo Fratrum Minorum Cappucinorum
Afkorting:
OFMCap; OMCap
Stichter, stichteres:
Ludovicus de Fossombrone
Stichtingsjaar:
1528
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
1585
Doelstelling:
Apostolaat in brede zin
Geschiedenis:
In het eerste kwart van de 16e eeuw, toen er sprake was van twee franciscaanse hoofdstromen, de minderbroeders-conventuelen en de minderbroeders-observanten, ontstond er in de Marken, een in Midden-Italië gelegen bergachtige streek, een hervormingsbeweging gericht op terugkeer naar een strikte observantie van de Regel van Franciscus en naar een leven van inkeer en boetvaardigheid zoals Franciscus dat met zijn eerste volgelingen geleid had. Aan de nieuwe gemeenschap, die daaruit ontstond, verleende Paus Clemens VII in 1528 via de bul Religionis Zelus zijn toestemming. De constituties van deze, onder toezicht van de orde der minderbroeders-conventuelen geplaatste nieuwe franciscaanse groepering schreef onder meer haar leden voor om een ruige baard te dragen, blootsvoets of hoogstens op simpele sandalen te lopen en gekleed te gaan in een grauwe bruine pij met spitse kap. Naar die kap, in het Italiaans cappuccio, werden ze kapucijnen genoemd. Aanvankelijk combineerden de kapucijnen een heremietenbestaan met prediking onder het volk. Later werden ze gegroepeerd in kleine communiteiten, terwijl daarna kloosters ontstonden die veelal aan de rand van de steden gebouwd werden. In 1574 verleende paus Gregorius XIII hen toestemming om zich ook buiten Italië te vestigen, terwijl paus Paulus V hen in 1619 autonomie verleende waardoor ze niet langer meer onder het toezicht van de orde der minderbroeders-conventuelen vielen. Daarmee was de stichting van de orde der Minderbroeders Kapucijnen een feit, die zich een beschouwend en werkend leven ten doel stelde waarbij dit laatste niet enkel gestalte kreeg in het preken in kerken en op pleinen, maar ook in het zich inzetten voor activiteiten op het terrein van het maatschappelijk dienstbetoon. De eerste kapucijnen kwamen in 1585 naar de Nederlanden. Omstreeks 1800, tijdens de Franse Tijd, waren bijna alle kloosters gesloten. Alleen in Velp bleef het kapucijnenklooster bestaan. Van daaruit werd in de 19e eeuw een nieuwe start gemaakt
Missielanden:
Indonesië (1905); Chili (1950); Tanzania (1959); India
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006, zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (12-06-2020); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (12-06-2020), p. 148; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I (‘s-Gravenhage 1930), p. 223; J. Jacobs, “In de schaduw van Franciscus. De Nederlandse Minderbroeders-Kapucijnen” (Nijmegen 2016), p. 12-16; J. Jacobs, ‘”Om den Godtsdienst te vorderen”. De bijdrage van de minderbroeders-kapucijnen aan de katholieke herleving in Stad en Lande van Breda (1625-1797)’in “Jaarboek de Oranjeboom”, 65 (2012), p. 265-268; J. Smits, “Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant” (Alphen aan de Maas 2010), p.126/127; R. Wols, ‘De Kapucijnen OFMCAP’ op wWebsite Brabans Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-kapucijnen-ofmcap (13-06-2021)
ENK Monasticon nummer:
P023
Gevestigd in: