Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Kloosterorganisatie: Missionarissen van Afrika

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Missionarissen van Afrika
Orde of congregatie:
Missionarissen van Afrika
Alternatieve namen:
Missionarissen van Afrika; Witte Paters; Sociëteit der Missionarissen van Afrika; Patres Albi; Pères Blancs; White Fathers
Latijnse naam:
Societas Missionariorum Africae
Afkorting:
M.AFR.; WP; PA; PB; WF
Stichter, stichteres:
kardinaal Charles Martial Allemand Lavigerie
Stichtingsjaar:
1868
Land van oorsprong:
Algerije
Plaats van oorsprong:
Algiers
Vestiging Nederland:
1889
Patroonheiligen:
O.L.Vrouw van Afrika
Doelstelling:
Pastoraal werk; missiewerk. Doelstelling van de congregatie is een internationale beweging, gericht op de Afrikaanse mens, om te bemiddelen tussen continenten, en te werken aan een betere verstandhouding door interculturele en interreligieuze dialoog, met bijzondere belangstelling voor de Islam, vrede, gerechtigheid en zorg voor de schepping
Geschiedenis:
Charles Lavigerie (1825-1892) volgde in Parijs zijn opleiding tot priester. Na vervolgens als directeur het “Oeuvre des Ecoles d'Orient” te hebben geleid, werd hij in 1863 benoemd tot Bisschop van Nancy. Vier jaar later volgde een benoeming tot Bisschop van Algiers. Daar richtte hij in 1868 de Sociëteit van de Missionarissen van Afrika (M.Afr.) op. In hetzelfde jaar werd hij tevens Apostolisch Gezant voor het gehele gebied van de Sahara en Soedan. Lavigerie drong er bij zijn Missionarissen van Afrika er op aan om zich zoveel mogelijk aan te passen aan de wereld die hen omringde. Concreet betekende dit dat zij hetzelfde dienden te eten als de Afrikanen en dat zij dezelfde kleding moesten dragen: een witte gandourah (toga), een witte burnous (cape met capuchon) en een rode fez. Deze kleding leverde de Missionarissen van Afrika in de volksmond de bijnaam 'Witte Paters' (WP) op. Als geloofsteken droegen deze Witte Paters om hun hals een rozenkrans. Zij kenden geen geloften, maar zwoeren in de plaats hiervan een eed van trouw. Ook beloofden zij een eenvoudige levensstijl te omarmen. Ten dienste van de Afrikaanse kerk en samenleving opereerden de Witter Paters in kleine internationale en multiculturele gemeenschappen  van minstens drie leden (twee paters en één broeder) per missiepost. Belangrijke aandachtsvelden vormden verpleging, het pastoraat en de vorming van seminaristen en catechisten. Toen Lavigerie stierf, werkten Witte Paters van vijf nationaliteiten in zes landen: Algerije, Tunesië, Uganda, Tanzania, Congo en Zambia. Mede onder invloed van berichten over slavenhandel trokken zij ook naar de oostelijke, westelijke en centraal gelegen gebieden op het Afrikaanse continent. Huize Gerra in Haaren (provincie Noord-Brabant) was in 1889 de eerste vestigingsplaats van de Witte Paters in Nederland. Al snel volgden andere vestigingen, zoals in Boxtel (1892), Sterksel (1926), 's-Heerenberg (1937), Scheveningen (1947), Maarn (1948), Santpoort (1949) en Rotterdam (1951)
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Missielanden:
Algerije (1868); Brazilië; Burkina Faso (1923); Burundi; Ethiopië; Ghana (1906); Ivoorkust; Kenia; Kongo (1894); Malawi; Mali; Mauritanië; Mozambique; Nigeria; Oeganda; Rwanda, Senegal; Tanzania (1878); Tsjaad; Tunesië (1868); Zambia; Zuid-Afrika. Thuisfront: West-Europa; Canada; Verenigde Staten; Jeruzalem; Mexico; Brazilië; India; Filippijnen
Gebruikte bronnen:
Bijdrage kloosterarchivaris, n.a.v. inventarisatie medio 2008; J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), ziie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (25-01-2021); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 150; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p. 284-287; R. Wols, De Missionarissen van Afrika (MAFR) op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-missionarissen-van-afrika-mafr (30-07-2021)
ENK Monasticon nummer:
P024
Gevestigd in: