Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Kloosterorganisatie: Missionarissen van het H. Hart van Jezus

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Missionarissen van het H. Hart van Jezus
Orde of congregatie:
Missionarissen van het H. Hart van Jezus
Alternatieve namen:
Missionarissen van het H. Hart van Jezus, De Rooi Harten
Latijnse naam:
Missionarii Sacratissimi Cordis Jesu
Afkorting:
MSC
Stichter, stichteres:
Jules Chevalier
Stichtingsjaar:
1854
Land van oorsprong:
Frankrijk
Vestiging Nederland:
1880
Doelstelling:
Missiewerk; pastoraal werk
Geschiedenis:
Samen met twee studiegenoten, Charles Piperon en Jean-Marie Vandel, stichtte Jules Chevalier (1824-1907) in 1854 de congregatie van de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus. Het internationaal centrum van deze congregatie is gevestigd in Issoudun (Frankrijk), de geboorteplaats van Chevalier, waar hij na zijn wijding als priester tot kapelaan benoemd werd. De congregatie, die in 1874 pauselijke goedkeuring kreeg, heeft de bijzondere verering van het Heilig Hart van Jezus en de verspreiding hiervan door middel van onderwijs, gezondheidszorg, prediking en missie tot doel. Nadat het Vaticaan in 1871 Micronesië, Melanesië en (Papua) Nieuw Guinea als missiegebied aan de congregatie toevertrouwde, ontwikkelde de congregatie zich tot een wereldwijd actieve missiecongregatie. In het begin van de 20e eeuw verliet de congregatie Frankrijk vanwege het sterk antiklerikale beleid daar en vestigde zich in 1880 in Nederland van waaruit de congregatie zich verder over Europa verspreidde. De Nederlandse tak van de congregatie, die in 1919 een zelfstandige provincie werd, gaf aan haar doelstelling vorm door parochiewerk, volksmissies en retraites, de aansturing van de Aartsbroederschap van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart in Sittard, de opleiding van religieuzen, opvoeding en onderwijs. Begin 20e eeuw kreeg de Nederlandse provincie de Molukken (1902), Oceanië en Nieuw-Guinea (1905), de Filippijnen (1908), Brazilië (1911), Celebes (1919), Midden-Java (1921) als eigen missiegebieden toegewezen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er geen missionarissen meer uitgezonden. De Japanse bezetting van Nederlands-Indië kostte 27 congregatieleden het leven. Na de oorlog ontwikkelden de voormalige missiegebieden zich tot autonome gebieden. Steeds meer missionarissen keerden voorgoed terug naar Nederland. Vanaf de jaren 1980 ontplooide de congregatie nieuwe vormen van missie en gemeenschapsleven, voornamelijk in de vorm van activiteiten ten dienste van kansarmen in de samenleving
Missielanden:
Indonesië (Molukken 1902; Celebes 1919; Midden-Java 1921); Nieuw-Guinea (1905); Filippijnen (1908); Brazilië (1911); Congo/Zaïre
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (02-10-2021); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 154; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p. 161/162; R. Wols, ‘De Missionarissen van het H. Hart van Jezus MSC’ op website Brabant Historisch Informatie Centrum, https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-missionarissen-van-het-h-hart-van-jezus-msc (29-10-2021)
ENK Monasticon nummer:
P027