Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Kloosterorganisatie: Missionarissen van Mill Hill

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Missionarissen van Mill Hill
Orde of congregatie:
Missionarissen van Mill Hill
Alternatieve namen:
Societas Missionariorum a S. Joseph (SSJ); Congregatie van Missionarissen van Mill Hill; St. Josephs Congregatie van Mill Hill; St. Joseph’s Congregatie voor Vreemde Missiën; Fathers van Mill Hill; Paters van Mill Hill; Missionarissen van Mill Hill (MHM)
Latijnse naam:
Societas Sancti Josephi pro Missionibus exteris de Mill Hill apud Londinum (MHM)
Afkorting:
MMH; SSJ
Stichter, stichteres:
Herbert Vaughan
Stichtingsjaar:
1866
Land van oorsprong:
Engeland
Plaats van oorsprong:
Mill Hill, Londen
Vestiging Nederland:
1911
Doelstelling:
Missiewerk, pastoraal werk
Geschiedenis:
In Mill Hill bij Londen stichtte in 1866 Herbert Vaughan (1832-1903), de latere kardinaal en aartsbisschop van Westminster, de congregatie van St. Joseph's Foreign Missionary Society die doorgaans de congregatie van de Missionarissen van Mill Hill wordt genoemd. Herbert Vaughan, die zijn op het college van de jezuïeten in Stonyhurst begonnen studie bij de benedictijnen van Bath, daarna bij de jezuïeten in Brugge en vervolgens in Parijs voortzette, ging in 1851 naar Rome. Nadat hij in 1854 in Lucca tot priester was gewijd, keerde hij terug naar Engeland. Daar werd hij vicepresident van het Saint Edmund's College in Ware, destijds het meest pretentieuze seminarie in Zuid Engeland. In 1864 kreeg hij goedkeuring voor zijn plan om in Mill Hiil voor het opleiden van priester-missionarissen een seminarie op te richten. Twee jaar later werd de stichtingsakte getekend voor de Joseph's Foreign Missionary Society, die in 1908 de definitieve pauselijke goedkeuring ontving. In 1890 werd door onderhavige congregatie in Roosendaal een missiehuis geopend. De eerste jaren kregen uitsluitend Nederlandse studenten er hun opleiding, maar vanaf 1895 werd het internationale karakter van de congregatie ook weerspiegeld in de studentenpopulatie. Uitbreiding van de opleidingsmogelijkheden in Nederland nam na de Eerste Wereldoorlog een grote vlucht. Missiehuizen werden er toen In Tilburg. Arnhem, Hoorn, Haelen en Oosterbeek gesticht. Ondanks het grote aantal Nederlanders bleef Mill Hill een Engelse congregatie. Ook de Nederlandse Mill Hillers noemen zich nog steeds 'father'. Naast priesters en broeders kent de congregatie sinds 1972 ook Associates, geassocieerde leken, die zich voor een bepaald aantal jaren inzetten voor het werk van de congregatie. Met als lijfspreuk 'Amare et Servire', Beminnen en Dienen, richt de congregatie zich op het verkondigen van het evangelie onder de niet geëvangeliseerde volkeren buiten Europa en is als zodanig als uitsluitend een missiecongregatie aan te merken
Missielanden:
India (1875); Pakistan (1879); Maleisië (Sarawak en Sabah) (1881); Nieuw-Zeeland (1886); Kenya (1894); Uganda (1894); Congo (Zaïre) (1905); Filipijnen (1905); Kameroen (1921); Sudan (1938); Chili (1965); Rwanda
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (07-12-2021); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 155; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel II ('s-Gravenhage 1932), p.244; J. Smits, “Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant”(Alphen aan de Maas 2010), p.133/134
ENK Monasticon nummer:
P029