Zoeken in collecties

Vlak na zijn aanstelling als pastoor te Lieshout had kapelaan Branten uit Schijndel het plan opgevat zijn parochie van een liefdehuis met meisjesscholen te voorzien. De zusters zouden ook de verpleging en verzorging van zieke en oude mensen op zich nemen. Om zijn plannen te verwezenlijken gebruikte hij de heer Alphons Bogaerts, die ook pastoor Van den Elzen geholpen had met diens vraag naar zusters voor Mierlo-Hout, als voorspreker. Het hoofdbestuur gaf gehoor aan het verzoek en in het najaar van 1889 zouden er zusters uit Schijndel naar Lieshout komen. Een oud burgerhuis waarin dokter De Mol zijn praktijk had uitgeoefend, zou voorlopig als woonhuis van de zusters worden ingericht (het ontwerp voor een nieuw te bouwen gesticht hing aan de muur om de hoop op betere tijden levendig te houden). Gelukkig lag er flink wat bouwterrein rond de dokterswoning. Er werd een linkervleugel aangebouwd voor een kleine kapel, twee schoollokalen en een gasthuisafdeling voor vrouwen. In de te bouwen rechtervleugel werd een bewaarschool en een gasthuisafdeling voor mannen ingericht. Op 11 november 1889 werden de zusters door pastoor Branten en zijn parochianen ontvangen. Op 18 november van dat jaar werden de bewaarschool en de taalschool geopend. Op 17 december kwam er al een zuster bij als hulponderwijzeres. In de verpleging ging het minder goed. De jaren 1907, 1911, 1918, 1925 en 1926 waren noodlottige typhusjaren voor Lieshout. Zuster Bonaventura v/d Heijden stierf op 29 december 1907 aan deze ziekte. Enkele andere zusters herstelden. Nadat de zusters op 1 oktober 1980 Lieshout hadden verlaten, werd het klooster afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe bejaardencentrum 'Franciscushof'