Zoeken in collecties

De familie De Kort verdeelde hun rijkdom voor de ene helft over de abdij van Postel waar een broer prelaat was en voor de andere helft over een te bouwen liefdegesticht. Daarnaast richtte de familie een fonds op voor het onderhoud van de zusters en een rector van het gesticht en zouden er vijf koeien, een paard, landbouwwerktuigen en huisraad naar het gesticht gaan. Toen pastoor Goossens zijn verlangen vervuld zag, kon hij de hem toegezegde zusters uit Schijndel ontvangen. 5 november 1902 werden de zusters feestelijk ontvangen door de bewoners van Eersel. Op 9 november werd voor de eerste keer de H. Mis opgedragen in het kapelletje van de zusters. 28 november 1902 werd het gasthuis geopend met als eerste bewoonster Johanna Joppen. 1 december werd met de bewaarschool begonnen, 15 december volgde de naaischool. 1 oktober 1903 kon de lagere school pas beginnen bij gebrek aan bevoegde zusters. In 1905 volgde opname van t.b.c.-patiënten. In 1908 kwam het verzoek vanuit het hoofdbestuur om met een nieuw liefdewerk te starten: een vakantiekolonie. Tot dan toe werden zwakke kinderen in Schijndel-Wijbosch opgenomen, een huis voor zwakke en zieke zusters, maar de drukte werd te groot. In 1926 werd een nieuw gezondheidskoloniehuis gebouwd dat werd ingezegend door Mgr. Diepen. Het huis kreeg rijkssubsidie en verzorgde ook Belgische kinderen. Voor dat laatste ontving de overste van het gesticht van koningin Elisabeth een bronzen medaille voor de 'Verpleging van Belgische kinderen in oorlogstijd'. In 1914 kwamen er honderden door de Duitsers verdreven vluchtelingen uit Mol naar Eersel. In 1918 werd door het bestuur der Malthezer Orde het gesticht tot noodhospitaal ingericht. Zusters uit de andere succursalen werden te hulp geroepen evenals zusters van de congregatie uit Veghel. Zowel prins Hendrik als de koningin kwamen het hospitaal bezichtigen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden seminariestudenten uit St. Michielsgestel en onderduikers in Eersel ondergebracht