Zoeken in collecties

Rijssen was de eerste stichting van de congregatie buiten het bisdom Den Bosch. Henricus Weitjens werd in 1880 door de aartsbisschop belast met de parochiële zorg van Rijssen. Bij zijn aankomst trof hij een ontredderde parochie aan. De druk van de protestanten, die 6/7e deel van de bevolking uitmaakten, was groot. Er was zelfs geen R.K. begraafplaats. Weitjens' eerste werk was dan ook het stichten van een R.K. kerkhof. Zijn tweede werk was het bouwen van een katechismuskamer. De pastoor verlangde naar rooms onderwijs voor kinderen en probeerde op alle mogelijke manieren een liefdegesticht te bouwen. Via een vriend uit de Achterhoek leerde Weitjens de congregatie van Schijndel kennen. Hij wendde zich tot het hoofdbestuur en ontving de toezegging dat er in het voorjaar van 1894 zusters zouden komen. Voorlopig alleen nog voor de kleuter- en naaischool. Er werd een klein liefdehuis gebouwd en twee klaslokalen, één voor meisjes en één voor de kleuterschool. Op 12 april 1894 kwamen er zes zusters uit Schijndel aan. 23 april begon men met het onderwijs. Er was echter maar één lokaal gereed en daarom werden de eerste drie leerjaren ondergebracht in het katechismuslokaal. De naaischool ging naar een kamer in het klooster. In de middaguren werd les gegeven handwerkles gegeven aan meisjes die boven de leerplichtleeftijd zaten. Zelfs protestantse en joodse meisjes maakten er gebruik van. Al in het voorjaar van 1898 werden er twee lokalen bijgebouwd. De opvolger van pastoor Weitjens, pastoor G. Pel, liet een afzonderlijk lokaal bouwen voor de naaischool. Later kwam pastoor Mulder, die onmiddelijk met de wijkverpleging wilde beginnen. Een paar jaar later zond het moederhuis in Schijndel een zuster voor de wijkverpleging. Enkele jaren later werd er op de schoollokalen een verdieping gezet om meer plaats te krijgen voor de lagere school. De zusters verlieten op 2 juli 1974 Rijssen