Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
50  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Seculiere kanunniken
Orde of congregatie:
Seculiere kanunniken
Stichtingsjaar:
- Einde 18e eeuw
Doelstelling:
Dagelijks onderhouden van het koorgebed; zielzorg in parochies
Geschiedenis:
Seculier kanunniken maakten deel uit van een kapittel, een bestuurscollege dat verbonden was aan een kathedraal of een andere belangrijke kerk, die kapittelkerk of collegiale kerk genoemd werd. Bij het vaststellen tijdens het Concilie van Aken in 816 van de regel van Chrodegang, doorgaans de regel van Aken genoemd, werd ervan uitgegaan dat kanunniken gemeenschappelijk zouden leven. Ze hoefden geen kloostergelofte af te leggen en geen afstand te doen van hun bezittingen. In de 10e eeuw verslapte de toepassing van deze regel. Het communautaire leven werd verlaten. De kanunniken gingen vanaf toen afzonderlijk wonen in huizen, die zich bevonden binnen de claustrale singel of immuniteit van het kapittel, een afgebakend gebied rondom de kapittelkerk, waar slechts het kerkelijk recht van toepassing was. Voorts werden de door het kapittel gemeenschappelijk opgebouwde bezittingen verdeeld in “prebenden”, die werden aangewend om in het levensonderhoud van de individuele kanunniken te voorzien. De kanunniken kwamen dagelijks in de kapittelkerk bijeen voor het koorgebed. Ook waren ze actief in de zielzorg in parochies. Centraal stond evenwel het koorgebed en de liturgie. Een aan een kathedraal verbonden kapittel stond tevens de bisschop bij in zijn bestuurstaken. Mettertijd was een verwerver van een prebende veelal alleen maar kanunnik in naam. Voor de koordiensten liet hij zich vervangen door een priester, die als vicaris optrad. Er waren dan ook nogal wat kanunniken, die alleen de lagere wijdingen of zelfs geen wijding hadden ontvangen. Deze kanunniken konden ook getrouwd zijn. Aan deze toestand werd door het Concilie van Trente een eind gemaakt. In de Noordelijke Nederlanden werden de meeste seculiere kapittels tijdens de reformatie opgeheven of omgevormd tot wereldlijke proosdijen. In de Zuidelijke Nederlanden verdwenen de kapittels pas aan het eind van de 18e eeuw bij de komst van de Franse revolutionaire troepen. Alle bezittingen werden toen door de staat geconfisqueerd
Gebruikte bronnen:
A.Clazing, ‘Papenhofstede’ in “Flehite: historisch jaarboek Amersfoort en omstreken” Volume 2011, zie ook: https://wegwijs033.nl/Papenhofstede.pdf (02-02-2023), p.103-105; “Geschiedenis van het heiligdom St. Gerlach als norbertinessenstift” op website Vrienden van Sint Gerlach
https://vriendenvansintgerlach.nl/images/rechts/2021/Presentatie_StGerlach_Norbertinessenstift.pdf (02-02-2023), p.5
ENK Monasticon nummer:
V019
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Duitse Orde (m)
Orde of congregatie:
Duitse Orde (m)
Alternatieve namen:
Orde van de Broeders van het Duitse Hospitaal van de Heilige Maria te Jeruzalem; Duitse Orde; Teutonische Ridderorde
Latijnse naam:
Ordo domus Sanctæ Mariæ Theutonicorum Hierosolymitanorum
Afkorting:
OT (Ordo Theutonicorum of Ordo Teutonicus)
Stichtingsjaar:
Tijdens de Derde Kruistocht (1189-1192), - Tijdens de Reformatie
Land van oorsprong:
Israël
Plaats van oorsprong:
Palestina/Akko
Vestiging Nederland:
1218
Vertrek uit Nederland:
Tijdens de Reformatie omgevormd tot een wereldlijke organisatie
Doelstelling:
Geestelijke zorg, liefdadigheid en vooral strijd tegen de andersgelovigen
Geschiedenis:
De Derde Kruistocht werd onder aanvoering van de Duitse keizer Frederik Barbarossa gehouden om Jeruzalem en het Heilig Land weer in christelijke handen terug te brengen. Als eerste werd de havenstad Akko belegerd, waar door kooplui uit Bremen en Lübeck een veldhospitaal ingericht werd om de zieke en gewonde kruisvaarders op te vangen. Hieruit ontstond de Duitse Orde die in 1199 door de paus erkend werd en in 1221 door de Heilige Stoel gelijkgesteld werd aan de geestelijke ridderorden van de Tempeliers en Johannieters en daarmee rechtstreeks onder pauselijk gezag kwam te vallen. Lid van de Duitse orde waren zowel ridderbroeders en priesterbroeders, die de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid aflegden, als lekenbroeders, die zich uitsluitend verbonden tot een gelofte van dienstbaarheid. De orde ondervond steun van veel edelen en machthebbers die haar, verspreid over vooral Midden-Europa, veel goederen schonken, waardoor de orde uitgroeide tot een Europese macht van betekenis. Het bezit van deze goederen, met het beheer waarvan de orde haar activiteiten financierden die toen naast geestelijke zorg en liefdadigheid vooral de strijd tegen de andersgelovigen betroffen, was ingedeeld in landcommanderijen, balijen genaamd. Elke balije omvatte een tien- tot twaalftal commanderijen. Aan het hoofd van de Duitse Orde stond een grootmeester die aan het gezag van de Paus onderworpen was. Vanaf 1225 verlegde de Duitse Orde zijn aandacht van het Midden-Oosten naar de streken ten zuiden en oosten van de Oostzee. Daar vormde de Duitse Orde een eigen staat die het noorden van het huidige Polen en de Baltische staten omvatte. Na de bloeitijd van de orde in de 14e eeuw volgde in de 15e eeuw een periode van neergang. In de tijd van Luther en de Reformatie werd de Duitse Orde een wereldlijke organisatie en is dat nog steeds. Van de Duitse Orde waren in de Nederlanden de balije Alde Biezen en de Utrechtse Balije gevestigd, waaronder respectievelijk 12 en 14 commanderijen vielen
Gebruikte bronnen:
R. de Bruin, ‘De Ridderlijke Duitse Orde Balije van Utrecht.Een adellijk distinctie-instrument in de Republiek der Verenigde Nederlanden gedurende de achttiende eeuw ‘ in “Virtus : jaarboek voor adelsgeschiedenis 16“ (Westervoort 2009), p. 35-37; A. van Oirschot, ‘Geldrop en de Duitse Orde’ in “Heemkronijk” 1964, jaargang:3, nr. 4, zie ook: Website Heemkundekring De Heerlijkheid Heeze Leende Zesgehuchten, https://www.heemkundekring-hlz.nl/heemkronijken/item/104/geldrop-en-de-duitse-orde (13-01-2023); R. Wols, ‘Vechtridders en Islambestrijders: De Duitse Orde in Vught”, Website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/vechtmonniken-en-islambestrijders-de-duitse-orde-in-vught (13-01-2023)
ENK Monasticon nummer:
V018
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kruisvaarders van Sint Jan
Orde of congregatie:
Kruisvaarders van Sint Jan
Alternatieve namen:
Gezelschap der Kruisvaarders van Sint Jan; Kruisvaarders van Sint Jan
Stichter, stichteres:
Jacques van Ginneken SJ
Stichtingsjaar:
1922
Land van oorsprong:
Nederland
Doelstelling:
Het ontwikkelen van activiteiten die een bijdrage kunnen leveren aan een mentaliteit waarbinnen iedere mens tot optimale ontplooiing kan komen, met als uitgangspunt het Evangelie van Jezus Christus
Gebruikte bronnen:
Erasmusplein 7, 1996, nr. 1: Ad van Huijgevoort, 'De Kruisvaarders van Sint Jan. De geschiedenis van een 20e-eeuw lekenapostolaat'; Archief te Heemstede, in 1995 door KAN geïnventariseerd. [OV: zie ook lit. in KS 2003 voor de Vrouwen van Bethanië; art. "Ginneken, Jacobus Joannes Antonius van'; Winkler Prins Encyclopaedie 9 (5e dr., 1950) k. 542-543 (lit)]; Nolet II, 33-40; Encyclopedie van het Katholicisme II (1955) k. 532-533]
Opmerkingen:
Van Ginneken richtte in 1922 een lekencongregatie op. Qua vorm lijkt deze sterk op een broedercongregatie, maar men legt geen publieke geloften af. Sinds 1948 vormen de Kruisvaarders een seculier instituut. Na de beginjaren met straatprediking legde men zich toe op volwassenapostolaat en de opvang van daklozen. Na de oorlog werd men ook in de missie actief. Men verzorgde (technisch) onderwijs en had eigen internaten en opvanghuizen
ENK Monasticon nummer:
V001
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Fraters van Utrecht
Orde of congregatie:
Fraters van Utrecht
Alternatieve namen:
Fraters van Utrecht; Fraters van O.L. Vrouw van het H. Hart
Latijnse naam:
Congregatio Fratrum Nostrae Dominae a Sacro Corde
Stichter, stichteres:
Andreas I. Schaepman
Stichtingsjaar:
1873
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Utrecht
Doelstelling:
Onderwijs
Geschiedenis:
Schaepman, een neef van de bekende priester-politicus Herman Schaepman, richtte als aartsbisschop van Utrecht in 1873 deze broedercongregatie op te Utrecht. De broeders verzorgden opvoeding en onderwijs, hielden en internaten en deden aan jeugdwerk. Paus Gregorius de Grote is de patroon van de lagere en middelbare scholen van de fraters in Utrecht. In 1979 vond de meest recente statutenwijziging plaats
Rechtspersonen:
Rechtspersoon sinds 1896: de Sint-Gregoriusstichting
Missielanden:
Indonesië (1928); Kenya (1958)
Gebruikte bronnen:
KS 151, 152; PA 2002, 2004; Nolet II, 63; NMM
ENK Monasticon nummer:
B021
Toon op kaart Toon op kaart