Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
5.672  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Son en Breugel, Nieuwstraat 70
Datering:
1914 - 1958
Orde of congregatie:
Alexianen (Cellebroeders)
Naam van het klooster:
Sanatorium H. Hart van Jezus; Huize Zonhove
Straat:
Nieuwstraat 70
Postcode:
5691 AG
Plaatsnaam:
Son en Breugel
Provincie:
Noord-Brabant
Bisdom:
's-Hertogenbosch
Stichting/eerste vermelding:
1914
Opheffing/laatste vermelding:
1958
Activiteiten:
Sanatorium voor turberculose-patiënten
Geschiedenis:
Om hun novicen en broeders te onttrekken aan de in België in 1913 ingevoerde dienstplicht, besloten de alexianen uit Boechout bij Antwerpen om in Nederland een klooster te stichten. Daartoe werd door de bisschop van ’s-Hertogenbosch in voornoemd jaar toestemming verleend. Aanvankelijk lag het in de bedoeling dit klooster te vestigen in De Weebosch, een tot de gemeente Bergeijk behorend dorp. Door toedoen van de toenmalige pastoor van Son werd echter besloten de vestiging niet daar te realiseren maar in de bosrijke omgeving van Son, waar toen een terrein van 2½ hectare werd aangekocht. In 1914 ging de bouw van wat toen het R.K. Sanatorium voor zenuwlijders ging heten van start. Ten tijde van de bouw vonden de alexianen in een notarishuis aan de markt in Son onderdak. Vanaf 1919 ging het gebouw dienst doen als sanatorium voor tuberculosepatiënten en kreeg toen R.K. Sanatorium het H. Hart van Jezus als naam. Uitbreidingen en aanpassingen van het gebouwencomplex vonden zowel in 1924 als in 1931 plaats. In 1929 verrees naast het hoofdgebouw de kapel. Tijdens de bevrijding van Son in september 1944 werden de patiënten geëvacueerd en werd het sanatorium als militair hospitaal in gebruik genomen. Wegens de terugloop van het aantal tuberculosepatiënten besloten de alexianen het sanatorium te sluiten. De gebouwen werd toen door hen voor de opvang van verwaarloosde jongens als internaat Huize Zonhove in gebruik genomen. Doordat zij voor dat werk noch opgeleid waren, noch ervaring hadden, liep dit echter op niets uit en werd in 1957 besloten dit werk te beëindigen. De alexianen keerden in 1958 terug naar het toenmalige moederhuis in Boechout. De gebouwen werden verkocht aan een stichting die de verzorging van meervoudig gehandicapte jongens op zich nam. In 1987 viel het gebouwencomplex aan de sloophamer ten prooi. Het torentje van de in 1929 gebouwde kapel is het enige wat er nog van overgebleven is
Gebruikte literatuur:
J. Smits, “Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant” (Alphen aan de Maas 2010), p.738/739; R. Wols, ‘Broeders Alexianen CFAC’ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/broeders-alexianen-cfac (19-04-2023); H. Hulten en M. Emmery, Geschiedenis en ontwikkeling van Son en Breugel (Son en Breugel 2022), zie ook: https://scheepswerflekkerkerk.nl/geschiedenis-en-ontwikkeling-van-son-en-breugel (20-04-2023)
Gebruikte websites:
Website Archieven.nl: Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=212&miadt=1212&miaet=14&micode=DOC-MON&minr=735153&miview=ldt (19-04-2023); Website Brabant Erfgoed, https://www.brabantserfgoed.nl/collectie/object/enb-87-beeldmateriaal/882b4660b934d7112f345ced53595aa5528cfb74 (20-04-2023); Website Reliwiki, de Nederlandse database over religieuze gebouwen, https://reliwiki.nl/index.php/Son,_Nieuwstraat_70_-_Kapel_Zonhove (20-04-2023)
ENK Monasticon nummer:
MON-B001-001
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Venlo
Datering:
1486 - 1578
Orde of congregatie:
Alexianen (Cellebroeders)
Naam van het klooster:
Trans Cedron
Plaatsnaam:
Venlo
Provincie:
Limburg
Parochie:
Venlo
Destijds gewest:
Gelre
Bisdom:
Luik
Stichting/eerste vermelding:
1486
Opheffing/laatste vermelding:
1578
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In een huis in Venlo, 'Robbenhuyss' genaamd, woonden al in 1486 een uit Maastricht afkomstige gemeenschap van cellebroeders. Zij zouden naar Venlo gekomen zijn om hier pestlijders te verplegen. In 1487 werd er Op De Weide een nieuw huis voor de broeders gebouwd, dat “Trans Cedron” (letterlijk vertaald: over de beek) werd genoemd. In 1489 nam dit convent van cellebroeders de regel van Augustinus aan en kregen toestemming voor de bouw van een eigen kapel met kerkhof. In de jaren tussen 1497 en 1500 werd dit convent door sepulcrijnen uit Sint Odiliënberg omgevormd tot een klooster van hun orde, de orde van het Heilig Graf van Jeruzalem, een geestelijke ridderorde die uit de tijd van de kruistochten. In 1578, tijdens de Staatse bezetting, verlieten de sepulcrijnen dit klooster
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 196/197; F. Hermans: “Historische stedenatlas van Nederland: Aflevering 6 Venlo” (Delft 1999), p. 97 ;
Gebruikte websites:
Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint_Odili%C3%ABnberg (21-09-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-B001-021
VU Kloosterlijst nummer:
V09
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Utrecht
Datering:
1439 - 1591
Orde of congregatie:
Alexianen (Cellebroeders)
Plaatsnaam:
Utrecht
Provincie:
Utrecht
Parochie:
Utrecht-Buurkerk
Destijds gewest:
Nedersticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1439
Opheffing/laatste vermelding:
1591
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
De eerste vermelding van de cellebroeders in Utrecht dateert uit 1439. Hun klooster lag aan de tegenwoordige Nobeldwarsstraat met aan de Muntstraat en waarschijnlijk ook aan de Kromme Nieuwegracht een achteruitgang. De broeders hadden ook nog enkele huizen, die eveneens met de Muntstraat verbonden waren. Tot de taak van de broeders behoorden in hoofdzaak het verplegen van zieken, het regelen van uitvaarten en het verzorgen van de graven en grafkelders. De beloning, die zij hiervoor kregen, vormde samen met de gelden, die zij voor het zingen van zielmissen in hun eigen kapel of in de Buurkerk ontvingen, hoofdzakelijk hun inkomen. Toen in 1580 door de magistraat van Utrecht de uitoefening van de rooms-katholieke godsdienst verboden werd, bleven de cellebroeders, die allen tot de hervorming waren overgegaan, hun werk doen, echter nu in dienst van het stadsbestuur. Ze bleven in hun klooster wonen, waarvan het hoofdgebouw evenwel ter beschikking gesteld werd aan de Waalse wevers, die aanvankelijk in het predikherenklooster onderdak gevonden hadden en later uit het karmelietenklooster verdreven werden. In 1591 werd het convent van de cellebroeders opgeheven en vervielen hun goederen aan de stad. Toen in 1624, de vier „cameren met erf", waar de broeders nog woonden, verkocht werden, kregen zij aan de oostelijke stadsmuur bij het pestgasthuis Leeuwenbergh twee woningen toegewezen. Doordat waarschijnlijk al bij de opheffing menige broeder de gemeenschap verlaten had, waren zij nog maar gering in aantal. In 1629 wordt van nog maar vier cellebroeders gesproken
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 190; R. A. Hoogland, ‘De cellebroeders’ in “Jaarboek Oud-Utrecht 1974”, p. 180/181/189/190/191; A.J.  van der Weyde, 'Bijdrage tot de geschiedenis der pest te Utrecht' in “Nederlandsch Tijdschrift Geneeskunde”, 71 (1927), helft 1, nr. 23, p. 3128
ENK Monasticon nummer:
ME-B001-020
VU Kloosterlijst nummer:
U28
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Tiel
Datering:
1465 - 1552
Orde of congregatie:
Alexianen (Cellebroeders)
Patroonheilige:
Alexius?
Plaatsnaam:
Tiel
Provincie:
Gelderland
Parochie:
Tiel
Destijds gewest:
Gelre
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1465
Opheffing/laatste vermelding:
1552
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In 1465 vestigde een kleine gemeenschap van cellebroeders zich in Tiel. Hun klooster bouwden ze vrijwel tegen het “Tolhuis” aan, dat toen als dwangburcht dienst deed. De broeders wijdden zich aan de ziekenzorg en leefden vooral van verpleeggelden en legaten van zieken. Behalve hun klooster, dat uit een kapel, een hospitaal en een huis voor de broeders bestond en slechts bescheiden van omvang was, beschikten de broeders over weinig onroerend goed. In 1552 verkochten de broeders hun bezit en vertrokken uit Tiel
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 82; E. Smit, ‘Het Tielse tolhuis en zijn omgeving in de loop van de eeuwen’ in “De Nieuwe Kroniek”, 2 (2011), nr. 2, p. 22;  B. J. P. van Bavel, ´ Transitie en continuïteit” (Hilversum 1999), p. 165
ENK Monasticon nummer:
ME-B001-019
VU Kloosterlijst nummer:
T08
Toon op kaart Toon op kaart