Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
33  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Steyl)
Orde of congregatie:
Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Steyl)
Alternatieve namen:
Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Tegelen) (voorheen: Steyl, 1876-1965; Venlo, 1965-1989; vanaf 1989 Tegelen); Congregatie van de Zusters van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid; Zusters van Steyl
Latijnse naam:
Divina Providencia
Stichter, stichteres:
Eduard Michelis
Stichtingsjaar:
1842
Land van oorsprong:
Duitsland
Plaats van oorsprong:
Münster
Vestiging Nederland:
1876
Patroonheiligen:
Drievuldigheid/Drieëenheid; Vincentius; H. Jozef; Maria; H. Hart
Doelstelling:
Vanuit het geloof antwoord geven op de concrete nood van de tijd
Geschiedenis:
De vervulling van de doelstelling van de congregatie is begonnen met een armenweeshuis voor meisjes in St. Mauritz, Münster. Door de Kulturkampf kwamen Duitse zusters naar Nederland. Daar werden ze al snel door pastoors in dorpen gevraagd. Omdat de Nederlandse taal een beperking vormde begonnen de zusters met bewaarscholen, naailessen en hygiëne voor vrouwen en meisjes, wijkverpleging en de opvang van wezen, armen en later pensiongasten. Enkele jaren daarna werd een meisjesschool gestart en vanuit de naailessen groeide eenvoudig huishoudonderwijs. Nadat de zusters de Nederlandse taal beheersten, diploma's hadden gehaald en het bijzonder onderwijs gelijk was gesteld aan het staatsonderwijs, groeiden de activiteiten van de congregatie. In Nederland groeide het werkterrein van de congregatie uit tot onderwijs (kleuterschool; l.o.; mulo; kweekschool; huishoudschool; internaten voor wezen, schipperskinderen, blo-kinderen en huishoudleerlingen), gezondheidszorg (ziekenhuis, geestelijke en lichamelijke gehandicapten, huizen voor pensiongasten, bejaardenzorg, woonwagenwerk, wijkverpleging), huishouding in seminaries en pastorieën, missiewerk en pastoraal en sociaal werk. De wijkverpleging in de dorpen hield voor de meeste van de zusters op toen er gediplomeerde wijkzusters kwamen. Vanaf 1971 kwamen nieuwe leefgroepen tot stand. De zusters kozen zelf hun woonplek met medezusters. Meestal gingen de normale werkzaamheden die de zusters voorheen uitoefenden door. De groepen hebben zich geleidelijk aan opgeheven wegens leeftijd. De groepen die na 1980 gevormd zijn, zijn ontstaan door opheffing van grote huizen. De congregatie heeft nooit de eigen zusters verpleegd. Na 1975, bij de verbouwing in Steyl, en in 1994, toen het kloosterbejaardenoord van de congregatie is verkocht, gingen de zusters die verzorging nodig hadden naar de bejaardenhuize Huize Vroenhof in Houthem en Huize St. Anna in Boxmeer. Of naar de verzorgingshuizen te Schijndel, Heerlen, Tegelen, Venray en Venlo
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Rechtspersonen:
Rechtspersoon: Nederlandse Provincie van de Congregatie der Zuster van de Goddelijke Voorzienigheid te Venlo
Missielanden:
Indonesië, Java (1934); Nederlandse Antillen, Aruba (1955); Afrika, Malawi (1960). Vanuit Duitsland: Brazilië (1896)
Gebruikte bronnen:
KS, 85; PA 1970, 2004; NMM; Kloosterarchivaris juli 2008; http://www.zusters-goddelijke-voorzienigheid.nl/2008/waar-zijn-wij-nederland.php
Opmerkingen:
Een adreslijst met informatie over leefgroepen en alleenwonenden van de congregatie is aanwezig in het Erfgoedcentrum. Afbeeldingen van de huizen zijn ook te vinden in het boek: L. Asselberg, "Uit het leven van de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid in Nederland", Venlo [1976]
ENK Monasticon nummer:
Z140
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van Liefde (Tilburg)
Orde of congregatie:
Zusters van Liefde (Tilburg)
Alternatieve namen:
Zusters van Liefde van O.L. Vrouw, Moeder van Barmhartigheid; Zusters van Liefde (Tilburg); Zusters van Tilburg
Latijnse naam:
Sorores Charitatis Matris Misericordiae
Afkorting:
SCMM
Stichter, stichteres:
Joannes Zwijsen
Stichtingsjaar:
1832
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Tilburg
Patroonheiligen:
Maria; Vincentius a Paulo
Doelstelling:
Onderwijs; gezondheidszorg; bejaardenzorg; maatschappelijk werk; missiewerk; weeshuizen; gevangeniswerk
Geschiedenis:
Op 23 november 1832 werd de congregatie door pastoor Zwijsen begonnen met drie zusters in een woning in Tilburg: zuster Maria Michaël Leysen, zuster Maria Catharina Janssen en zuster Maria Theresia Smits. In 1834 legden de zusters hun kloostergeloften af. Een eerste succursaalhuis volgde in Delft, waarna een reeks van nieuwe kloosters volgden. Met de uitbreiding van het aantal kloosters, breidde ook het aantal liefdewerken uit van onderwijs naar zieken- en bejaardenzorg en andere vormen van hulpverlening
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Missielanden:
België (1840); Engeland en Wales (1861); Amerika (1874); Indonesië (1885); Suriname (1894); Zimbabwe (1957); West-Duitsland (1961); Brazilië (1962); Italië (1963); Ierland (1976); Philippijnen (1966-1970, 1995-)
Gebruikte bronnen:
KS, 91; PA 2004; NMM; Kloosterarchivaris juli 2008
Opmerkingen:
Een lijst met huizen in de missielanden van de congregatie is ter inzage aanwezig in het Erfgoedcentrum
ENK Monasticon nummer:
Z153
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van Julie Postel
Orde of congregatie:
Zusters van Julie Postel
Alternatieve namen:
Zusters van de Christelijke Scholen (en) van Barmhartigheid; Zusters van Barmhartigheid; Zusters van Barmhartigheid; Zusters van Boxmeer; Zusters van Julie Postel
Stichter, stichteres:
Marie Madeleine (Julie) Postel
Stichtingsjaar:
1807
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Cherbourg
Vestiging Nederland:
1886
Patroonheiligen:
Apostelen Petrus en Paulus
Doelstelling:
Onderwijs; gezondheidszorg; missiewerk; bejaardenzorg; onderwijs; begeleiding van ex-gedetineerden (samen met de Fraters Maristen hebben de Zusters van Julie Poster intitiatief genomen voor Moria, een stichting die steun verleent aan ex-gedetineerden jongeren)
Geschiedenis:
De Congregatie werd op 8 september 1807 te Cherbourg (Frankrijk) gesticht door Maria-Magdalena (Julie) Postel (1756-1846). In 1859 werd de Congregatie door de paus erkend. Er volgden vestigingen in heel Europa en daarna ook in Azië en Afrika: Duitsland (1862), werd in 1920 zelfstandige congregatie. Nederland (1886), Italië (1903), Indonesië (1929), Ierland (1950), Afrika (1958). Filippijnen (1964-1983). In 1964 wordt Nederland een provincie van de congregatie. In 1968-1969 vond een vernieuwingskapittel plaats, dat eindigde met de goedkeuring van de nieuwe constituties in 1985. Op verzoek van pastoor Wellessen van Boxmeer zond de toenmalige overste van de congregatie op 18 oktober 1886 vanuit Frankrijk twee Duitse zusters en één Franse zuster naar Boxmeer om zieken en stervenden bij te staan, thuis en in het nieuw gebouwde ziekenhuis 'Hospice du Sacré Coeur. Wegens plaatsgebrek verhuisde men in 1896 naar het het kasteel dat werd gebruikt als 'Gasthuis van het H. Hart' te Boxmeer. In 1968 werd er een nieuw ziekenhuis gebouwd aan de Loerangelsestraat. De vrijgekomen ruimte in het oude ziekenhuis werd gebruikt voor 'Verpleeghuis Madeleine' en in 1975 voor 'KloosterVerzorgingsHuis Sint Anna'. In eerste instantie werden beide gebruikt door de zusters zelf, later ook door religieuzen van andere congregaties. Sinds 2006 wonen er ook niet-religieuzen
Juridische structuur:
Van pauselijk recht (sinds 1859)
Rechtspersonen:
Rechtspersoon: Stichting van Barmhartigheid, toegewijd aan de H.H. Harten van Jezus en Maria, gevestigd te Boxmeer (in 1981 veranderde de naam in: Stichting Steunfonds Nederlandse Provincie van de Congregatie van de Zusters van Julie Postel); Vereeniging van Barmhartigheid toegewijd aan de H. Harten van Jezus en Maria, gevestigd te Zevenaar (opgeheven in 1996); Stichting Madeleine, te Boxmeer; Stichting Sint Anna Boxmeer (sinds 1976); 22 september 2012 werd de provincie de Nederlandse regio van de congregatie, nadat op 13 mei 2012 de Kerkelijke Instelling van de Erfgoed Julie Postel was opgericht
Missielanden:
Frankrijk; Ivoorkust; Indonesië (1929); Congo-Brazaville (1958); Filippijnen (1964)
Gebruikte bronnen:
KS, 89; PA 2004; NMM; www.juliepostel.nl; www.sintannaboxmeer.nl; Kloosterarchivaris juli 2008; zr. Esther van Tijn, archivaris van de congregatie 2013
Opmerkingen:
Franse naam van de congregatie: Congrégation des Soeurs de Sainte Marie-Madeleine Postel. De Nederlandse naam is geen vertaling van de Franse omdat de zusters van de Duitse congregatie in Nederland al onder die letterlijke vertaling geregistreerd was. De congregatie heeft een eigen congregatiemuseum te Boxmeer. De zusters van Julie Postel (haar doopnaam) van Boxmeer, hebben een eigen periodieke uitgave genaamd 'In vogelvlucht'. Bij de plaatsen waar de Zusters van Julie Postel hebben geleefd en gewerkt, staat per plaats aangegeven bij 'Opmerkingen' of het gaat om een vestiging van de Congregatie. Als het een woonhuis betreft, staat er niets aangegeven
ENK Monasticon nummer:
Z148
Gevestigd in:
meer
 
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Tertiarissen
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Alternatieve namen:
Derde Orde van Sint Franciscus; Tertianen en Tertiarissen
Stichtingsjaar:
13e eeuw
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
Midden 14e eeuw
Vertrek uit Nederland:
Eind 18e eeuw
Doelstelling:
Het geven van invulling aan een religieus en spiritueel leven zonder het beroeps- en familiair bestaan te verlaten
Geschiedenis:
Naast een eerste orde van minderbroeders en een tweede orde van clarissen ontstond er in de 13e eeuw een nieuwe, derde orde van tertianen en tertiarissen. Deze derde orde van Sint Franciscus, die in 1289 door paus Nicolaas IV met de bul Supra montem werd goedgekeurd, bood mannelijke en vrouwelijke penitenten de mogelijkheid zoveel mogelijk volgens de regels van Franciscus en Clara een devoot leven te leiden, maar niet in strikte of canonieke zin zoals dat het geval was in het kloosterleven van de eerste en tweede orde. Zij waren leken, die invulling gaven aan hun religieus en spiritueel leven zonder hun beroeps- en familiair bestaan te verlaten. Het waren met name vrouwen die voor deze leefwijze kozen. De derde-orde-beweging was dan ook vooral een vrouwenbeweging. Een groot deel van de Utrechtse conventen van tertianen en tertiarissen sloten zich aaneen in het Kapittel van Utrecht. In navolging daarvan vormden de tertianen en tertiarissen van het aartsbisdom Keulen het KeuIs Kapittel en die van het bisdom Luik en omgeving het Kapittel van Zepperen. Evenals de huizen van de broeders en zusters des gemenen levens en de augustijner mannen- en vrouwenkloosters, aangesloten bij het Kapittel van Windesheim en dat van Sion, waren de conventen van tertianen en tertiarissen integraal onderdeel van de Moderne Devotie. Vanaf het prille begin zijn de bij het Kapittel van Utrecht aangesloten conventen van tertianen en tertiarissen de weg opgegaan naar een kloosterleven zoals de eerste en tweede orde die kenden. Een belofte van kuisheid werd al vanaf het begin gevraagd van hen, die zich bij en gemeenschap van tertianen en tertiarissen wilden aansluiten. Later, in 1487, werden de kloosterbeloften kuisheid, armoede en gehoorzaamheid officieel verplicht gesteld. Allengs ging het merendeel van de tertiarissenconventen over tot clausuur en leidden de zusters binnen de muren van hun convent een contemplatief leven van gebed, meditatie, geestelijke oefeningen, collaties en handenarbeid
Gebruikte bronnen:
Monasicon Trajectense, https://www2.fgw.vu.nl/oz/monasticon/inleiding.php (10-03-2023); K. Goudriaan, 'De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht. Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis , 1, 1998” (Hilversum 1998). p.205/207/208; T. Decosemaker, Masterscriptie “Och Lassy! Och Arme!”: Biechtvaderschap in semireligieuze gemeenschappen”, Universiteit Gent, 2019/2020. p. 27/28; B.R. de Melker, “Metamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385 – 1435” (Universiteit van Amsterdam 2002), zie ook: https://pure.uva.nl/ws/files/3413925/21633_UBA002000746_07.pdf (10-03-2023), p.40, voetnoot 18; W. van Egmont, ‘Het leven van Sint Maarten’ in “Madoc”, jaargang 1998
ENK Monasticon nummer:
Z207
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart