Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
17  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van Sint Jozef
Orde of congregatie:
Zusters van Sint Jozef
Alternatieve namen:
Zusters van Sint Jozef (Amersfoort)
Stichter, stichteres:
Mgr. Henricus Blom
Stichtingsjaar:
1878
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Amersfoort
Doelstelling:
Onderwijs; gezondheidszorg; missiewerk; maatschappelijk werk; pastoraal werk
Geschiedenis:
In 1840, toen er in Amersfoort al lange tijd behoefte bestond aan een tehuis voor armen, zieken en bejaarden, kochten twee priesters aan de Utrechtseweg een huis. Vanaf 1841 werkten daar vrijwillig Elisabeth Frits, Maria Greshof en Antonius Hunks. Er kwam een toeloop van broeders en zusters, die later werden gescheiden. Op initiatief van Mgr. Blom kwam er een overste en werden alle zusters en broeders derde ordelingen van de Franciscanen. In 1874 heerste een pokkenepidemie in Amersfoort en verzorgden de zusters thuisverpleging. Op 7 november 1878 werden de Zusters van Sint Jozef officieel gesticht. Zuster Agnes van Doorn, tot dan toe overste, werd de eerste algemeen overste. In heel Nederland werden tal van stichtingen opgericht t.b.v. armen, ziekenhuizen, bejaardenzorg (pensions), kleuterscholen, naai- en huishoudscholen, kraamzorg en wijkverpleging. Naast de zusters bestond er een tijdje een groep broeders die voor weeskinderen zorgden. In 1931 gingen de eerste zes missiezusters naar Sumatra (Indonesiƫ). In 1997 werd Indonesiƫ zelfstandig. In 1964 vertrokken drie zusters naar Holambra II (Braziliƫ). In 1988 vertrokken de laatste zusters uit Braziliƫ als ook in 1992 pater Van der Zwaan die met de zusters samenwerkte in Santo AndrƩ. In 1968 vond er een vernieuwingskapittel plaats, waaruit in 1971 een keuzekapittel en een lekenadviesraad ontstond. In 1977 werd een bestuursteam van vijf zusters gekozen. Na het honderdjarig bestaan in 1978 werd door alle zusters nagedacht en gediscussieerd over de constituties. De herziene versie werd in 1985 goedgekeurd door kardinaal Simonis. In de jaren '70 en '80 van de twintigste eeuw kregen de zusters steeds meer inbreng en was er ruimte voor individuele ontwikkeling. Zusters gingen in kleine groepen wonen waarin woon- en werkfunctie werden gescheiden. Anno 2008 zijn bijna alle zusters terug in het moederhuis te Amersfoort. In 1982 werd de Mgr. Blomstichting opgericht om een scheiding te maken tussen materiƫle en geestelijke zorg
Juridische structuur:
Van bisschoppelijk recht
Rechtspersonen:
Sint Josephstichting (1905); Mgr. Blomstichting (1982)
Missielanden:
Indonesiƫ (1931); Braziliƫ (1964)
Gebruikte bronnen:
KS, 89; PA 2004; Nolet III (187-192); Kloosterarchivaris juli 2008
ENK Monasticon nummer:
Z147
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort
Orde of congregatie:
Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort
Alternatieve namen:
Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort
Latijnse naam:
Sorores Nostrae Dominae Amersfurti
Stichter, stichteres:
Pater Matthias Wolff s.j.; zr. Maria van Werkhoven; zr. Martha Pijpers; zr. Mathia Stichters
Stichtingsjaar:
1822
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Amersfoort
Patroonheiligen:
O.L.Vrouw; Julie Billiart (geestelijke moeder van de congregatie)
Doelstelling:
Vooral vorming en onderwijs. Later ook: bejaardenzorg; zieken en gehandicapten; pastoraal werk; maatschappelijk werk; vrijwilligerswerk; hulp aan mensen in maatschappelijke en geestelijke nood
Geschiedenis:
Op initiatief van pater Matthias Wolff s.j. werden in 1819/20 zeven jonge vrouwen door de Zusters van O.L. Vrouw van Namen in hun instituut in Namen en Gent opgenomen. Ze kregen daar een religieuze vorming in postulaat en noviciaat. Ze keerden in 1823/24 terug naar Nederland en vestigden zich in de Muurhuizen te Amersfoort. De congregatie La PƩdagogie ChrƩtienne is ontstaan door een samenwerkingsverband van pater Matthias Wolff s.j., de R.C. Maatschappij, zr. Maria van Werkhoven, zr. Martha Pijpers en zr. Mathia Stichters. De doelstelling is voornamelijk het geven van onderwijs.
La PƩdagogie ChrƩtienne kreeg een reglement van pater Matthias Wolff dat werd goedgekeurd door de aartspriesters van Utrecht en Holland in juni 1823. Vervolgens werd enkele maanden later in Amersfoort de Associatie Firma Van Werkhoven & Compagnie opgericht, om een wettelijke status te verkrijgen voor het oprichten van een kostschool. In 1824 legden de eerste zusters tijdelijke geloften af in de kerk Soli Deo Gloria aan 't Zand in Amersfoort.
Richtlijn voor het leven in de gemeenshap is de regel van de congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw van Namen. De stichteressen van deze congregatie zijn Sint Julie Billiart, MĆØre Sint Joseph Blin de Bourdon. De laatste was algemeen overste toen de Nederlandse jonge vrouwen naar BelgiĆ« gingen.
In 1840 ontstond een conflict en werd de congregatie gesplitst. De zusters in Amersfoort en de zusters in de huizen beneden de grote rivieren gingen als twee zelfstandige congregaties verder. De eersten onder de naam Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort en de anderen als de Zusters van de Sociƫteit van Jezus, Maria en Joseph (JMJ) met een hoofdvestiging in Engelen en later Den Bosch. Alleen de eersten behielden de regel van de Zusters van O.L. Vrouw van Namen. De Zusters van JMJ ontvingen een regel van mgr. J. Zwijsen.
Juridische structuur:
Congregatie van pauselijk recht
Rechtspersonen:
Rechtspersoon: Associatie Firma Van Werkhoven & Compagnie, later O.L. Vrouwe Stichting
Missielanden:
Indonesiƫ (1926); Noorwegen (1924); Malawi (1959); Braziliƫ (1968-2000)
Gebruikte bronnen:
KS 2003, 100-101, 2006, 93. Encylopedie van het Katholicisme III (1956) k. 1121; PA 2002, 2004, NMM; PA 2006; Kloosterarchivaris januari 2010
ENK Monasticon nummer:
Z161
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Vrouwen van Bethaniƫ
Orde of congregatie:
Vrouwen van Bethaniƫ
Alternatieve namen:
Vrouwen van Bethaniƫ
Latijnse naam:
Congregatio Feminarum Bethaniae
Afkorting:
Vr.v.B.
Stichter, stichteres:
J. van Ginneken (SJ)
Stichtingsjaar:
1919
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Bloemendaal
Patroonheiligen:
St. Reinilda; St. Lidwina
Doelstelling:
Herkerstening van Nederland 'en andere beschaafde landen' door actieve vrouwelijke religieuzen die dicht bij de maatschappij staan. De herkerstening heeft vorm gekregen in clubhuizen voor kinderen, catechumenaatshuizen, oecumene, pastoraat, geloofsbegeleiding en gastvrijheid voor zoekende mensen
Geschiedenis:
De Vrouwen van Bethaniƫ zijn gesticht in 1919 als lekengroepering. J. van Ginneken sj heeft de eerste regel voor de congregatie geschreven, bestemd voor leken-leden die als kern een groep contemplatieven naast zich hadden. In 1932 zijn de Vrouwen van Bethaniƫ een religieze congregatie geworden, met een nieuwe regel geschreven door pater Al. Slijpen sj. Het werd ƩƩn instituut met twee groepen: contemplatieven en actieven. In de tweede helft van de jaren vijftig werd duidelijk dat de twee-groepen-structuur herzien moest worden. In de Algemene Vergadering van 1959 werd het besluit genomen dat het ideaal van de congregatie voortaan vanuit ƩƩn groep zou worden uitgedragen. Na het Tweede Vaticaans Concilie werden de regels telkens aangevuld in de Algemene Vergadering, in 1979 gaf bisschop Zwartkruis van Haarlem toestemming deze regels te volgen. Het Vermogensrechtelijk Regelement, dat de betrekkingen van de congregatie naar buiten bepaalt en het statuut van de Algemene Vergadering, dat de interne verantwoordelijkheden regelt, zijn samen met de verwoording van spiritualiteit de drie basisdocumenten van de gemeenschap. De leden van Bethaniƫ zijn de laatste jaren alleen gaan wonen. De oudere leden gaan vaak naar een verzorgingshuis in de plaats waar ze gewoond hebben of naar een kloosterverzorgingshuis van een andere congregatie
Juridische structuur:
Van bisschoppelijk recht
Rechtspersonen:
Vrouwen van Bethaniƫ (voorheen Reinildastichting)
Missielanden:
Verenigde Staten, Oostenrijk, Spanje, Italiƫ
Gebruikte bronnen:
KS, 80; PA 2004; Kloosterarchivaris juli 2008
ENK Monasticon nummer:
Z122
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Tertiarissen
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Alternatieve namen:
Derde Orde van Sint Franciscus; Tertianen en Tertiarissen
Stichtingsjaar:
13e eeuw
Land van oorsprong:
Italiƫ
Vestiging Nederland:
Midden 14e eeuw
Vertrek uit Nederland:
Eind 18e eeuw
Doelstelling:
Het geven van invulling aan een religieus en spiritueel leven zonder het beroeps- en familiair bestaan te verlaten
Geschiedenis:
Naast een eerste orde van minderbroeders en een tweede orde van clarissen ontstond er in de 13e eeuw een nieuwe, derde orde van tertianen en tertiarissen. Deze derde orde van Sint Franciscus, die in 1289 door paus Nicolaas IV met de bul Supra montem werd goedgekeurd, bood mannelijke en vrouwelijke penitenten de mogelijkheid zoveel mogelijk volgens de regels van Franciscus en Clara een devoot leven te leiden, maar niet in strikte of canonieke zin zoals dat het geval was in het kloosterleven van de eerste en tweede orde. Zij waren leken, die invulling gaven aan hun religieus en spiritueel leven zonder hun beroeps- en familiair bestaan te verlaten. Het waren met name vrouwen die voor deze leefwijze kozen. De derde-orde-beweging was dan ook vooral een vrouwenbeweging. Een groot deel van de Utrechtse conventen van tertianen en tertiarissen sloten zich aaneen in het Kapittel van Utrecht. In navolging daarvan vormden de tertianen en tertiarissen van het aartsbisdom Keulen het KeuIs Kapittel en die van het bisdom Luik en omgeving het Kapittel van Zepperen. Evenals de huizen van de broeders en zusters des gemenen levens en de augustijner mannen- en vrouwenkloosters, aangesloten bij het Kapittel van Windesheim en dat van Sion, waren de conventen van tertianen en tertiarissen integraal onderdeel van de Moderne Devotie. Vanaf het prille begin zijn de bij het Kapittel van Utrecht aangesloten conventen van tertianen en tertiarissen de weg opgegaan naar een kloosterleven zoals de eerste en tweede orde die kenden. Een belofte van kuisheid werd al vanaf het begin gevraagd van hen, die zich bij en gemeenschap van tertianen en tertiarissen wilden aansluiten. Later, in 1487, werden de kloosterbeloften kuisheid, armoede en gehoorzaamheid officieel verplicht gesteld. Allengs ging het merendeel van de tertiarissenconventen over tot clausuur en leidden de zusters binnen de muren van hun convent een contemplatief leven van gebed, meditatie, geestelijke oefeningen, collaties en handenarbeid
Gebruikte bronnen:
Monasicon Trajectense, https://www2.fgw.vu.nl/oz/monasticon/inleiding.php (10-03-2023); K. Goudriaan, 'De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht. Een voorstudieā€™ in ā€œJaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis , 1, 1998ā€ (Hilversum 1998). p.205/207/208; T. Decosemaker, Masterscriptie ā€œOch Lassy! Och Arme!ā€: Biechtvaderschap in semireligieuze gemeenschappenā€, Universiteit Gent, 2019/2020. p. 27/28; B.R. de Melker, ā€œMetamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385 ā€“ 1435ā€ (Universiteit van Amsterdam 2002), zie ook: https://pure.uva.nl/ws/files/3413925/21633_UBA002000746_07.pdf (10-03-2023), p.40, voetnoot 18; W. van Egmont, ā€˜Het leven van Sint Maartenā€™ in ā€œMadocā€, jaargang 1998
ENK Monasticon nummer:
Z207
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart