Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
2  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Salesianen van Don Bosco
Orde of congregatie:
Salesianen van Don Bosco
Alternatieve namen:
Congregatie van de Salesianen van Don Bosco; Salesianen van Don Bosco; Paters Salesianen van Don Bosco; Salesianen
Latijnse naam:
Societas Sancti Francisci Salesii; Societas Salesiana
Afkorting:
SDB
Stichter, stichteres:
Johannes Melchior Bosco
Stichtingsjaar:
1859
Land van oorsprong:
Italië
Plaats van oorsprong:
Turijn
Vestiging Nederland:
1929
Doelstelling:
Missiewerk; pastoraal werk; jeugdzorg, onderwijs
Geschiedenis:
De in 1815 nabij Turijn geboren Giovanni Melchior Bosco stichtte de congregatie van de Salesianen van Don Bosco. Na in 1841 tot priester te zijn gewijd, ging hij in Turijn werken als kapelaan waar hij met de erbarmelijke omstandigheden van jongeren in de voorsteden van deze stad geconfronteerd werd. Hij zette zich in om aan deze jongeren volle kansen te bieden, waardoor zij hun toekomst zelf in handen zouden kunnen nemen. In Valdocco, een buitenwijk van Turijn, ging hij over tot het oprichten voor deze jongeren van een oratorium: een centrum voor vorming en ontspanning, een kweekplaats van geloof, hoop en liefde. Don Bosco richtte naast andere oratoria, ook hospitia op voor verlaten kinderen en opende hij ambachtsscholen. Zijn huizen werden gekenmerkt door een samenzijn en samenleven, waarin ieder zonder onderscheid of voorbehoud opgenomen en gewaardeerd werd. De jongeren mochten zichzelf zijn en werden gestimuleerd om hun eigen mogelijkheden te ontwikkelen. De naam salesianen, die gebruikt wordt voor zowel priesters als coadjuteurs (lekenhelpers in het pastorale en opvoedkundige werk) is afgeleid van de H. Franciscus van Sales. Diens positieve mensbeeld, met de nadruk op goedheid, vriendelijkheid en geduld, heeft Don Bosco in woord en daad uitgedragen. In 1857 stelde Don Bosco een aantal richtlijnen en regels op voor de sterk groeiende gemeenschap. Pauselijke erkenning volgde in 1869 en in 1874 werden de constituties goedgekeurd. In 1946 werd de Nederlandse provincie opgericht, die echter in 2005 met de provincie België-Noord fuseerde en vanaf dan een delegatie van die provincie werd. Tot de doelstellingen van de congregatie behoorden pastoraal werk en missiewerk. In de praktijk kregen deze doelstellingen vorm door middel van opvoeding van volkskinderen, (technische) scholen en internaten en jeugd- en jongerenwerk. Verder werkten zowel priesters als coadjuteurs in open patronaten, weeshuizen, seminaries, parochies en hielden zij zich bezig met wetenschappelijk werk
Missielanden:
Haïti (1936); Congo (1967); Hongkong; India; Israël; Egypte; Syrië; Libanon; Brazilië; Filipijnen; Korea; Rwanda
Gebruikte bronnen:
J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html; J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 166; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel II ('s-Gravenhage 1932), p. 272-275
ENK Monasticon nummer:
P042
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart
Orde of congregatie:
Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart
Alternatieve namen:
Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart; Zusters van de Bredaseweg; Geutjes(nonnen)
Latijnse naam:
Filiae Dominae Nostrae a Sacro Corde
Afkorting:
FDNSC; FDNaSC
Stichter, stichteres:
Jules Chevalier msc
Stichtingsjaar:
1874
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Issoudun
Vestiging Nederland:
1911
Patroonheiligen:
Onze Lieve Vrouw van het heilig Hart
Doelstelling:
Het doel van de congregatie is het bekend maken van Gods liefde voor de mensen uitgedrukt in het motto: Bemind zij overal het heilig Hart van Jezus. Geprobeerd wordt om het doel via een grote verscheidenheid aan werkzaamheden te bereiken. Onder die werkzaamheden vallen: onderwijs, verpleging, kinderbescherming, jeugdwerk, bejaardenzorg, maatschappelijk werk, vluchtelingenwerk, catechese aan volwassenen, parochiewerk en pastoraat. Deze benaderingswijze werd ook in de missielanden gebruikt, waar echter meer nadruk lag op onderwijs, verpleging en parochiewerk
Geschiedenis:
Jules Chevalier, priester van het bisdom Bourges in Midden-Frankrijk, stichtte op 8 december 1854 de Congregatie van de Missionarissen van het heilig Hart. Ook stichtte hij op 30 augustus 1874 te Issoudun een vrouwelijke congregatie, de Dochters van O.L. Vrouw van het H.Hart. De eerste acht jaar leidde deze groep een kwijnend bestaan bij gebrek aan goede leiding, totdat Marie Louise Hartzer (1837-1908) in 1882 intrad en als overste werd aangesteld door pater Chevalier. In 1884 vertrokken de eerste zusters naar de missie van Oceanië. Vanwege vervolgingen in Frankrijk verhuisde de congregatie naar Thuin in België. Wijkverpleging werd het voornaamste apostolaat van de congregatie. In 1900 kregen de Nederlandse MSC de verantwoordelijkheid voor de missie in de Molukken en Nederlands Nieuw Guinea en ze vroegen de hulp van Nederlandse zusters (13 waren reeds vóór 1900 ingetreden en vertrokken naar de missie in Oceanië) en dus een Nederlands noviciaat. Pas in 1911 kwamen de eerste zusters naar Waalwijk voor parochiewerk. Een MSC ging naar de bisschop en deze gaf toestemming voor een stichting op voorwaarde dat de overste een Nederlandse zou zijn en dat er binnen drie jaar in het bisdom Den Bosch een novicaat zou komen. De Nederlandse Stephanie Pacilly werd benoemd, samen met Agathe Freneau (Fr.) en Charles Janssens (Belg.). In 1915 werd het Nederlandse noviciaat geopend. Na die tijd kwamen er steeds meer aanvragen om zusters binnen vanuit parochies. Daar verrichtten de zusters vele soorten werkzaamheden, zoals onderwijs, wijkverpleging, bejaardenzorg, ziekenverpleging, internaten, kinderverblijven. Maar ook: sociaal werk, catecheselessen, parochie- en jeugdwerk, pastoraal werk. In 1925 werd Nederland een zelfstandige provincie met zuster Pacilly als overste. De congregatie is een missiecongregatie en al in 1920 werden de eerste Nederlandse zusters uitgezonden. Er werden ook inlandse congregaties gesticht, met eigen noviciaat zoals op de Molukken, in Papua en op Java
Missielanden:
Indonesië (Molukken 1920-; Java 1928-1972; Papua 1928-1995). Werkgebieden: Papua Nieuw-Guinea (1888-2001); Brazilië (1920-1975); Congo (1927-1947); Senegal (1960-1973); Kameroen (1961-1976); Zuid-Afrika (2006-)
Gebruikte bronnen:
KS, 34; PA 2004; NMM
Opmerkingen:
Uitgebreidere geschiedenis van de congregatie is ter inzage aanwezig in het Erfgoedcentrum (gegevens Kloosterarchivaris juli 2008). Meer informatie over de congregatie is te vinden in: J. Eijt en S. Hautvast, "Een missie in de marge. Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart in Nederland en Indonesië, 1911-2000", Hilversum 2002
ENK Monasticon nummer:
Z034
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart