Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
16  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van het H. Hart
Orde of congregatie:
Zusters van het H. Hart
Alternatieve namen:
Zusters van het H. Hart van Jezus; Zusters van het H. Hart; Zusters van het Allerheiligste Hart van Jezus; Zusters van Moerdijk; Servantes du Coeur de Jésus; Congregatie der Zusters van het H. Hart van Jesus, Veldhoven
Latijnse naam:
Sorores Sanctissimi Cordis Jesu; Congregatio Sororum Sacris Cordis Jesu
Afkorting:
SSCJ
Stichter, stichteres:
Huberdina Merkelbach, pastoor P.J. van Gennip
Stichtingsjaar:
1886
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Moerdijk
Doelstelling:
Onderwijs; gezondheidszorg; bejaardenzorg; huishoudelijk werk; missiewerk
Geschiedenis:
Tot 1915 waren de zusters alleen werkzaam in het onderwijs, o.a. in scholen en een internaat te Moerdijk. Vanaf 1915 waren ze ook werkzaam in de gezondheidszorg. Een grote uitbreiding vond plaats in de periode 1925-1937
Rechtspersonen:
Rechtspersoon: Vereniging der Zusters van het Allerheiligst Hart van Jesus
Missielanden:
Finland (1922); Indonesië (1927); Brazilië; Nieuw-Zeeland; Congo
Gebruikte bronnen:
KS; PA 1970, 2004; NMM
ENK Monasticon nummer:
Z142
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort
Orde of congregatie:
Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort
Alternatieve namen:
Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort
Latijnse naam:
Sorores Nostrae Dominae Amersfurti
Stichter, stichteres:
Pater Matthias Wolff s.j.; zr. Maria van Werkhoven; zr. Martha Pijpers; zr. Mathia Stichters
Stichtingsjaar:
1822
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Amersfoort
Patroonheiligen:
O.L.Vrouw; Julie Billiart (geestelijke moeder van de congregatie)
Doelstelling:
Vooral vorming en onderwijs. Later ook: bejaardenzorg; zieken en gehandicapten; pastoraal werk; maatschappelijk werk; vrijwilligerswerk; hulp aan mensen in maatschappelijke en geestelijke nood
Geschiedenis:
Op initiatief van pater Matthias Wolff s.j. werden in 1819/20 zeven jonge vrouwen door de Zusters van O.L. Vrouw van Namen in hun instituut in Namen en Gent opgenomen. Ze kregen daar een religieuze vorming in postulaat en noviciaat. Ze keerden in 1823/24 terug naar Nederland en vestigden zich in de Muurhuizen te Amersfoort. De congregatie La Pédagogie Chrétienne is ontstaan door een samenwerkingsverband van pater Matthias Wolff s.j., de R.C. Maatschappij, zr. Maria van Werkhoven, zr. Martha Pijpers en zr. Mathia Stichters. De doelstelling is voornamelijk het geven van onderwijs.
La Pédagogie Chrétienne kreeg een reglement van pater Matthias Wolff dat werd goedgekeurd door de aartspriesters van Utrecht en Holland in juni 1823. Vervolgens werd enkele maanden later in Amersfoort de Associatie Firma Van Werkhoven & Compagnie opgericht, om een wettelijke status te verkrijgen voor het oprichten van een kostschool. In 1824 legden de eerste zusters tijdelijke geloften af in de kerk Soli Deo Gloria aan 't Zand in Amersfoort.
Richtlijn voor het leven in de gemeenshap is de regel van de congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw van Namen. De stichteressen van deze congregatie zijn Sint Julie Billiart, Mère Sint Joseph Blin de Bourdon. De laatste was algemeen overste toen de Nederlandse jonge vrouwen naar België gingen.
In 1840 ontstond een conflict en werd de congregatie gesplitst. De zusters in Amersfoort en de zusters in de huizen beneden de grote rivieren gingen als twee zelfstandige congregaties verder. De eersten onder de naam Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort en de anderen als de Zusters van de Sociëteit van Jezus, Maria en Joseph (JMJ) met een hoofdvestiging in Engelen en later Den Bosch. Alleen de eersten behielden de regel van de Zusters van O.L. Vrouw van Namen. De Zusters van JMJ ontvingen een regel van mgr. J. Zwijsen.
Juridische structuur:
Congregatie van pauselijk recht
Rechtspersonen:
Rechtspersoon: Associatie Firma Van Werkhoven & Compagnie, later O.L. Vrouwe Stichting
Missielanden:
Indonesië (1926); Noorwegen (1924); Malawi (1959); Brazilië (1968-2000)
Gebruikte bronnen:
KS 2003, 100-101, 2006, 93. Encylopedie van het Katholicisme III (1956) k. 1121; PA 2002, 2004, NMM; PA 2006; Kloosterarchivaris januari 2010
ENK Monasticon nummer:
Z161
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van Liefde (Tilburg)
Orde of congregatie:
Zusters van Liefde (Tilburg)
Alternatieve namen:
Zusters van Liefde van O.L. Vrouw, Moeder van Barmhartigheid; Zusters van Liefde (Tilburg); Zusters van Tilburg
Latijnse naam:
Sorores Charitatis Matris Misericordiae
Afkorting:
SCMM
Stichter, stichteres:
Joannes Zwijsen
Stichtingsjaar:
1832
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Tilburg
Patroonheiligen:
Maria; Vincentius a Paulo
Doelstelling:
Onderwijs; gezondheidszorg; bejaardenzorg; maatschappelijk werk; missiewerk; weeshuizen; gevangeniswerk
Geschiedenis:
Op 23 november 1832 werd de congregatie door pastoor Zwijsen begonnen met drie zusters in een woning in Tilburg: zuster Maria Michaël Leysen, zuster Maria Catharina Janssen en zuster Maria Theresia Smits. In 1834 legden de zusters hun kloostergeloften af. Een eerste succursaalhuis volgde in Delft, waarna een reeks van nieuwe kloosters volgden. Met de uitbreiding van het aantal kloosters, breidde ook het aantal liefdewerken uit van onderwijs naar zieken- en bejaardenzorg en andere vormen van hulpverlening
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Missielanden:
België (1840); Engeland en Wales (1861); Amerika (1874); Indonesië (1885); Suriname (1894); Zimbabwe (1957); West-Duitsland (1961); Brazilië (1962); Italië (1963); Ierland (1976); Philippijnen (1966-1970, 1995-)
Gebruikte bronnen:
KS, 91; PA 2004; NMM; Kloosterarchivaris juli 2008
Opmerkingen:
Een lijst met huizen in de missielanden van de congregatie is ter inzage aanwezig in het Erfgoedcentrum
ENK Monasticon nummer:
Z153
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Tertiarissen
Orde of congregatie:
Tertiarissen
Alternatieve namen:
Derde Orde van Sint Franciscus; Tertianen en Tertiarissen
Stichtingsjaar:
13e eeuw
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
Midden 14e eeuw
Vertrek uit Nederland:
Eind 18e eeuw
Doelstelling:
Het geven van invulling aan een religieus en spiritueel leven zonder het beroeps- en familiair bestaan te verlaten
Geschiedenis:
Naast een eerste orde van minderbroeders en een tweede orde van clarissen ontstond er in de 13e eeuw een nieuwe, derde orde van tertianen en tertiarissen. Deze derde orde van Sint Franciscus, die in 1289 door paus Nicolaas IV met de bul Supra montem werd goedgekeurd, bood mannelijke en vrouwelijke penitenten de mogelijkheid zoveel mogelijk volgens de regels van Franciscus en Clara een devoot leven te leiden, maar niet in strikte of canonieke zin zoals dat het geval was in het kloosterleven van de eerste en tweede orde. Zij waren leken, die invulling gaven aan hun religieus en spiritueel leven zonder hun beroeps- en familiair bestaan te verlaten. Het waren met name vrouwen die voor deze leefwijze kozen. De derde-orde-beweging was dan ook vooral een vrouwenbeweging. Een groot deel van de Utrechtse conventen van tertianen en tertiarissen sloten zich aaneen in het Kapittel van Utrecht. In navolging daarvan vormden de tertianen en tertiarissen van het aartsbisdom Keulen het KeuIs Kapittel en die van het bisdom Luik en omgeving het Kapittel van Zepperen. Evenals de huizen van de broeders en zusters des gemenen levens en de augustijner mannen- en vrouwenkloosters, aangesloten bij het Kapittel van Windesheim en dat van Sion, waren de conventen van tertianen en tertiarissen integraal onderdeel van de Moderne Devotie. Vanaf het prille begin zijn de bij het Kapittel van Utrecht aangesloten conventen van tertianen en tertiarissen de weg opgegaan naar een kloosterleven zoals de eerste en tweede orde die kenden. Een belofte van kuisheid werd al vanaf het begin gevraagd van hen, die zich bij en gemeenschap van tertianen en tertiarissen wilden aansluiten. Later, in 1487, werden de kloosterbeloften kuisheid, armoede en gehoorzaamheid officieel verplicht gesteld. Allengs ging het merendeel van de tertiarissenconventen over tot clausuur en leidden de zusters binnen de muren van hun convent een contemplatief leven van gebed, meditatie, geestelijke oefeningen, collaties en handenarbeid
Gebruikte bronnen:
Monasicon Trajectense, https://www2.fgw.vu.nl/oz/monasticon/inleiding.php (10-03-2023); K. Goudriaan, 'De derde orde van Sint Franciscus in het bisdom Utrecht. Een voorstudie’ in “Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis , 1, 1998” (Hilversum 1998). p.205/207/208; T. Decosemaker, Masterscriptie “Och Lassy! Och Arme!”: Biechtvaderschap in semireligieuze gemeenschappen”, Universiteit Gent, 2019/2020. p. 27/28; B.R. de Melker, “Metamorfose van stad en devotie. Ontstaan en conjunctuur van kerkelijke, religieuze en charitatieve instellingen in Amsterdam in het licht van de stedelijke ontwikkeling, 1385 – 1435” (Universiteit van Amsterdam 2002), zie ook: https://pure.uva.nl/ws/files/3413925/21633_UBA002000746_07.pdf (10-03-2023), p.40, voetnoot 18; W. van Egmont, ‘Het leven van Sint Maarten’ in “Madoc”, jaargang 1998
ENK Monasticon nummer:
Z207
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart