Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
4  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van Liefde (Tilburg)
Orde of congregatie:
Zusters van Liefde (Tilburg)
Alternatieve namen:
Zusters van Liefde van O.L. Vrouw, Moeder van Barmhartigheid; Zusters van Liefde (Tilburg); Zusters van Tilburg
Latijnse naam:
Sorores Charitatis Matris Misericordiae
Afkorting:
SCMM
Stichter, stichteres:
Joannes Zwijsen
Stichtingsjaar:
1832
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Tilburg
Patroonheiligen:
Maria; Vincentius a Paulo
Doelstelling:
Onderwijs; gezondheidszorg; bejaardenzorg; maatschappelijk werk; missiewerk; weeshuizen; gevangeniswerk
Geschiedenis:
Op 23 november 1832 werd de congregatie door pastoor Zwijsen begonnen met drie zusters in een woning in Tilburg: zuster Maria Michaël Leysen, zuster Maria Catharina Janssen en zuster Maria Theresia Smits. In 1834 legden de zusters hun kloostergeloften af. Een eerste succursaalhuis volgde in Delft, waarna een reeks van nieuwe kloosters volgden. Met de uitbreiding van het aantal kloosters, breidde ook het aantal liefdewerken uit van onderwijs naar zieken- en bejaardenzorg en andere vormen van hulpverlening
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Missielanden:
België (1840); Engeland en Wales (1861); Amerika (1874); Indonesië (1885); Suriname (1894); Zimbabwe (1957); West-Duitsland (1961); Brazilië (1962); Italië (1963); Ierland (1976); Philippijnen (1966-1970, 1995-)
Gebruikte bronnen:
KS, 91; PA 2004; NMM; Kloosterarchivaris juli 2008
Opmerkingen:
Een lijst met huizen in de missielanden van de congregatie is ter inzage aanwezig in het Erfgoedcentrum
ENK Monasticon nummer:
Z153
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Franciscanessen van Mariadal
Orde of congregatie:
Franciscanessen van Mariadal
Alternatieve namen:
Penitenten-Recollectinen van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria; Zusters van Roosendaal; Franciscanessen van Roosendaal; Franciscanessen van Mariadal
Latijnse naam:
Sorores Poenitentes Recollectinae Immaculatae Conceptionis
Afkorting:
PR
Stichter, stichteres:
Maria Raaymakers (Mère Marie Joseph)
Stichtingsjaar:
1832
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Roosendaal
Patroonheiligen:
Franciscus van Assisi
Doelstelling:
Opvoeding en onderwijs; wezenzorg; bejaardenzorg
Geschiedenis:
Deze congregatie werd gesticht vanuit Etten. Op diverse plaatsen in het land werden kloosters, scholen en internaten gesticht. In 1842 vestigde de congregatie zich in de Nederlandse Antillen (toen West-Indië geheten), in 1856 in Suriname en in 1961 werd een klooster met scholen en een kliniek gesticht in een buitenwijk van Santiago in Chili
Juridische structuur:
Van pauselijk recht
Rechtspersonen:
Stichting Sint Elisabeth (KVH); Stichting Scholen Zusters Franciscanessen van Mariadal (schoolbestuur, tot ± 1986); Genootschap tot Opvoeding (1855-1981); Genootschap tot liefdadig onderwijs (1846-1855)
Missielanden:
Nederlandse Antillen, Bonaire en Curaçao (1842); Suriname (1856); Chili (1961)
Gebruikte bronnen:
KS, 50; PA 2004; NMM; Kloosterarchivaris juli 2008; PA 2006, 2010
ENK Monasticon nummer:
Z063
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Cisterciënzerinnen
Orde of congregatie:
Cisterciënzerinnen
Alternatieve namen:
Orde der Cisterciënzer; Cisterciënzers, Bernadijnen, Cisterciënzerinnen; Bernadinnen
Latijnse naam:
Sacer Ordo Cisterciensium
Afkorting:
SOC; SOCist; Ocist
Stichter, stichteres:
Robert van Molesme
Stichtingsjaar:
1098
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Saint-Nicolas-lès-Citeauxx
Vestiging Nederland:
Sinds de Middeleeuwen; herintroductie in 190
Doelstelling:
Contemplatie; pastoraat
Geschiedenis:
Verburgerlijking en verslapping van de discipline ontvluchtend, die vooral toesloeg in de bij de orde van Cluny aangesloten kloosters, verliet in 1098 abt Robertus met een twintigtal monniken de abdij van Molesme om zich in een onherbergzame plaats bij Dijon te vestigen. In deze plaats, die Cîteaux of in het Latijn Cistercium heette en waarvan de naam cisterciënzers afgeleid is, beoogde Robertus in eenzaamheid, armoede, ascese en door met eigen arbeid in het levensonderhoud te voorzien in alle gestrengheid de regel van Benedictus te volgen. Al in 1099 werd hij opgevolgd door Albericus, die een kilometer verder naar het noorden tot definitieve vestiging van de kloostergemeenschap besloot. Vanuit deze gemeenschap ontstond een orde met een eigen regel en bestuur, die in 1170 met de Carta Caritatis haar eerste statuten kreeg. In 1125 werd in Tart, 10 km. ten noorden van Cîteaux, het eerste klooster van cisterciënzerinnen gesticht. Aangezien dit inbreuk zou maken op het grondbeginsel van de orde, dat van alle zielzorg buiten het eigen klooster moest worden afgezien, stonden de cisterciënzers aanvankelijk afwijzend tegen het in hun orde opnemen van vrouwenkloosters. Uiteindelijk kon dit toch niet worden tegengehouden. In de eerste jaren van de 13e eeuw stonden de cisterciënzerinnen onder het gezag van het Generaal Kapittel en waren ze gehouden aan het volgen van de statuten en aan een strenge clausuur. Hun geestelijke verzorging namen de cisterciënzers op zich, die veelal ook materiële hulp verleenden. Binnen de kloostermuren leidden de cisterciënzerinnen een eenvoudig, stil en bescheiden leven, dat in het teken stond van een grote armoedebeleving en een bijzondere overgave aan hun geestelijk ideaal. De viering van de liturgie, de geestelijke lezing, het persoonlijk gebed en de handenarbeid vormden het hoofdbestanddeel van hun spiritualiteit. Op het huidig Nederlands grondgebied bevonden zich in de Middeleeuwen 21 vrouwenkloosters die tot de cisterciënzerorde behoorden
Gebruikte bronnen:
W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p.134-138; M. van der Plas en R. Lutz, “Abdijen in de Lage Landen en de mensen die er wonen” (Tielt, Baarn 1989), p.4; J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p.132; Zr. Lisbet Abdij Nazareth, met medewerking van Zr. Judit De Grijs en Zr. Jozefa Van Doren, ‘Negen eeuwen cisterciënzers’ in “Het Teken”, 69e jaargang, nr. 10, Mei 1997, zie ook website Thomas Godsdienstonderwijs, https://www.kuleuven.be/thomas/page/tijdschriften/viewarticle/100828/ (18-03-2023); G. Vermeer, “Kloosters van baksteen. De architectuur van de hervormingsorden in Nederland tot omstreeks 1300” (Almere 1999), zie ook https://pure.uva.nl/ws/files/2829761/34539_UBA003000253_007.pdf (18-03-2023); R. Wols, ‘Cisterciënzers OCIST’ op website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/cistercienzers-ocist (18-03-2023); J. Leclecq osb, De spiritualiteit van de cisterciënzers op website Thomas Merton; http://thomasmerton.nl/cistercienzerstrappisten/spiritualiteit/de-spiritualiteit-van-de-cistercienzers/ (18-03-2023); H. de Jong, ‘Cisterciënzers beïnvloedden zelfs Den Haag’ in “Katholiek Nieuwsblad” van 13-01-2017, p.20
ENK Monasticon nummer:
Z202
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Benedictijnen
Orde of congregatie:
Benedictijnen
Alternatieve namen:
Benedictijnen
Latijnse naam:
Ordo Sancti Benedicti
Afkorting:
OSB
Stichter, stichteres:
Benedictus van Nursia
Stichtingsjaar:
6e eeuw
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
In de middeleeuwen en vanaf begin 20e-eeuw
Doelstelling:
Contemplatie; liturgie; gastenverblijf; onderwijs; missiewerk
Geschiedenis:
Benedictus van Nursia (480-547), die beschouwd wordt als patriarch van het westerse monnikenleven, schreef een regel voor monniken die in eerste instantie bedoeld was voor de monniken van de Abdij van Monte Casino, waarvan hij abt was. Deze “Regula Benedicti “ vormt een handleiding waarin het geestelijke, sociale en materiële leven van de monniken geregeld is en dat gedragen wordt door drie pijlers: het gebed, de lezing en de arbeid. Doel is, dat de monnik als mens geleidelijk groeit tot innerlijke heelheid en tot het geluk om God boven alles en allen lief te hebben. De benedictijnse monnik legt drie geloften af: de gelofte van stabiliteit (het zich levenslang verbinden aan één vaste monnikengemeenschap), de gelofte van trouw aan een monastiek levensgedrag (het leiden van een celibatair leven zonder enig bezit) en de gelofte van gehoorzaamheid aan de kloosterregel (het gehoorzaam zijn aan de Regel van Benedictus). In de middeleeuwen werden binnen de grenzen van het huidige Nederland om en nabij de 25 benedictijnse kloosters gesticht. Op de huidige Sint Adelbertabdij in Egmond na, die feitelijk de heroprichting vormt van het daar in het midden van de 10e-eeuw gestichte benedictijnenklooster, zijn al deze klooster opgeheven, het overgrote deel ten tijde van de Reformatie. Aan het begin van de 20e-eeuw vestigden zich vanuit Frankrijk, vanwege het antiklerikale beleid daar, weer benedictijnen in Nederland en wel het eerst in Oosterhout. Vanuit de daar gestichte Sint Paulusabdij werd de Sint Adelbertabdij in Egmond, de Sint Willibrordsabdij bij Doetinchem en de abdij Sint Benedictusberg te Lemiers (Vaals) gesticht
Missielanden:
Zuid-Afrika (1910); Trinidad en Tobago (1912); Congo (Zaïre). De missielanden behoren bij de congregatie van Subiaco
Gebruikte bronnen:
Bijdrage kloosterarchivaris, n.a.v. inventarisatie medio 2008; J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (30-09-2019); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (02-10-2019); M. van der Plas en R. Lutz, “Abdijen in de Lage Landen en de mensen die er wonen” (Tielt, Baarn 1989). p. 9; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p. 104; R. Wolfs, ‘De Benedictijnen OSB’ op Website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-benedictijnen-osb (17-04-2020);
Opmerkingen:
De kloosters zijn elk zelfstandig, maar ze zijn gegroepeerd in monastieke congregaties omdat Rome dit wilde. De huidige Nederlandse abdijen vormden in 1967 de Nederlandse congregatie, maar deze werd in 2005 opgeheven. De Benedictusabdij van Vaals sloot zich hier niet bij aan, maar is bij de Franse congregatie van Solesmes, waar Oosterhout, Egmond en Doetinchem tot 1967 ook bij behoorden, gebleven. Solesmes is het Franse klooster waar midden negentiende eeuw de opleving van het kloosterleven begon. In 2005 hebben de abdijen van Oosterhout (Sint Paulus) en Doetinchem (Sint Willibrord) zich aangesloten bij de congregatie van Subiaco. Subiaco wil terug naar de hervormingsbeweging van de Italiaanse kloosters rond 1850, die terug wilden naar de oorsprong. Ze staan dichter bij elkaar, komen in geest overeen en willen minder 'buitenactiviteiten'. In hetzelfde jaar heeft de abdij van Egmond (Sint Adelbert) zich aangesloten bij de congregatie van de Annunciatie. Deze congregatie is de vroegere Belgische congregatie. In 1918 waren er 3 abdijen in België: Maredsous en Keizersberg in Leuven (behorende tot de Duitse congregatie van Beuron) en Sint Andries in Brugge. Sint Andries, gesticht door een monnik van Maredsous, had aansluiting bij de Braziliaanse congregatie, opgezet om kloosters in Brazilië te helpen. Na de Eerste Wereldoorlog wilden de abdijen niet bij Beuron blijven en sloten zich aaneen tot de congregatie van de Annuntiatie (internationaal, school- en missiegericht)
ENK Monasticon nummer:
P003
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart