Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
3  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort
Orde of congregatie:
Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort
Alternatieve namen:
Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort
Latijnse naam:
Sorores Nostrae Dominae Amersfurti
Stichter, stichteres:
Pater Matthias Wolff s.j.; zr. Maria van Werkhoven; zr. Martha Pijpers; zr. Mathia Stichters
Stichtingsjaar:
1822
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Amersfoort
Patroonheiligen:
O.L.Vrouw; Julie Billiart (geestelijke moeder van de congregatie)
Doelstelling:
Vooral vorming en onderwijs. Later ook: bejaardenzorg; zieken en gehandicapten; pastoraal werk; maatschappelijk werk; vrijwilligerswerk; hulp aan mensen in maatschappelijke en geestelijke nood
Geschiedenis:
Op initiatief van pater Matthias Wolff s.j. werden in 1819/20 zeven jonge vrouwen door de Zusters van O.L. Vrouw van Namen in hun instituut in Namen en Gent opgenomen. Ze kregen daar een religieuze vorming in postulaat en noviciaat. Ze keerden in 1823/24 terug naar Nederland en vestigden zich in de Muurhuizen te Amersfoort. De congregatie La Pédagogie Chrétienne is ontstaan door een samenwerkingsverband van pater Matthias Wolff s.j., de R.C. Maatschappij, zr. Maria van Werkhoven, zr. Martha Pijpers en zr. Mathia Stichters. De doelstelling is voornamelijk het geven van onderwijs.
La Pédagogie Chrétienne kreeg een reglement van pater Matthias Wolff dat werd goedgekeurd door de aartspriesters van Utrecht en Holland in juni 1823. Vervolgens werd enkele maanden later in Amersfoort de Associatie Firma Van Werkhoven & Compagnie opgericht, om een wettelijke status te verkrijgen voor het oprichten van een kostschool. In 1824 legden de eerste zusters tijdelijke geloften af in de kerk Soli Deo Gloria aan 't Zand in Amersfoort.
Richtlijn voor het leven in de gemeenshap is de regel van de congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw van Namen. De stichteressen van deze congregatie zijn Sint Julie Billiart, Mère Sint Joseph Blin de Bourdon. De laatste was algemeen overste toen de Nederlandse jonge vrouwen naar België gingen.
In 1840 ontstond een conflict en werd de congregatie gesplitst. De zusters in Amersfoort en de zusters in de huizen beneden de grote rivieren gingen als twee zelfstandige congregaties verder. De eersten onder de naam Zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort en de anderen als de Zusters van de Sociëteit van Jezus, Maria en Joseph (JMJ) met een hoofdvestiging in Engelen en later Den Bosch. Alleen de eersten behielden de regel van de Zusters van O.L. Vrouw van Namen. De Zusters van JMJ ontvingen een regel van mgr. J. Zwijsen.
Juridische structuur:
Congregatie van pauselijk recht
Rechtspersonen:
Rechtspersoon: Associatie Firma Van Werkhoven & Compagnie, later O.L. Vrouwe Stichting
Missielanden:
Indonesië (1926); Noorwegen (1924); Malawi (1959); Brazilië (1968-2000)
Gebruikte bronnen:
KS 2003, 100-101, 2006, 93. Encylopedie van het Katholicisme III (1956) k. 1121; PA 2002, 2004, NMM; PA 2006; Kloosterarchivaris januari 2010
ENK Monasticon nummer:
Z161
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Vrouwen van Bethanië
Orde of congregatie:
Vrouwen van Bethanië
Alternatieve namen:
Vrouwen van Bethanië
Latijnse naam:
Congregatio Feminarum Bethaniae
Afkorting:
Vr.v.B.
Stichter, stichteres:
J. van Ginneken (SJ)
Stichtingsjaar:
1919
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Bloemendaal
Patroonheiligen:
St. Reinilda; St. Lidwina
Doelstelling:
Herkerstening van Nederland 'en andere beschaafde landen' door actieve vrouwelijke religieuzen die dicht bij de maatschappij staan. De herkerstening heeft vorm gekregen in clubhuizen voor kinderen, catechumenaatshuizen, oecumene, pastoraat, geloofsbegeleiding en gastvrijheid voor zoekende mensen
Geschiedenis:
De Vrouwen van Bethanië zijn gesticht in 1919 als lekengroepering. J. van Ginneken sj heeft de eerste regel voor de congregatie geschreven, bestemd voor leken-leden die als kern een groep contemplatieven naast zich hadden. In 1932 zijn de Vrouwen van Bethanië een religieze congregatie geworden, met een nieuwe regel geschreven door pater Al. Slijpen sj. Het werd één instituut met twee groepen: contemplatieven en actieven. In de tweede helft van de jaren vijftig werd duidelijk dat de twee-groepen-structuur herzien moest worden. In de Algemene Vergadering van 1959 werd het besluit genomen dat het ideaal van de congregatie voortaan vanuit één groep zou worden uitgedragen. Na het Tweede Vaticaans Concilie werden de regels telkens aangevuld in de Algemene Vergadering, in 1979 gaf bisschop Zwartkruis van Haarlem toestemming deze regels te volgen. Het Vermogensrechtelijk Regelement, dat de betrekkingen van de congregatie naar buiten bepaalt en het statuut van de Algemene Vergadering, dat de interne verantwoordelijkheden regelt, zijn samen met de verwoording van spiritualiteit de drie basisdocumenten van de gemeenschap. De leden van Bethanië zijn de laatste jaren alleen gaan wonen. De oudere leden gaan vaak naar een verzorgingshuis in de plaats waar ze gewoond hebben of naar een kloosterverzorgingshuis van een andere congregatie
Juridische structuur:
Van bisschoppelijk recht
Rechtspersonen:
Vrouwen van Bethanië (voorheen Reinildastichting)
Missielanden:
Verenigde Staten, Oostenrijk, Spanje, Italië
Gebruikte bronnen:
KS, 80; PA 2004; Kloosterarchivaris juli 2008
ENK Monasticon nummer:
Z122
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Jezuïeten
Orde of congregatie:
Jezuïeten
Alternatieve namen:
Jezuïeten; Sociëteit van Jezus
Latijnse naam:
Societas Jesu
Afkorting:
SJ
Stichter, stichteres:
Ignatius van Loyola
Stichtingsjaar:
1540
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Parijs
Vestiging Nederland:
1575
Doelstelling:
Tot de doelstellingen behoorden pastoraal werk, onderwijs en missiewerk en Sint Clacerbond ter ondersteuning van de missionarissen. Naast zielzorg legden de Jezuïeten zich toe op catechismus-onderricht, opvoeding en onderwijs. Voorts namen wetenschap en de uitgave van boeken en tijdschrifteneen belangrijke plaats in
Geschiedenis:
Behalve dat de jezuïeten, de grootste mannelijke religieuze orde in de Rooms-Katholieke Kerk, de geloften van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid afleggen, beloven zij absolute gehoorzaamheid aan de paus, waardoor zij voor specifieke opdrachten geheel te zijner beschikking staan. Van deze orde, die brak met conventionele kloostertradities als verplichte religieuze kledij, koorgebeden en boetedoening, is Ignatius van Loyola, die leefde van 1491 tot 1556, de stichter. Als legerofficier raakte deze Spaanse edelman bij een slag om het Baskische Pamplona aan beide benen gewond. Maandenlang moest hij het bed houden. In die tijd, die hij met het lezen van veel geestelijke literatuur doorbracht, besloot hij zijn verder leven aan God te wijden. In vrijwillige armoede zwierf hij door West-Europa. Biddend en boetend deed en schreef hij in de grot van Manresa ten noorden van Barcelona zijn Geestelijke Oefeningen, die het hart van de spiritualiteit van de jezuïeten zouden vormen. In 1528 strandde Ignatius in Parijs. Daar richtte hij met een aantal studievrienden de Sociëteit van Jezus op, zoals de orde van de jezuïeten ook wel genoemd wordt. Om in een tijd, waarin de reformatie hoogtij vierde, het katholicisme een nieuwe opleving te geven, werd deze orde een voorvechter voor de contrareformatie. Gekenmerkt door zijn strakke organisatie, de strenge selectie en spiritualiteit die gericht is “tot meerdere eer van God,” zoals de lijfspreuk van Ignatius luidde, werd de orde in 1540 door paus Paulus III goedgekeurd. In 1774 werd de orde echter opgeheven onder druk van verschillende vorsten, die vonden dat de jezuïeten teveel macht naar zich toe getrokken hadden. Doordat keizerin Catharina II van Rusland en koning Frederik II van Pruisen weigerden het opheffingsbesluit uit te voeren, bleef de orde in die landen voortbestaan. In 1814 werd de orde door paus Pius VII opnieuw in het leven geroepen. In Nederland heeft de orde zich vooral sterk gemaakt op het gebied van zielzorg en onderwijs
Rechtspersonen:
Rechtspersoon Sint-Bonifaciusstichting
Missielanden:
Indonesië (1859); Congo (1893); Madagaskar (1954); Denemarken; India; Thailand;Libanon
Gebruikte bronnen:
P. Begheyn, De Jezuïeten in Nijmegen (Nijmegen 1991), p.7; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p. 177-181; J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (03-09-2020); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (vijfde bewerkte uitgave, Nijmegen 2015), p. 138; S. Schoorl. “Jezuïeten in de polder. De jezuïtische mythe binnen het Nederlandse politieke debat in de negentiende eeuw” (Doctoraal scriptie Universiteit Leiden 2012), p. 8-10, R. Wols, de Jezuïeten SJ op website Brabants Historisch Informatie Centrum BHIC); https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-jezuieten-sj (31-08-2020); J. Moons s.j., ‘Jezuïeten’ op website Lucepedia: Digitale theologische encyclopedie
https://www.lucepedia.nl/dossieritem/jezuieten/jezuieten
ENK Monasticon nummer:
P013
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart