Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Portret Jacobus van Winden osc, prior te Uden

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0100 Portret Jacobus van Winden osc, prior te Uden
Toelichting:
Jacobus van Winden, praeses te Uden (1840). In ordegewaad, ten halve en driekwart naar rechts weergegeven, zittend aan een tafel, waarop zijn rechterarm rust. In de hand een (gebeden)boek, de wijsvinger tussen de pagina's. De linkerarm op de armleuning van de stoel, de hand op een naar hem toegewende (wind)hondenkop. Blik gericht op de beschouwer. Op de tafel een ronde (zegel?)doos. Zwart gelakte lijst met holle welving en goudkleurige binnenrand met parelrandje. Op de onderrand een koperen plaatje met de naam en de functie ("PRAES. 1840-1840")
Datering:
1840 (of kort daarna)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Lengte in cm:
97
Breedte in cm:
83,5
Opmerkingen:
Jacobus van Winden (Delft 1777 (1778 ?) - Uden 1845) werd in 1802 aangenomen door de kruisheren in Uden en een jaar later geprofest en priester gewijd. In 1812 tijdens de Franse overheersing uit het klooster verdreven en in 1814 teruggekeerd. Vanaf 14 november tot 8 december 1840 was hij de enige overgebleven Kruisheer te Uden. In de periode van 14 november tot 15 december vervulde hij de functie van praeses ad interim van het klooster. Hij nam in het geheim Henricus van den Wijmelenberg (zie inv.nrs. 101 en 102) aan als novice, door wiens activiteiten de orde voor uitsterven zou worden behoed. Hij overleed te Uden in 1845. De (wind)hond, op de kop waarvan zijn hand rust, verwijst vermoedelijk naar zijn naam. In de hieronder vermelde catalogi van 1986 en 1987 wordt zonder opgaaf van reden 1840 als jaar van vervaardiging van het schilderij vermeld. Het doek is noch gesigneerd, noch gedateerd. Het zou dus ook nog na 1840 tot stand kunnen zijn gekomen
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 100; Hermans 1858, III, p. 627; Schutjes 1876, p .764; Cat. tent. Uden 1986, p. 106, cat. nr. 19, afb. 30; Cat. tent. Uden 1987, p. 159, cat. nr. 114, afb. 250; Elsen 1988, p.14
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Erfgoedstuk