Zoeken in collecties

'Capucijn' wordt gebrouwen ter ere van de Franse Capucijnen die van 1882-1891 in een klooster in Budel gevestigd waren.

Deze brief bekrachtigt dat Antonius Saes en Johanna de Natris als geestelijke kinderen binnen de orde der kapucijnen werden opgenomen "uit dankbaarheid voor de grote hulp van 1942 tot 1945 aan de paters en broeders kapucijnen verleend, toen tengevolge van de Duitse onderdrukking ons klooster te Eindhoven in beslag was genomen".

Deze kist bevat de letters M-P van de 'Kopiekatalogus I'. Dit was een inventarisatiecatalogus: op de fiches werd een summiere beschrijving gemaakt. Elk fiche kreeg een volgnummer en een rubrieknummer aan de hand van de aangepaste Dewey-classificatie. Onderaan op het fiche werd genoteerd voor welke kloosters een afdruk gemaakt moest worden (in principe twee afdrukken per klooster: een voor de alfabetische en een voor de systematische catalogus). Daar kwamen dan nog de afdrukken voor de centrale catalogus bij. Vervolgens werd het definitieve cataloguskaartje opgesteld met vermelding van het aantal nodige kaartjes dat gedrukt moest worden .

In Budel woonden vanaf 1882 verdreven kapucijnen van de Parijse provincie in een huis met een voormalige bierbrouwerij. Dit huis werd hun grootseminarie. In 1891 verhuisden de kapucijnen naar Istanbul. De Budelse bierbrouwerij, die in 1870 was opgericht onder de naam De Hoop, ging een van haar bieren 'Capucijn' noemen. Het is een dubbel bier met een alcoholerpercentage van 6,5%. Op het etiket is vermeld: "Capucijn dankt zijn naam aan de Franse Capucijnen, die in de vorige eeuw in Budel een klooster hadden".

Deze discipline is gebruikt door broeder Nicolaas van Oosterhout (Henricus J. van Huijben) (1871-1956).

Het Fidelisgebouw heeft in 1942 van september tot en met december dienst gedaan als slaapzaal voor de studenten van de Apostolische School van Driehuis. Toen school en communiteit op 1 december 1940 door de Duitsers uit het Missiehuis werden gejaagd en op straat kwamen te staan, vonden de studenten vanaf januari 1941 een slaapplaats boven in het huis 'De Voorzienigheid' van de Zusters van 'De Voorzienigheid' in Driehuis. Ze volgden lessen in de school in IJmuiden-Oost (links van het Fidelisgebouw) en zij kerkten in de parochiekerk van Driehuis. Vanaf september 1942 veranderde dit gedeeltelijk: men sliep in het Fidelisgebouw, volgde lessen in genoemde school en kerkte in de 'Paterskerk' van de Kapucijnen, behalve op zondag; dan zong men, voorbereid door pater Piet de Bruyn, de hoogmis in het Antoniusziekenhuis (IJmuiden-Oost). In december 1942 werd IJmuiden tot fort verklaard. Paters en studenten moesten weg. Op zwaarbeladen aken wisten de drie hoogste schoolklassen Driel en de lagere klassen Westervoort te bereiken.

A .van der Muere is het pseudoniem van Antoon Vandewalle (1907-1994) die als kloosternaam Renatus van Izegem ofmcap droeg.

Dit gedicht hing in de archiefkamer van pater Gerlach Schummer ofmcap (1901-1987). Een andere versie van dit gedicht werd afgedrukt in 'de Biekorf', 52 (1951), p. 72.

De ulos is in 2011 aan de kapucijnen geschonken bij gelegenheid van hun 100-jarige aanwezigheid op Sumatra. In 1911 namen de kapucijnen het missiewerk op Sumatra over van de jezuïeten. Op de ulos de tekst: "Kenangan Pesta Jubileum. 100 Tahun. Ordo Kapusin di Indonesia Propinsi Medan".

De kaart geeft aan de ene zijde aanwijzingen om goed te mediteren. Aan de andere zijde is een gebed voor en een gebed na de meditatie afgedrukt. De kaart is uitgegeven door Uitgeverij Gooi en Sticht en kon worden gebruikt bij de meditatieboeken "Aan de voet van het kruis" van pater Silvester van Veghel ofmcap (Hilversum, Gooi en Sticht, 1951-1952).

Set van liturgisch textiel in rood velours met goudkleurige applicaties.

Antependia die in de liturgische kleur van de dag aan de voorzijde van een lezenaar hangen. Aanwezig zijn de liturgische kleuren groen, wit en paars.

Het speelgoedvaatwerk is gebruikt in een familie die nauw verbonden was met de kapucijnen. Allereerst heeft Simon C. Nadorp (pater Florus van Delft, 1917-2004) er in zijn jeugd mee gespeeld. Simon Nadorp kreeg het speelgoedvaatwerk van zijn oom Martinus Nadorp (1906-1970), pater van de Sociëteit voor Afrikaanse Missiën) die in 1930 in Londen tot priester is gewijd en als hoogleraar en procurator aan het seminarie in Hastings (Engeland) verbonden is geweest. Deze moet aan het begin van de 20e eeuw hiermee misje hebben gespeeld. Simon Nadorp gaf het aan zijn neefje Adrie Stijnman (1929-) die als Valentius Oudewater in 1948-49 novice bij de kapucijnen is geweest. Bestaande uit: 4 kelken van verschillend formaat, waarvan 3 met een deksel, 2 patenen, 1 monstrans, 1 wierookscheepje met wierooklepel, 1 ampullenblad met 2 ampullen, 2 houten hostiedozen, 2 bursa's, 3 canonborden (met de instellingswoorden, met de tekst van het Laatste Evangelie en van de laatste zegen). Daarbij uitklapbare mini-reproductie van het Issenheimaltaar van Grünewald.

Intronisatie was de toewijding van huis en gezin aan het H. Hart van Jezus. In de eerste helft van de 20e eeuw bedreven de kapucijnen veel volksmissies. Waarschijnlijk zijn toen ook dergelijke medailles uitgedeeld. Ronde medaille aan rood lint. Op de voorzijde Jezus onder een baldakijn, met de rijksappel (symbool voor de wereldbol) en scepter in zijn handen, rondom de tekst: "Adveniat regnum tuum" (Zijn rijk kome). Op de achterzijde Jezus op een stoel met een zittende en staande figuur tegenover hem, op de achtergrond is een figuur vrouw bezig de tafel te dekken, boven en onder de afbeelding de tekst: "Rex sum ego vos amici mei" (Ik ben de koning, gij mijn vrienden).

Missiebusje van de St. Fidelis Missiebond voor de Kapucijnen Missie op Borneo en Sumatra. Op de zijkanten een afbeelding van St. Fidelis, "Kapucijn missionaris martelaar" en van een zwartgekleurd meisje met de tekst "Treesje vraagt de Kapucijnenmissie te steunen". Op de bovenzijde de tekst "God loone het U".

Op de oorkonde de teksten "Schipholland", "Verba volant sed scripta manent" en "Multi-anus". Op de achterzijde wordt deze woordspeling met verwijzing naar de wens "Multi anni" als volgt uitgelegd: "Boel = Multi; aers = anus".

Patronen voor het maken van een kapucijnenhabijt. De patronen zijn gebruikt door broeder Marcianus van Berlicum (Cornelius J. Verhoeven, 1931-).

De rozenkrans werd aan de riem bevestigd. Deze rozenkrans is gedragen door broeder Nicolaas van Oosterhout (Henricus J. van Huijben) (1871-1956).

Het kruis heeft toebehoord aan pater Monaldus van Nuenen ofmcap (Marinus H. van den Broek, 1914-2008). Pater Monaldus was een van de zes paters kapucijnen die op 8 december 1944 overgingen naar de Byzantijns-Slavische ritus ter voorbereiding van hun uitzending naar Oost-Europa voor het herenigingswerk met de Oosters-Orthodoxe Kerken. Door de Koude Oorlog die na het einde van de Tweede Wereldoorlog snel intrad, is het niet meer tot uitzending gekomen. De kapucijnen bleven zich in Nederland inzetten voor het contact met de Orthodoxe Kerken onder meer door het verzorgen van de Byzantijnse liturgie in verschillende Nederlandse steden.

De schaar werd gebruikt door de broeders die kleermaker waren, voor het knippen van de stof voor habijten.

De Koenraadkerk was onderdeel van het kloostercomplex van de kapucijnen te Eindhoven. De kerk was tevens parochiekerk voor Strijp en Drents Dorp. In 1979 werd de kerk gesloten en in 1989 afgebroken. Op de tegel is te zien dat zich boven de ingang een roosvenster bevond. De kerk had geen toren, maar een bescheiden klokkenruitertje.

Goudkleurig vaandel met als centrale afbeelding de H. Franciscus die Christus van het kruis helpt (1). De rechtervoet van Franciscus is geplaatst op een grote gouden bal. Op de achtergrond een stad (Jeruzalem?). Aan de bovenzijde van het vaandel de tekst "Derde Orde Velp NB". De centrale voorstelling wordt aan de ene zijde geflankeerd door een portret van de H. Elisabeth met daaronder roze passiebloemen; en aan de andere kant door een portret van de H. Ludovicus met daaronder eveneens roze passiebloemen. Onder de centrale voorstelling een Andreaskruis met achter het kruis een geheven arm van de H. Franciscus en voor het kruis de geheven arm van Christus. Beide handen zijn voorzien van stigmata. De armen eindigen aan de onderzijde in een wolk en vormen samen een kruis. De achterzijde is roodkleurig en draagt de tekst "H. Franciscus zegen ons!". Crèmekleurig vaandel (2) met centraal een geborduurde applicatie van een pelikaan in een nest die haar drie jongen voedt met haar eigen bloed. Achter de voorstelling een stralenkrans. Geel met crèmekleurig vaandel (3) met centraal een geborduurde applicatie van het alziend oog omgeven door een stralenkrans. Onder de voorstelling een boeket van drie korenhalmen en twee druivenranken. Aan weerszijden van het boeket een druivenrank.

Op de kaart "Wereld-Missie van de Minderbroeders Capucijnen" staan 64 (en 3 tijdelijk opgeheven) missiegebieden aangegeven. Bij elk missiegebied is vermeld aan welke orde/provincie het betreffende missiegebied is toevertrouwd. Links op de kaart is Christus afgebeeld met acht apostelen; rechts staat de H. Franciscus afgebeeld met drie missiebisschoppen en vier kapucijnen van wie één heilige.