Zoeken in collecties

Witte onderkleden met kleine kantranden aan mouwen en versiering aan de onderkant. Op de onderrand van de ene albe (1) zijn voorstellingen van kelken, druivenranken en religieuze tekens aangebracht. Op de onderrand van de andere albe (2) zijn florale en fantasiemotieven aangebracht. Gemaakt door de zusters in het klooster Mariadal te Venlo.

Aan de onderzijde een strook geborduurde tule (A: 1 x br. ca. 50 cm, B: 4 x br. ca. 55 cm, C: 1 x br. ca. 70 cm, D: 3 x br. ca. 85 cm). Ad A: geborduurde IHS-monogrammen in ovaal, korenaren- en leliemotieven en en schilden van c-voluten met bloemrasterwerk. Ad B: geborduurde wingerd met druiventrossen. Ad C: ook de mouwranden zijn voorzien van kanten stroken. Ad D: geborduurde IHS-monogrammen in gelijkarmig kruis, in stralenkrans; voorts florale motieven en c-voluten

Amict met wit op wit borduursel van bloem- en bladranken in de hoeken

Fraai zestiende-eeuws borduurwerk gevat in goudgalon, waarschijnlijk een detail van een kazuifelkruis of kazuifelkolom

Dit afdekplaatje voor de kelk is versierd met geborduurde voorstelling van Christus met doornenkroon. Rondom de voorstelling geborduurde tekst: Verbum Dei inter spinas. Rechtsonder de voorstelling het Dominicaanse wapen. Vervaardigd in eigen atelier.

Een cirkelvormig (1) en een kruisvorming (2) kleedje voor over de ciborie (vaatwerk ter bewaring van hosties). Het velum heeft een centraal gat zodat het kruisje op het deksel van de ciborie zichtbaar blijft. Het cirkelvormige velum is aan de bovenzijde versierd met meerkleurige christelijke symbolen zoals een mand brood, een vis en een kruis. Het vierdelige velum is voorzien van meerkleurige randversieringen, florale motieven en een christelijke symbool op iedere zijde.

Deze set van doeken werd in Huize Bethlehem in Nijmegen gebruikt als zusters te bed de communie of het sacrament van de stervenden ontvingen. De doek met borduurwerk van twee knielende engelen voor een kelk met het H. Sacrament werd op het bed gelegd. Op de bijbehorende grote vierkante doek is in het midden het monogram IHS aangebracht, de kleine vierkante doek is versierd met een gelijkarmig kruis. Bijgaande eveneens een zakdoek met wasmerkje HB van Huize Bethlehem.

Corporale met geborduurd kruisje. Afgezet met kant

Corporale van batist, waarop een gelijkarmig kruis is geborduurd. De zoom is opengewerkt

Corporale met een kruisje geborduurd in het midden en afgezet met een klein kantje

Centraal de voorstelling van het Apocalyptisch Lam op het Boek met de Zeven Zegelen omgeven door sterren. Langs de rand bladwerk

Corporale met vier ingeweven kruisjes in de hoeken, afgezet met een klein randje kant

Stola van crèmekleurige Ottomanzijde met veelkleurige en met gouddraad geborduurde voorstellingen in door bladertakken gevormde cartouches, die worden begrensd door om en om twee identieke distel- en rozentakjes. Aan de onderzijden een Latijns kruis, waarvan de armen eindigen in kronen. In de viering een vierpas, vanuit de viering stralen, aan de onderzijde - aan weerszijden van de lengtebalk - twee symmetrische disteltakjes. In het cartouches daarboven, aan de ene zijde Agatha, ten voeten uit, met palmtak in de linkerhand en nijptang in de rechterhand. Aan de andere zijde Odilia met Johannes van Eppa, geknield en met gevouwen handen rechts van de heilige. Odilia is gekroond, houdt een palmtak en een pijl in de linkerhand en een kruisstaf met vaandel waarop een Kruisherenkruis in de rechterhand. Zij is gekleed in een met hermelijn gevoerde mantel. Boven haar hoofd een engeltje dat een lauwerkrans boven haar hoofd houdt. Johannes van Eppa, als Kruisbroeder gekleed, drukt een spade tegen zich aan. Tussen beide figuren een siervaas waaruit een tekstbanderol met "S. ODILIA". Voorts aan de ene zijde van de stola een cartouche met een Duits vorst (Keizer Karel de Grote?), gekroond, in de linkerhand een rijksappel met kruis, in de rechterhand een zwaard, tegelijk rust deze hand op een schild met een (halve) adelaar. Aan de andere zijde Augustinus, een brandend, met twee pijlen doorstoken hart in de rechterhand voor de borst, een gesloten boek in de linkerhand. In de cartouches tussen die met de heiligen een symmetrisch vormgegeven granaatappelmotief. De stola is omzoomd met band met ingeweven ruitmotieven. Veelkleurige kwasten en franje

Crèmekleurige, zijden stola met brede einden. Hierop geappliqueerd en geborduurd een gelijkarmig bruin kruis met stralenbundels van zilverdraad vanuit de viering. Rond het kruis anjers aan bladranken, die zich over de gehele stola voortzetten; de hoofdkleuren zijn roodbruin, geel en roserood. De stola is omzoomd met goudband en voorzien van franje van gouddraad

Stola van crèmekleurige zijde met geborduurde voorstellingen. Op de ene zijde een staande Kruisbroeder met een boek in de linkerhand (Theodorus de Celles); vóór hem een geknielde Kruisbroeder. Op de achtergrond een kerkgebouw (van het klooster te Hoei). Aan de bovenzijde ervan een blauw schild met het Kruisherenkruis, waarboven een doornenkroon met drie nagels. Aan de onderzijde opnieuw het Kruisherenkruis. Verbindende teksten "B. P. Theod. de Celles" en "Fundator sae Ordinis". Op de andere zijde Odilia, staande met een kerkgebouw op de linkerhand en een pijl in de rechterhand. Aan weerszijden van haar een geknielde Kruisbroeder. Schild en Kruisherenkruis zijn identiek. Teksten "Sancta Odilia" en "Patrona sae Ordinis". De stola is omzoomd met goudkoord. Franje van gouddraad

Onderdeel van een driestel. Van het bijbehorende kazuifel is de voorstelling van O.L. Vrouw van de Berg Karmel met scapulier en ster bewaard gebleven. Op de dalmatiek voorstelling van Johannes van het Kruis; op de tuniek voorstelling van Teresa van Avila.

De H. Teresa is afgebeeld terwijl ze een visioen heeft van het Kind Jezus. Het borduursel is vermoedelijk afkomstig van een kazuifel of koorkap.

Applicatie in vierbladige vorm, afkomstig van een kazuifel. Op de rechterschouder van Maria is op haar blauwe mantel een ster aangebracht. In haar rechterhand houdt ze het bruine scapulier vast dat ze volgens de overlevering aan de H. Simon Stock ocarm, een 13e-eeuwse generaal overste van de Karmelieten, overhandigde met de belofte dat ieder die het zou dragen en bijzondere zegen zou ontvangen. In haar linkerarm houdt ze Jezus vast die zijn rechterhand onder de kin van Maria heeft gelegd.

Mantelkazuifel van crèmekleurige zijdedamast met ingeweven motieven, o.a. kruisen, palmbladeren, spiralen, rozetten met sierranden en Franse lelies. Donkergele voering. Gaffelkruisen van rode Ottomanzijde, afgezet met een smalle band, waarin groene draad en gouddraad is verwerkt. Hierop zijn geborduurd zich herhalende, gestileerde palmbomen in de kleuren groen, blauw, geel en goudkleur. Viering gemarkeerd met gouddraad. Hierin, op de voorzijde, een palmboommotief in groter formaat; op de rugzijde, eveneens geborduurd, een gestileerde Christus Koningfiguur. Deze is frontaal geplaatst en staat op een uit wolken oprijzende wereldbol, in de linkerhand een scepter, de rechterhand in spreekgebaar. Gekleed in een albe waarop een vlammend hart met doornenkroon en kruis, stola en schoudermantel. Op de stola Kruisherenkruisjes. Gekroond, een grote aureool om het hoofd. Hoofdkleuren: geel, wit, rood, lila, goudkleur. Stola met twee geborduurde Kruisherenkruisjes. Op de binnenkant van het kazuifel is een stukje stof genaaid waarop met pen in de kleuren blauw, rood en bruin "AAN ONZEN PRIESTERZOON / 15 JULI 1932 / J. SCHOLTENS / TH. SCHOLTENS-GEERDES"

Op de voorzijde van het goudkleurige kazuifel een groot wit kruis met in het midden een afbeelding van het H. Hart van Jezus. De uiteinden van het kruis zijn versierd met abstracte vormen. Onderaan in het kruis een wapenschild bestaande uit drie witte horizontale banen afgewisseld met twee zwarte horizontale banen. De achterzijde van het kazuifel is versierd met een verticale witte baan met daarop dezelfde abstracte vormen. Tussen de vormen een doornenkroon en drie nagelen, verwijzing naar Christus aan het kruis en onderaan een schild met daarop het embleem van de Orde van het H. Kruis: een gelijkarmig kruis met verticale rode arm voor een horizontale witte arm. De bij de kazuifel horende stola, manipel, bursa en kelkvelum zijn versierd met hetzelfde witte kruis met daaronder abstracte vormen (gestileerde wijnrank?). Het geheel is aangeboden aan Leonardus van Hout (1864-1953) bij zijn 60-jarig priesterfeest in 1950. Dit is af te leiden uit de geborduurde tekst aan de binnenzijde van de voorzijde onderaan: "L. v. Hout. O.S.C. jub. sac. 1890-1950"

Kelkdoekje met ingeweven voorstellingen. Centraal staat binnen een lauwerkrans een kelk met hostie, omgeven door stralen. De rand bestaat uit bloem- en bladwerk, waarin het kruis (geloof), het anker (hoop) en het hart (liefde)

Kelkdoekje met ingeweven de eucharistische motieven van korenaren (het brood)

Velum van blauwe zijde met ingeweven motieven in de vorm van tweemaal twee spiegelbeeldige, verschillendsoortige bloemen en bladertakken in overwegend rose, rood en groen