Zoeken in collecties

Cunera met twee sleutels in de hand. Op de achtergrond een kerk, haar marteldood door wurging, en een boer met enkele paarden, twee scenes die verwijzen naar de ziekten waartegen zij bescherming biedt. Onderschrift: H. Cunera Patrones tegen keel en veeziekten bescherm ons

Ingelijst devotieprentje uit nalatenschap van Mevr. Marietje Wientjes Maassen uit Oeffelt, erftante van een van de werksters van het klooster. Aangeboden op 15-07-2005. Afbeelding: Heilige met kruisbeeld , schedel en kroon

H. Elizabeth in koningsmantel, brood uitdelend aan een vrouw met kinderen

Zicht op de Sint Catharinakerk. Dit 'straatje' kan goed het Kruisbroedersstraatje zijn. De Kruisbroedershof en naaste omgeving is een merkwaardige buurt met een geheel eigen sfeer, onstaan door de vestiging der Kruisheren, in Den Bosch meestal Kruisbroeders genoemd. In 1309 hadden zich aan de Verwersstraat enige jongemannen gevestigd met de bedoeling gezamelijk een godvruchtig leven te leiden. Zij noemden zich Bogarden en kunnen misschien het best getypeerd worden als mannelijke begijnen; het waren dan ook geen eigenlijke kloosterlingen. Het Oud Bogardenstraatje in de Verwerstraat herinnert nog aan hun verblijf aldaar. Zij verdienden de kost met weven. In 1439 namen zij de regel en de kleding aan van de Derde orde van St. Franciscus en werden daardoor kloosterlingen. Maar enkele van hun paters en broeders verlangden naar een strengere regel; uiteindelijk werden deze laatsten opgenomen in de orde der Kruisheren. Zo ontstond het ongewoon verschijnsel van twee kloosterorden in één klooster. Na 1469 hebben de Kruisheren tengevolge van onenigheid het Bogardenklooster verlaten: in genoemd jaar werd hen een ruim terrein bij de Sint Jorisstraat geschonken. Zij bouwden daar hun kapel en klooster. Die kapel bestaat nog altijd, het is het hoogkoor der tegenwoordige Sint Catharinakerk, zo genoemd naar de patrones der oorspronkelijke kloosterkapel. De naam Kruiskerk dankt zij aan die vroegere aanwezigheid der Kruisbroeders. In 1629 moesten deze laatsten Den Bosch verlaten, zij vestigden zich voorlopig in Schijndel. Met andere kloosterlingen en seculiere geestelijken bleven er ook, tegen de strenge plakkaten in, enige Kruisbroeders achter om in 't geheim de verboden kerkdiensten te houden.

Kathedraal van 's-Hertogenbosch, met op de voorgrond paard en wagen

De noordkant van de kathedraal. Opschrift linksonder: Basiliek S Jan, rechtsonder gesigneerd Hendrik de Laat

Prent ter nagedachtenis aan de in 1647 overleden prior Henricus Walteri Verheien (Verheyen) met een lofdicht in het Latijn. Aan de bovenzijde het familiewapen binnen twee gekruiste lauwertakken met besjes: gedeeld, A een blauwe balk, erboven drie hamers op wit veld, eronder drie (heide?)bloempjes, de stelen met elkaar verbonden, op groen grondje (= Verheyen), B drie posthoorns (2,1) op groen veld (= Van Densen). In het schildhoofd een rood-wit Kruisherenkruis op zwart veld. Koptekst "THRENVS PROVINCIÆ MOSANÆ / IN OBITVM / REVERENDI ADMODVM DOMINI AC PATRIS / D. HENRICI WALTERI / VERHEI(D)EN / Prioris Crucigerorum Sanctæ Agathæ, / nec non Vicarij Reverendissimi Generalis, ac Visitatoris / TRACTVS MOSANI". Hieronder in twee kolommen het veertien coupletten tellend vers van elk vier regels, gescheiden door een sierrand van arabeskmotieven. De beginletter M van het eerste couplet is gecalligrafeerd. Rechtsboven de initialen "Fr. S. C. (= Stephanus Canter). Aan de onderzijde een grafschrift met chronogram (in grote en kleine kapitalen) "HeV ObIt HenrICVs, nI DIC PIe qVæso VIator, / Non obIIt, qVI CæLICoLas neCe raptVs aDIVIt" (Helaas sterft Henricus, ik vraag je, vrome voorbijganger, dit niet te zeggen, hij die door de dood weggegrepen naar de hemelbewoners is gegaan is niet gestorven; chronogram '1647'). Aan weerszijden van het geheel twee siervazen waarin een tak met verschillendsoortige bloemen en knoppen

Tekening van twee kruisheren die eerbetoon brengen aan de paus

Albertus Magnus, rechts in het beeldvlak, in ordekleed staande met gestrekte rechterarm voor een op een sokkel geplaatst beeld van een jongeman, de rechterhand wijzend voor de borst, in de linkerhand een hoed. Geplaatst in een classicistische ruimte met o.a. twee tafels met lang kleed waarop respectievelijk een tafelklok met kompas en een obelisk met twee beelden. Linksvoor een sokkel en allerlei soorten apparatuur, werkuigen en instrumenten. Linksachter een doorkijk naar een bordes met trap en balustrade, waarachter een tuin met architectuur. In het ovaal medaillon, geflankeerd door meetinstrumenten, een op balken bevestigde kop. Rechts ervan een uit een wolkendek komende hand met beitel. Linksboven een banderol waarop "ut libet ecce! licet". Op de banderol aan de bovenzijde van het medaillon "In manibus tuis sortes meæ Ps. 30 / v.16". Op die aan de onderzijde "Rebus in humanis Ars mira Intentio: c_ncta E / nihilo, è c_nctis efficit illa nihil".
Onder de voorstelling "S. Albertus Philosophiæ laureolâ, ab ipsa Sapientiæ / sede condecoratus gemino prodigio Peripatum illustravit, / nam ob artificialem Magiam, qua etiam statuas fe= / cit disertas, habitus est vulgó Magus: ob eandem virtutis / studio sublimatam, ab Ecclesia dictus cognomento Mag= / nus: Verum Philosophi nostri temporis ectypon, quia Scien= /tiâ Magus, virtute Magnus. Ex fast: Mar: 16. Nov.". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Aloysius van Gonzaga in ordekleed, zittend aan een tafel waarop onder meer een verrekijker, ogen en een inktpot. Aan de voorzijde van de tafel een luit en een bazuin. Rechts een altaar met een crucifix tussen twee kaarsen. Op de voorkant van de tombe een kruis met verbrede armen. Opzij van het altaar een engel, die een plateau aandraagt waarop een oog en een oor. In de ronde cartouche, geflankeerd door muziekinstrumenten, een op zee varend zeilschip temidden van allerlei het schip bedreigende fabeldieren; aan de onderzijde een banderol waarop "nisi cæca et surda / perirem". Op de banderol boven de cartouche "oculus non vidit, nec auris / audivit. 1 Cor. 2". Op die aan de onderzijde "Sunt oculi scopulj: sunt aures scylla carina / Hinc cæco et surdo sub Duce sola salus". Onder de voorstelling "B. Aloysius Gonzaga, Romæ in peripato etiamnum / discipulus, jam Angelicæ Doctor Philosophiæ, / dum Clausis oculis, auribusque, melius videre, / et Loqui docet Pseudo-Philosophos, sola silentio / confutans futiles Epicuri circulos, maláque malæ / sectæ consortia. Exvita". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Augustinus als rijke jongeling gekleed met verenhoed, zittend aan een tafel waarop boeken en een hermelijnen mantel. Links een classicistische sokkel, bekroond met een siervaas. Aan de voorzijde van de sokkel een kop naar rechts, waaronder "Aristoteles / Cineres". Op de achtergrond gebergte met bosschage. In de ovale cartouche, geflankeerd door fruitguirlandes, twee bomen - de linker met een slang - en enige dieren; aan de onderzijde een banderol waarop "cum docet, ecce! no / cet:". Op de banderol boven de cartouche "non littera, Sed Spiritu 2 / Cor. v. 6". Op die aan de onderzijde "sine vitali juvat ergo Scientia fructus / Non mihi crede, sapis, si tibi sola sapit". Onder de voorstelling "S. Augustinus, Mediolanj etiam num Philosophus, scien= / tiam sine virtute damnat: surgunt indocti, et / coelum rapiunt, et nos cum doctrinis nostris volu= / tamur in carne et sanguine, L.8 Confess. c.8." De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Bonaventura in pij, hermelijnen schoudermantel en bonnet, zittend aan een tafel, de rechterhand in spreekgebaar, de andere hand met wijzende vinger op de tafel, waarop een crucifix en een kompas. Vóór hem een kapitaalletter Y; uit de toppen ontstaan wegen, de linker slingert zich naar een bergtop, de rechter naar een vuur in een brandende grot. Links van de letter Y "elige". In het ovaal medaillon, geflankeerd door omwonden vruchtenfestoenen, een tafel met kleed, waarop een kompas, wijzend naar een ster aan het firmament; aan weerszijden bomen. Links een banderol waarop "quo trahit ille sequor". Links van het medaillon een wolkendek en een ster. Op de banderol boven het medaillon "Vocavi, et renuistis Prov. / 1. v. 24". Op die aan de onderzijde "Cur trahit et trahitur magnes? Sophe, dicito causam. / Vah pudor! hic sequitur, quem fugis ecce! Polum". Onder de voorstelling "S. Bonaventura Sophus mirabilis, quia Seraphicus: nam à puero / Religioni devotus, Philosophiam, non nisi Seraphicam audire / voluit: audivit Parisiis, tantâ ingenij famâ, ut Magiæ / Physicæ mira, ad miraculum usque resolveret: ipse naturæ / miraculum, de cuius indole Alensis, ejus tunc temporis Pro= / fessor: Hic est verus Israëlita, in quem nec a= / damus videtur peccâvisse. Ex Surio.". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Bruno in kledij met kanten kraag en manchetten, halfzittend in een stoel en druk gebarend, de blik gericht op een uitgeblazen kaars op de tafel rechts van hem. Op de tafel ligt een hoed. Links een uit een graftombe stappende, half geklede man. In de ovale cartouche, geflankeerd door twee gehoornde maskerons, links een draperie met kop, rechts een spiegel waarin die kop zich herhaalt; aan de onderzijde een banderol waarop "Etiam velata revelo". Op de banderol boven de cartouche "Illuminavit abscndita i Cor: 4". Op die aan de onderzijde "Iudicium cur das aliis, Sophe? da tibi: mntem / Inspice: Iudicium nam dabit illa tuum". Onder de voorstelling "S. Bruno, Parisus etiamnum Philosophus, Physiognomiæ / verioris ancana docetur à Doctore Phylosopho, qui ju= / sto Dei judicio, occulta, judicia revelare jussus, has e' / tumba conclusiones protulit: accusatus sum, Iudica= / tus sum, condemnatus sum, Fast: Mar: 6 Oct:". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Cornelis Evertsen, driekwart naar rechts, het hoofd omgewend, geharnast en met kanten bef, de beschouwer aanziend. Hoge, tot op de borst vallende, krullende pruik. Aan de onderzijde "KORNELIS EVERTSEN, / Luitenant-Admiraal / van Zeeland"

Cornelis de Witt, min of meer frontaal, het hoofd naar rechts gewend, in een mantel, afgezet met kostbare stof en kanten kraag met bef, de beschouwer aanziend. Lang, tot op de schouders vallend, golvend haar en zeer smalle snor. Aan de onderzijde "MR. CORNELIS DE WITT, / Burgermeester van Dordrecht, / Ruwaard van Putten enz."

Dionysius in zware mantel, frontaal staande in orantenhouding, de blik gericht op een lege, met ramskoppen en festoenen versierde sokkel, waarop aan de voorzijde "IGNOTO / DEO". Links van hem op en voor een verhoog wereld- en hemelbollen, meetapparatuur, een boek en verrekijkers. Op de achtergrond classicistische architectuur. In de cartouche, geflankeerd door respectievelijk kijker, aardbol en 'graadmeter' (links), passer en hemelbol (rechts), een verrekijker op statief met balusterpoot en twee stralende hemellichamen. Linksonder een banderol waarop "ex umbra / lucem". Op de banderol aan de bovenzijde van de cartouche "Nunc in ænigmate. 1. Cor. 13 / v.12". Op die aan de onderzijde "Ex Deus ænigma est, nostris quia lumen in umbris / oedipus et Sphinx est: hæc solo at ille polo". Onder de voorstelling "S. Dionysius in Areopago Sophus, à tenebris lumen, quia ex / Eclypsi Deum agnovit, cùm dixit: Aut Deus naturæ patitur, / aut mundi machina dissolvetur: Subin à meliore oedipo, / S. Paulo, explicato Ignoti Dei ænigmate, ad veri Dei ag= / nitionem perductus. Ex. Brev. Rom.". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Franciscus Borgia in adellijke kledij, met zwaard, gebarend naar een in een doodskist liggende figuur met gekroond hoofd en gekruiste handen op de borst. Op de voorzijde van de kist een schedel met gekruiste beenderen. Linksachter een tafel met kleed waarop een adellijk hoofddeksel. In het medaillon, geflankeerd door op een voluut geplaatste schedels met een bot tussen de kaken, een sokkel waarop een uiteenvallend standbeeld. Rechts ervan de kop, waarop twee vanuit een wolkendek komende engelenkopjes hun blazen richten. Rechtsonder een banderol waarop "quam citò gr_nde e vita (?)". Op de banderol boven het medaillon "Quasi in favillam. Dan: 2 / v. 35". Op die aan de onderzijde "E nihilo in nihilum Sceleris ruit impete, corpus / Peccari nihilum, quis putet ergo nihil?". Onder de voorstelling "S. Franciscus Borgias, aspectu Corporis, in Philosophum / è Duce mutatus, moxque sanctioris Peripati Doctor, / hanc Philosophis sæpe Thesin, ut ipse aiebat, disputan= / dam affixit de corpore: ex nihilo factus' sum, in nihilum / redactus sum. ex Vita". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Franciscus Xaverius, rechts in het beeldvlak, uitgedost in rijke kleding, zittend, de linkerhand op de borst, in de andere hand een boekje, de blik gericht op een putto met in de rechterhand een balans, waarop respectievelijk een wereldbol en vuur, en voor de mond een spreeklint met "quid prodest?". De arm van Franciscus ligt op een tafel waarop een bonnet en enige boeken. Op de achtergrond een volle boekenkast. In de cartouche op een offertafel een walmend vuur met rooksliert. Achter deze tafel doorlopend een banderol waarop "De sursum / hinc sur= / sum". Op de banderol aan de bovenzijde van de cartouche "Descendens à Patre luminum, / Iac. 1, v.17". Op die aan de onderzijde "Est anima ignis, utut toto plus ponderet orbet / Tam gravis est superis: Cur levis ergo so-
phis". Aan de onderzijde van de voorstelling "S. Franciscus Xaverius, Sorbonæ Sophus, in disputati= / one de anima, errorum dedoctus, animæ pretium di= / scit, ac docet in theatro orbis, Thesi illa: quid prodest, / si mundum universum, quis lucretur, animæ vero / suæ detrimentum patiatur? Matth: 16, v.26, ex Vita. De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Frederik Hendrik, driekwart naar links, geharnast en met platte, kanten kraag, de beschouwer aanziend. Eretekenen om de hals. Kort, krullend haar, snor en puntbaardje. Aan de onderzijde "FREDRIK HENDRIK, / Prins van Oranje, / Stadhouder van Gelderland, Holland, Zeeland, / Utrecht, Overyssel enz. enz."

Furseus in toga met hermelijnen schoudermantel, op het hoofd een bonnet, staande naar rechts, in orantenhouding. Linksachter hem een wereldbol in vlammen, rechtsachter een vuurspuwende drakenmuil. Rechts naast de voet van de heilige een zandloper, waaromheen een zich in de staart bijtende slang. In het medaillon, geflankeerd door respectievelijk een vogelvleugel, klaroen en zandloper (links) en zandloper, zeis en vleermuisvleugel (rechts), een ommuurde bergvesting, waarboven een exploderende granaat. Op de achtergrond rechts een kasteel op een berg, vanwaar een bergpad naar de vesting loopt. Hierover rolt een granaat met brandende lont. Rechtsonder een banderol waarop "ruit orbis in orbem". Op de banderol aan de bovenzijde van het medaillon "In puncto ad inferna / Iob. 21, v.13". Op die aan de onderzijde "Orbis hic æternum, meritis ruit orbes in orbem; / Hic micat, inde necat: cùm perit ecce ferit". Onder de voorstelling "S. Furseus Angelorum in cælis discipulus, in terras missus / Anglorum Doctor, cælestem docet Philosophiam de tem= / pore et æternitate: hac ab angelis dictata Thesi: omnis / labor, et tempus breve est intuitu æternitatis / Sur. 16. dan.". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Gregorius van Nazianze, links in het beeldvlak, in lang gewaad met hoofddeksel, frontaal staande met de linkerhand op de borst, de rechterhand opgeheven. Rechts van hem een ronde tafel met lang afhangend kleed waarop een geopend boek, een spiegel en een hart met een afbeelding van drie door elkaar kronkelende slangen. Tegen de wand rechts een busteportret van een vrouw in medaillon, waaraan een engel de laatste hand legt. Linksachter een deel van een balustrade met sierpot. In het medaillon, geflankeerd door om harten kronkelende slangen, een kijker op standaard richting ovaal venster rechts dat zicht geeft op een vosachtig dier, dat een soort rat vangt. Rechtsonder de kijker een banderol waarop "Occulo nil oculo". Op de banderol aan de bovenzijde van het medaillon "Manifestabit c_nsilia cordium / 1 Cor. 4 v.5". Op die aan de onderzijde "Quid Physiognomi Physeos nisi n_mine Momi: / His quæ corde latet, quippe fenestra patet". Onder de voorstelling "S. Gregorius Nazi_nzenus, in Athenæo celebris quondam So= / phus, sic Physiognomiæ didicit arcana, ut è Juliani, nec= / dum Apostatæ Lineamentis, clarè prædiceret futura / vitia mentis, neutiquam vanus Augur: nam vera fuise / oracula, lacrymis fusóque, sanguine testatus est Chris¬tianus / orbis, Ex Vita". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Herman (de Lamme van Reichenau ?) als jongeman, zittend in een stoel, en profil geplaatst, een kruk onder de rechteram, de benen gezwachteld, één voet op een voetenbankje, een tekstblad in de hand waarop "EX / VOTO". Dit reikt hij aan aan een schilderij van Maria met Kind, dat geplaatst is tussen twee kaarsen op een altaar. Vóór hem een op een kruk gezeten engel met palet, die de laatste hand legt aan een schilderij van een in sierlijke houding staande jongeman, geplaatst op een schildersezel. Achter de heilige een met rijk hoofddeksel uitgedoste, staande man met stok, gebarend naar de heilige, maar het hoofd afwendend. Op de voorgrond een mensje met steunstok, gebarend naar een hond met vijf poten en met een bal in de bek. In het medaillon, geflankeerd door dwergen met steunstokken, twee vliegende zwarte vogels (kraaien ?). Boven hen een gedeelte van de dierenriem met enige tekens, middenboven de stralende zon. Linksonder een banderol waarop "abortus in ortu". Op de banderol aan de bovenzijde van het medaillon "Quoniam dissimilis aliis Sap. 2 / v.15". Op die aan de onderzijde "De generans à Matre Sophus quia virgine, M_nstrum est / Purius hinc vive, et spurius esse, time". Aan de onderzijde van de voorstelling "S. Hermannus, ob monstrosam Corporis speciem cognomen= / to contractus, cùm et ingenij vitio laboraret, apud / Deiparam, de natura sibi noverca questus, optionem ob= / tinuit, qua vel corporis, vel ingenij infirmitate ocius / liberaretur: elegit posterius, quia Sophus: hinc tantâ / subitò ingenij felicitate exceluit, ut Phliæ monstra, / nullo negotio debellaret, ipse in monstroso corpore, / novum ingenij monstrum, Ex Calend: Bened:". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Ignatius van Loyola, links in het beeldvlak, zittend op een stenen basement tegen een sokkel waarop een sierpot met palmachtige plant, de handen voor de borst, met opwaarts gerichte blik en spreekband "quas sordet mihi terra". Rechtsachter een prieelachtig bouwsel met balustrade, waarin een dansende engel en een ronde tafel met lang afhangend kleed waarop allerlei voorwerpen. Het bouwsel is gesitueerd in een tuin met ronde en rechthoekige bloembakken. In het ovaal medaillon, geflankeerd door geprofileerde panelen waarboven zonnebloemen, een landschap met een rivier waarin de stralende zon wordt weerspiegeld. Tegen de rechterkant van het medaillon de tekst "Per speciem melius". Op de banderol aan de bovenzijde van het medaillon "A Magnitudine Speciei. Sap. / 13. v.5". Op die aan de onderzijde "Per Speciem Numen. maius dabit, aspice, lumen: / Nam magis ecce! patet, cùm magis ecce! latet". Onder de voorstelling "S. Ignatius Loiola, Sorbonæ Sophus, dum è Crea= / turis Creatorem, é Philosophia terrestri, novam docet / cælestem, censoriæ virgulæ subiicitur: Sed vix agni= / tus, mox absolutus, et rude donatus in Peripato Doc= / tor, virgâ in laurum efflorescente, ex qua tot laureo= / las hacte¬nus Philosophia: Ex Vita". De gravure behoort tot een serie van zestien gravures van heiligen met nagenoeg identieke composities: boven de centrale voorstelling een cartouche of medaillon met zowel aan boven- als onderzijde een tekstbanderol; aan de onderzijde van de voorstelling een toelichtende tekst. Prenten achter glas in eenvoudige, houten lijstjes

Jan van Galen, driekwart naar rechts, in harnas met halsdoek en kleine kraag, de beschouwer aanziend. Lang, krullend haar en snor. Aan de onderzijde "JAN VAN GALEN, / Kommandeur ter Zee."